Op de tweede dag van Rock Herk waren we vroeg gekomen om de eerste bands te kunnen meepikken. Of we het zouden volhouden tot en met de laatste band was nog maar de vraag, want reporter zijn op een festival, het is en blijft een beetje topsport.
Vandaag was de programmatie polariserend. In de club stond veel gitaargeweld op de affiche en op het podium was het echte mainstream geblazen. Wij kozen volgens onze eigen smaak een supergevuld programma.
De eerste band in de rij was Celestial Wolves uit Oost-Vlaanderen die melodische, instrumentale rock maakt. Een beetje in de stijl van Kong, of zelfs Mono zo je wil. Het kwartet heeft wel niet de uitstraling van voornoemde bands en mist ook wat dynamiek in de presentatie, maar de sound zat wel heel erg goed.
Op het hoofdpodium was het dan de beurt aan Danny Blue And The Old Socks. Deze bende is afkomstig uit Antwerpen en staat voor vette gitaarrock met hier en daar een blokfluit (jawel!). Het is zo’n instrument dat we altijd zowat als minderwaardig afdoen, maar petje af dat je er een rocknummer mee kan bouwen. Het kwartet zong zich de longen uit het lijf en smaakte perfect in combinatie met onze eerste koffie van de dag.
Terug naar de club voor Slow Crush. Deze Gents-Britse formatie brengt shoegaze van de bovenste plank. We hoorden hier en daar een vleugje My Bloody Valentine. Het werd een droomscenario om wakker van te worden, kijkend naar een sensueel wiegende frontvrouw die met etherische stem zong. We waren even helemaal op een andere planeet. We hadden veel over gehoord over de band, maar de realiteit overtrof de geruchten. Dit is een band die je moet leren kennen!
Een blik op het programmaboekje leverde ons al meteen stress op want op The Street stond Bolt Ruin terwijl op het hoofdpodium terzelfdertijd Mooneye speelde. Da’s echt kiezen en verliezen. We gingen héél even bij Bolt Ruin langs dat er erg puik uitzag. Met veel rook, een gitaar en een computer kon Brecht Linden ons instant naar een andere galactische wereld toveren. Even stond alles stil.
Aangezien Mooneye één van de bands was waar we toch wel naar hadden uitgekeken, lieten we de donkere klanken van Bolt Ruin voor wat ze waren en trokken naar het hoofdpodium. De laatste keer dat we Michiel Libberecht aan het werk zagen was solo, en nog wel de avond voor de verkiezing tot winnaar van De Nieuwe Lichting. Ondertussen heeft de band veel concerten gespeeld, als support act in de grotere zalen en eveneens op allerlei festivalletjes in België en Nederland. We waren dan ook benieuwd of er in de tussentijd veel veranderd was. Het woord progressie lijkt zo goed als een understatement. Mooneye heeft een reuzensprong gemaakt. Nog steeds sympathiek en innemend, maar tegelijk ook veel professioneler. Dit zijn gasten die de voorbije maanden heel hard gewerkt hebben om te staan waar ze nu staan en dat merk je. Ze durven het publiek aan te vuren om mee te klappen en wat héél belangrijk is: ze klinken nu ook zelfverzekerd omdat ze geloven in eigen kunnen. Leuk was dan ook te zien dat ze met diezelfde breekbare liedjes waarmee ze vele maanden geleden ons hart veroverden ook deze grote tent op sleeptouw konden nemen. Bij Thinking About Leaving werd er zelfs volmondig meegezongen. Michiel zei na afloop dat hij het “machtig” vond, wij ook!
In de club was het vervolgens het moment voor de Limburgse band Hemelbestormer. Zeg nu zelf, een band met zo’n naam spreekt toch sowieso tot de verbeelding, of niet? Hun handelsmerk: zware gitaren waarop je kan wegdromen. Noem het sludge, doom of zelfs black metal… termen die menig Belg zouden kunnen afschrikken. Wij zouden het graag “belevings-metal” noemen. Metal jawel, maar van het soort waarbij je bijna kan mediteren. Repetitief, maar tegelijkertijd met heel veel variatie. Muziek die weet te bedwelmen en te intrigeren.
Terug naar het hoofdpodium. Ja, ja, we hebben wat rondgewandeld tijdens het Herk-weekend! Jaguar Jaguar. Een band die heel wat lichtvoetiger muziek maakt, en wat schatplichting is aan Balthazar en Jungle, twee groepen die het enkele weken geleden trouwens meer dan behoorlijk deden op Werchter. We kenden de muziek van Jaguar Jaguar reeds van de radio, maar live was het toch net dat tikkeltje beter. Muziek die velen kan en zal aanspreken. Opvallend is ook dat alle bandleden om beurten zingen, en dat geeft direct een heel andere vibe. Als je staat te kijken naar Jaguar Jaguar kan je er alleen maar vrolijk van worden, want ze dansen quasi huppelend over het podium. Wij willen deze band zeker nog eens opnieuw zien.
