Dag 2 van Sonic City Festival was niet alleen op papier, 11 november met name, een feestdag. Het was de dag waarop de curatoren van het festival, Charlotte Adigéry & Bolis Popul, op het programma stonden. En als er iemand een garantie biedt op feestelijkheden, dan is het dit duo uit Gent wel. Bolis stond zelfs driemaal op het podium, een keer als zichzelf, dan weer geruggensteund door zijn zus, en nog een keer als opener in de Club met The Germans. Het was ook de eerste dag waarop keuzes gemaakt moesten worden met drie podia, en soms was het echt snel wezen of je kon het optreden op een scherm of vanop een trap proberen volgen. Dat heb je voor met uitverkochte festivals.
We kozen dan ook eieren voor ons geld en repten ons richting The Upstairs waar we getuige waren van een behoorlijk onvergetelijk optreden van Alice Low. Transatlantic Sugar heet de ep die de transvrouw dit jaar uitbracht. Het is ook het relaas van de transitie als transvrouw en daarover zou ze in nogal stand-up comedy-bewoordingen feedback geven tijdens het optreden. Ze speelt al muziek van haar zestiende onder de naam Low’s Museum. Ze groeide op in Thailand en Swindon en woont ondertussen reeds drie jaar in Cardiff. Ze speelde al 10 jaar muziek en kwam pas op haar 26ste als transvrouw naar buiten. Haar diepe stem vormt uiteraard een groot contrast met haar sierlijke verschijning en dat werd live alleen maar uitgepuurd. Alice Low maakte er een soort performance art optreden van met dans, gekke bekken en veel humor. Die was meestal behoorlijk seksueel getint.
Haar stem en nummers deden heel vaak aan David Bowie denken, en het straffe is, dat het gebeurde op de goeie manier want we hadden nooit het gevoel naar een Bowie-rip-off te luisteren. Alice heeft gewoon een erg goeie stem, die weliswaar heel atypisch overkomt als je haar aan het werk ziet. Ze had een slechte nacht en dacht dat ze ging sterven. “Ik heb mijn muziek in dit toestel gestopt want jullie weten waarom ik niet met band kon komen”. Dat wisten we niet maar we durfden het toch niet vragen. Ook haar stem leek op het bandje te staan, hoewel ze er gelukkig wel live overheen zong. Ze zocht in haar act en bindteksten altijd de grenzen van het ongemakkelijke op want wie wil eigenlijk een artiest horen zeggen dat ze al zes dagen niet gemasturbeerd heeft en dat ze alle pornosterren wel al zag passeren en nu vooral geilt op films met Al Pacino en de cast van Ocean’s Eleven? Wat er ook van aan is, Alice Low was buitenissig maar we hielden daar wel van en kunnen nauwelijks wachten haar terug te zien met een nieuwe plaat en een band rond haar. Hopelijk heeft ze dan een betere nacht vóór ze het podium opkomt.
The Whodads op Sonic City, het lijkt wel te gek voor woorden, maar toch kwam er een naar Whodads-normen bescheiden ensemble van 8 muzikanten het podium van de Club op. Ze hebben deze eer en het genoegen uiteraard te danken aan een zangeresje dat er tot vóór een jaar of 5 lange tijd bij gezongen heeft. Een zekere Charlotte Adigéry en de rest kan je wel zelf invullen. Het is de band van zanger/gitarist/orkestmeester Steven Janssens, actief als klankman voor elk concert die naam waardig in Gent en gitarist in méér bands dan je in een tijdspanne van een minuut kunt opsommen. Deze zomer zagen we hem nog aan werk met zijn ander combo The Revelaires. Aanvankelijk speelden Whodads vooral surf en exotica, maar dat werd aangevuld met mambo, boogalo, jazz en veel filmmuziek en tunes van televisieprogramma’s. Soms bekende tunes, maar nog veel liever onbekende, obscure nummers. Whodads lieten de fans mee beslissen of het volgende nummer de zaal naar Hollywood of naar de ruimte zou brengen en met een paar klikjes op de effectenpedalen bracht extra feedback de band in hogere sferen. De gekende tv tunes die de revue passeerden waren Star Trek, Pink Panther en James Bond. Het ontdekkingsgehalte was omgekeerd evenredig met het spelplezier en feestgedruis, maar dat mag op een dag waarop Charlotte het voor het zeggen heeft.
