In 2023 nog goed voor Jong Geduld in de Kinky Star en een jaar later met Average-Fit Punk een vrij fantastisch album onder de arm. We spraken met Alexander Bellemans, geboren in Alken (van het bier, ja!) en frontman van Bloodflowers. Limburgs op zijn best!
Hoe zijn jullie bij de naam Bloodflowers gekomen?
Alexander: We zochten een goede naam voor onze band. Al snel ging ik op zoek naar titelnamen van albums waarnaar we luisterden. Zo kwam ik onder andere op de naam The Soft Parade (album van The Doors), Appetite for Destruction (plaat van Guns ’n Roses) en Bloodflowers (uiteraard The Cure). Uiteindelijk zijn we voor het laatste gegaan en hebben we het nooit veranderd. Er zit geen gekke verscholen betekenis achter buiten dat ik in mijn vrije tijd graag naar The Cure luister.
Jullie zijn vrij vroeg begonnen, want jullie leeftijd is rond de 20. Hoe is het idee ontstaan om een band te vormen?
Dat is begonnen toen ik voor het eerst Master of Puppets van Metallica hoorde. Ik herinner me dat moment nog heel goed. Het was een soort van openbaring waardoor ik meer van deze muziek wilde horen. Bij het bekijken van hun optredens in de jaren 80 en 90 begon echt het gevoel te komen van: “Dit wil ik ook doen!” Toen ben ik gitaar beginnen spelen en 3 maanden daarna had ik mijn eerste repetitie met de eerste drummer van Bloodflowers, Kaspar.
Hoe zijn jullie gebeten door de punkmicrobe, want ik neem aan dat jullie jezelf als punk zien?
Echt gebeten door de punkmicrobe zijn we niet. In onze band liggen de muziekvoorkeuren zo ver uit elkaar dat ik er soms van sta te kijken dat we het toch eens geraken over een bepaalde sound die we willen maken. Ik denk dat we alle 4 gewoon het liefst helemaal bezweet worden en het publiek op en neer zien gaan wanneer we live spelen. Als je daar dan 3 gitaren en een drummer bijzet die wel aan een stevig tempo kan doorslaan, dan klinkt dat inderdaad wel punk, hoewel het niet per se de bedoeling is.
Jullie komen uit Limburg. Je kan lachen met de Limburgers zo veel je wil, toch is het ongelooflijk wat voor een muzikaal nest dat daar al decennia is. Hoe verklaar je dat?
Dat kan aan het water liggen, voor de rest weet ik het niet. Het publiek hier in Limburg is wel zeer enthousiast als het gaat om jonge rockgroepen gaat. Mensen van alle leeftijden komen kijken en zijn nieuwsgierig naar wat je maakt. Dat helpt natuurlijk wel, maar ik denk dat dit eigenlijk voor heel Vlaanderen geldt. In de Kinky Star in Gent hebben we al regelmatig voor een volle zaal gespeeld terwijl niemand daar ooit van ons gehoord heeft, wat natuurlijk altijd heel leuk is.
Met Average-Fit Punk hebben jullie een eerste ep uit. Leg eens de titel uit.
Afgelopen jaar deden we mee aan de Humo’s Rock Rally. De jury zei nadien in een artikel dat wanneer ze ons genre zouden moeten beschrijven dat ze het Basic-Fit punk zouden noemen. We konden hier wel mee lachen en we wilden onze ep daarnaar vernoemen zonder het bedrijf er letterlijk in te gaan betrekken.
Ook al gaat het soms gewoon om liefdesliedjes, hoor ik toch ook jongeren die niet blij zijn met hoe de wereld draait.
Dat hoor je goed. Zelf denk ik dat dat normaal is wanneer je jong bent. De wereld kan op veel vlakken verbeteren en dat gaat je net iets meer aan wanneer je nog een lange tijd op deze aarde mag leven (hopelijk).
Kan muziek de wereldsituatie veranderen?
Dat denk ik wel. De impact van ons nummer Wetstraat Bemesten was niet zeer groot, maar had wel wat gevolgen. Zo kregen we veel berichten van boeren die zich zeer hard gesteund voelden door ons, maar ook van de Minister van Landbouw. Voor ons was het nummer bedoeld om de boeren een hart onder de riem te steken. Als het daarbuiten ook ministers bereikt, juich ik dat alleen maar toe en hoop ik dat ze oplossingen vinden voor de boeren.
Opmerkelijk is ook dat jullie songs kort zijn. Doelbewust?
We houden het liever kort omdat we denken dat het zo het meeste impact heeft. Niet te veel zagen en gewoon knallen.
Het album klinkt heel rauw, het lijkt wel alsof je het live hebt ingespeeld?
Dat is goed gehoord. We willen het rauwe element dat we op het podium kunnen brengen zo graag mogelijk vertalen in de studio. Daarom doen we niet 300 takes voor gitaren of de drum, maar spelen we het regelmatig als een one-taker in zodat er een kantje aan is.
De bandnaam is nog relatief onbekend, hoe denken jullie België te veroveren?
We willen zoveel mogelijk optredens doen in het land. Live spelen is voor ons het allertofste. Daarnaast lijkt ons de Nieuwe Lichting van Studio Brussel een mooie kans om aan mee te doen en om zo wat meer naamsbekendheid te krijgen, waarna we als Limburgse band graag op Pukkelpop zouden willen spelen natuurlijk!
Wat is jullie favoriete plaat aller tijden en waarom?
Thomas (gitarist): Appetite For Destruction van Guns N’ Roses, loeihard en gewoon een nice geluid van een goede band.
Emiel (Basgitaar): Siamese Dream van de Smashing Pumpkins. Deze plaat heeft me op elk vlak wat me op een album kan inspireren, ook geïnspireerd. Van de songwriting tot de lyrics, de opnametechnieken, de mix en vooral de gitaartonen. Van voor tot achter een classic!
Cisse (Drum): From Darkness van Avishai Cohen. Dit album was voor mij de deur naar jazz. Een ongelofelijke groep muzikanten en allemaal extreem tight. Een duidelijke jazzbasis met zeer herkenbare latin invloeden, gewoon fenomenaal.
Alexander (zang, gitaar): Zelf heb ik geen favoriete album. Zelfs een favoriete genre zou ik niet kunnen benoemen. Ik hou gewoon van muziek die een bepaalde snaar bij me raakt.