We konden ons in de grote zaal dan opmaken voor wat één van de absolute hoogtepunten van het weekend zou blijken. De Colombiaanse Lucrecia Dalt zagen we al aan het werk op Les Nuits, maar ze bezorgde het woord ‘indrukwekkend’ in de Départ een diepere connotatie. Ze kwam in een steevast duistere setting zelden vanachter haar modulaire synths en keyboards tevoorschijn maar Alex Lázaro was een attractie op zich in zijn drumjungle. Zijn expressieve manier van drummen leek eerder op een soort Latijns-Amerikaanse danschoreografie in de stijl van Battles. Voor haar nieuwste plaat ¡Ay! mixte ze traditionele geluiden als bolero en salsa door haar modulaire synths.
Ook in Kortrijk leken we ons in een regenwoud bij valavond te bevinden tijdens El Galatzó. De grote zaal was ademloos (dat galmt ook minder) en dat maakte de stille momenten heel sfeervol. Het was een stilte voor de storm die nooit losbrak maar als een zachte massage met zuiderse oliën behaaglijk warm aanvoelde. Alex op zijn drums etaleerde al bijna een tantrische manier van musiceren. Hij masseerde als het ware de bonte verzameling Afrikaanse percussie-elementen en een constructie in de lucht met een ronddraaiend rad en een doorzichtig drumgedeelte. Veel percussie werd al strelend en tokkelend uitgevoerd en veel subtiele geluiden werden door minimale aanrakingen gecombineerd met de warme spaarzame elektro van Lucrecia. Enviada was ook nu een pleidooi voor een David Lynch-soundtrack. Dalt klonk hier vocaal zwoel en mysterieus.
La Desmesura klonk als speed-metal-jazz in een bedaard Zuid-Amerikaanse versie. Voorts hoorden we koude experimentele electro uit haar beginperiode en warme bolero in een Oosters interieur. Alle gifslangen ter wereld werden in het gareel gehouden maar het publiek wilde een bisnummer en kreeg waar het om vroeg. Los van de capriolen van Alex kan niemand wat Lucrecia kan, een warme uitstraling hebben in een setting van een ijskoningin. Alex was ettelijke uren later tijdens de afterparty aanwezig en was vol lof over de geweldige vibe van het festival en beloofde snel terug te keren naar ons land. Iemand uit onze entourage vond hem knapper zonder bril en vertelde hem dat ook. We hebben nog nooit iemand zo snel een bril zien afzetten…
Sonic City ging even in overdrive en het werd gevaarlijk druk op de trappen in de veel te krappe Upstairs voor een band die vorige maand op Left Of The Dial stond. Chalk is een postpunktrio uit Belfast, Ierland dat op 6 maand en een debuut ep Conditions tijd zoveel buzz ontwikkelde dat het één van de ‘most anticipated bands’ van het postpunkmoment is. Ze speelden al in het voorprogramma van PVA, Sonic City 2022 opener, en is eigenlijk een filmcollectief dat een Academy Award won. Zanger Ross Cullen zong raadselachtig en licht verveeld, in de stijl van onder meer Facs, maar de muur van opgekropte woede en een explosie van postpunk met razende techno die werd opgewekt door gitarist en knopjesdraaier Benedict Goddard en drummer Luke Niblock zorgde voor moshpits en veel euforie.
“I have been asking for a friend, there is no limit, there is no end”. Asking was alvast een pletwals en ook de bedrieglijk opbouwende vibe in het furieus onthaalde Static was de gitaar-injectie waarop het festival zat te wachten. De Conditions waren gunstig want ook de beats in Them werden enthousiast onthaald. We kunnen stellen dat Cullen niet in de charisma top 10 belandde maar de band stond wel bij iedereen in de top 3. Benieuwd trouwens hoe Cullen aan die trainingsjas van Jugendspielgemeinschaft Okertal is geraakt. Misschien had hij het ook veel te warm en stond hij daarom vaak naar boven te kijken, naar adem happend en badend in het zweet. Het zou zomaar kunnen.
Laima speelde een uurtje later op dezelfde plek en maakte op ons voor zover mogelijk nog meer indruk. Ze is Laima Leyton en we kennen haar als de musicerende echtgenote van Igor Cavalera (Sepultura). Beiden speelden mee tijdens de tour van Soulwax in 2017. Haar debuut Home verscheen dan ook op het DEEWEE-label van de Soulwax-broers Dewaele. Ze heeft nog extra nummers meegebracht naar Kortrijk want ze verveelde zich tijdens de lockdowns en sloot zich dan maar met mondmasker en al op in haar home studio. Wat ze ook had meegebracht was een discobal, een flinke dosis dramatiek, humor en een imponerende jas die leek op een donsdeken. In Future zong ze “There will be a future for you and me but not everyone will have a future”. Het is muzikaal minder doemdenken dan het nummer op papier laat uitschijnen. In de clip van het nummer droeg ze vier jaar geleden die jas ook al. Het is duidelijk haar favoriete jas. De ernst waarmee ze de nummers bracht stond dan weer in schril contrast met de hilarische strijkplank die voor een komische decornoot zorgde.
De “aha hahahaha” uit Home is vintage Adigéry en het nummer is pure DEEWEE met de onweerstaanbare zinsnede “home never feels like home”. “All the people that stick to us, we call them home”. De heerlijke groove en donkere electro liet Laima een concert lang met afgemeten en bedaard uitgevoerde armbewegingen ‘downstairs’ vloeien. Heel typerend was het om de haverklap als in een ritueel uittrekken van kabeltjes uit haar Moog om die dan terug in te pluggen. Toen Laima op de eerste rijen Charlotte Adigéry zag staan verwelkomde ze die met een lach en een “There is a mama in da house”. Knappe prestatie van Mrs Cavalera. Van bedlinnen ging het naar badlinnen.
Een jockstrap is verstevigd mannelijk ondergoed dat de geslachtsdelen beschermt. Jockstrap is echter ook een experimenteel elektropop duo uit Londen die als voorlaatste band op de mainstage stond. Taylor Skye op keyboards slaagde er een uur lang in de meest ongeïnteresseerde indruk ooit te maken. Zangeres, gitariste en violiste Georgia Ellery was getooid in een erg wulps strak pakje met de flair van een badpak uit de jaren vijftig. We kennen haar natuurlijk allemaal als de bloedmooie violiste van Black Country, New Road en ze trok dan ook elke aandacht naar zich toe. I<3UQTINVU is de titel van hun dit jaar verschenen remixplaat I Love You Cutie, I Envie You. Die herwerkte in hoofdzaak songs van hun eerste langspeler I Love You Jennifer B.
Het probleem bij Jockstrap is dat alle elementen afzonderlijk, complexe elektro, broeierige beats en de sensuele zang, volledig ontsporen in het geheel der delen en er alleen een richtingloze verwarrende brij overblijft. Verveling bekroop ons tijdens Angst met haar opera-zangstijl en het potentieel geweldige Sexy2 haalde de sfeer echt wel definitief uit de set. De afwisseling gitaar met 15 seconden viool kwam niet overtuigend over, hoe sierlijk Ellery ook met haar viool zwaaide. Glasgow was een mooi voorbeeld van een nummer dat de set in teveel richtingen tegelijk trok. Eerst wulpse dans, dan heupwiegende maar erg complexe gitaarindierock, om dan uiteindelijk uit te monden in een weinig overtuigend slot waarbij het publiek niet veel verder kwam dan een beleefdheidsapplaus en een ‘komaan herpak je’-gejoel want we wilden met zijn allen Georgia de ruikers bloemen bezorgen die ze op zich wel verdiende.
Het in oosterse tonen gehuld opzwepende Debra maakte dan wel grote sier en toonde waar het duo in uitblonk. Het is niet zo dat we enkel beats wilden horen, maar wel een duidelijk plan en dat leek er niet te zijn. De sexy dansende Ellery liet in het slot de zaal toch een beetje uit haar dak gaan. Jennifer B was heel leuk en opzwepend. Good Girl is een geweldig nummer en de ingehouden dansstijl van Ellery pompte het in feite nog op. Het waren dus de dansnummers die de set moesten redden maar er in feite te laat in slaagden. Het gros van de nummers waren lieflijke gitaarsongs waarin Georgia eerder vertwijfeld leek te kijken naar de wegebbende aandacht van het publiek. We durfden haar nadien echt niet vragen wat ze zelf van dit optreden vonden.
Op diezelfde main stage kwam het koningskoppel van de dag acte de présence geven. Charlotte Adigéry & Bolis Popul vonden wel de juiste richting en het was vooral vooraan in de zaal een dol feest met springende en blije mensjes. Alle hits en stampers passeerden de revue en tijdens en tussen de nummers hadden beide podiumbeesten veel oog voor elkaar en het publiek. De visuals waren heel beperkt met een paar mondjes op de backdrop en verder vooral zwart-wit contrast wat in essentie de aandacht vooral bij het dansende duo legde. Die genoten en het publiek bleef niet achter. Eén maal werd het bittere ernst met een minuut volgehouden stilte toen Charlotte via een opgenomen boodschap het publiek deed stilstaan – letterlijk en figuurlijk – bij de gruwel in Gaza. Vooraan in de set kregen we het stokoude 1618 met de onmiskenbare DEEWEE productie. In dezelfde sfeer baadde het nog steeds onweerstaanbare High Lights.
Het gouden duo op het podium heeft ook een gouden duo in de setlist want geen aaneenschakeling van songs wist het publiek zo zot te krijgen als het combo Stop Making Sense / Paténipat. Aan onwaarschijnlijk straffe songs was er in de finale uiteraard geen gebrek. It Hit Me is een klassieker en zal hopelijk altijd hun optredens kruiden. Dat er met Thank You werd afgesloten was de evidentie zelve maar tussenin was Ceci N’est Pas Un Cliché alles wat de titel orakelde. “You are cold as ice” zongen we ’s nachts nog in de lift van het hotel. De curatoren die niet bissen? Dat kon niet, en al zeker niet omdat één nummer uit de set niet gespeeld werd en dat dus de ultieme slotsong werd. Haha werd met het stukje performance art en een huilende en lachende Adigéry een grappig orgelpunt van het grootste dansfeest van het weekend.
“My heart is beating like a drum. L to the O to the V to the E.
You’rе my baby tonight. I wanna hold you real tight. Let’s dance the night away”
De tweede dag van het festival rondden we af met een bezoekje aan de club waar een ziedend Model/Actriz erg veel pokkeherrie maakte. Het kwartet uit New York maakte razende postpunk met noise erupties en bracht dit jaar hun debuut Dogsbody uit. Leuk weetje is dat de vaders van drummer Ruben Radlauer en gitarist Jack Wetmore 40 jaar geleden ook samen in een band zaten. Cole Haden vroegen ze zanger te worden nadat ze hem een keer zagen optreden, gedrenkt in bloed en rollend over de vloer. Onnodig te zeggen dat de concerten van Model/Actriznogal legendarisch zijn. In Kortrijk droeg Haden vrouwenkleren, maar erg overtuigend kwam hij als vrouw met snor niet over.
Kenmerkend voor het geluid van de band waren de rustmomenten die veelal met bizarre metalen gitaarakkoorden verstoord werden om dan uit te monden in militante postpunktirades waarbij Haden zich volledig liet gaan. Donkey Show was de gedroomde opener van een heel indringend optreden dat op ons nog meer indruk maakte dan Chalk een paar uur eerder. Mosquito deed hetzelfde maar wel een paar versnellingen hoger. In de donkere setting leek Haden eerder een vleermuis dan een mug. De opruiende gitaren van Amaranth maakten dan al duidelijk dat het een loodzwaar slotuur zou worden. Haden maakte ondertussen zijn reputatie van oncontroleerbare en lichtjes geniale frontman waar.
Winniepesaukee was ook zo een ondoorgrondelijk nummer met akelige drums en lugubere riffs. New Face onderstreepte voor de zekerheid nog eens dat de postpunk van Model/Actriz onnavolgbaar en uniek is in haar soort. Het is een langgerekte postpunksfeer die af en toe industrialpaden inslaat om dan vaak te klinken zoals Onmens. Eigenlijk klinkt de band zoals Tool had geklonken indien postpunk in 1993 al een dingetjes was geweest. Het slot van dag 2 in Kortrijk was een uppercut vanjewelste en een dag later zou blijken dat de zotste feestjes en de beste optredens gewoon op dag 3 geprogrammeerd stonden. Op naar zondag 12 november dus!
ALICE LOW : instagram
THE WHODADS: facebook
LUCRECIA DALT : website – instagram – facebook
CHALK : instagram
LAIMA : instagram
JOCKSTRAP : website – instagram – facebook
CHARLOTTE ADIGÉRY & BOLIS POPUL : website – instagram – facebook
MODEL/ACTRIZ: website – instagram – facebook