Terug naar de club waar heel opvallend alsmaar meer fans van Amenra begonnen op te duiken. Dat waren alvast fans die de rest van de avond niet meer zouden verhuizen. Psychonaut is zowat de Mechelse metaltrots, en ook zij brengen geen doordeweekse metal, maar eerder een mix tussen stoner en doom. De band bestaat uit een drummer, een gitarist en bassist. Drummer van dienst was dit keer een stand-in (Harm Peters), maar dat was er niet aan te merken. De gitarist en de bassist zingen om beurten waardoor ze een veelheid aan metalgenres lijken te brengen. Soms is dat instrumentale progrock, maar als de gitarist zijn keel openzet lijkt het eerder op doom, bij de bassist lijkt het dan weer alsof je in een desert session van Josh Homme bent beland. Knap.
De volgende halte was The Guru Guru die we op The Street aan het werk zagen. In het programmaboekje werden ze aangekondigd als een band met voorbeelden als The Mars Volta en The Jesus Lizard, en laat dat nu net twee bands (!) zijn waar we spontaan aan terugdachten toen we deze bende aan het werk zagen. In een mum van tijd hadden ze de menigte rond zich mee. De frontman performde alsof hij nooit iets anders had gedaan, en hij slaagde er eveneens in om iedereen aan het dansen te krijgen op de hoekige punkachtige tonen. Ook hier vonden we de live-ervaring net iets indrukwekkender dan hun recent verschenen PCHEW, misschien moeten we op basis hiervan dit album nog eens een luisterbeurt gunnen.
Ondertussen stond op het hoofdpodium de internationale act Band of Skulls. Enkele jaren geleden nog een kwartet, maar ondertussen gedecimeerd tot een duo. Met de nieuwe samenstelling is ook de muziekstijl wat bijgeschaafd. Nog steeds zijn de gitaren erg belangrijk, maar de elektro en ook de computer hebben hun intrede gedaan en dat klinkt niet altijd even geslaagd. Niet dat dit meteen onze zorg was, het was vooral afschuwelijk luid. Onze vaste plek, meestal ergens vooraan links, bleek onhoudbaar, en ook naar achter was het volume te hoog. Spijtig, maar helaas. Fan zijn van een band en moeten afdruipen wegens teveel lawaai, deed ons in de richting van de club stappen op de tonen van Sweet Sour.
Sneller naar de club dan gepland dus, maar dat was achteraf gezien maar goed ook, want in de tent was de menigte zich al aan het verzamelen om een goede plek voor de Whispering Sons te kunnen bemachtigen. Sinds hun passage in Werchter enkele weken terug zijn ze echt wel uit de muzikale ‘underground’ geklommen. Fijn voor de band, maar dat zorgt er tegelijkertijd voor dat een optreden een heel andere ervaring wordt. Al tijdens de soundcheck viel dit te merken, want de aanwezige menigte begon spontaan meteen mee te zingen tijdens Alone. Grappig, maar dat was niet zo bevorderlijk voor het afstellen van het geluid, iets wat opviel tijdens de eerste nummers. Een beetje spijtig, maar dat kon de sfeer niet drukken. Opvallend was het gemengd publiek: ouders met jonge kinderen, pubers en grijsaards. Muziek die vele generaties muziekliefhebbers lijkt te verbinden. Fenne en Kobe waren duidelijk emotioneel onder de indruk van de grote respons. Iets wat toch wel heel erg mooi is om te zien, want je zou denken dat een band die op de main stage van Werchter stond dit ondertussen al wat gewoon is. Het publiek volgde alle bewegingen van Fenne en was duidelijk in de ban van deze donkere klanken. Achteraf was alleman het erover eens dat de Whispering Sons (wederom) voor een superervaring hadden gezorgd.
Terug naar het hoofdpodium want daar was Dead Man Ray al aan hun set begonnen. We hoorden Rudy Trouvé nog net zeggen “Hallo ,wij zijn Dead Man Ray en ik heb een beetje hoofdpijn”. En even later voegde hij er ongevraagd ook aan toe dat zijn handen een beetje pijn deden. Rudy stond er duidelijk een beetje tegen zijn goesting. Elko Blijweert en Daan deden er alles aan om het publiek toch een beetje naar hun zin te brengen, maar het lukte precies niet al te goed. Daan was heel goed bij stem, maar het publiek reageerde nogal flauwtjes op wat er op het podium gebeurde. Net als bij dEUS gisteren oversteeg het gebabbel van de omstaanders bij momenten de zang van Daan en de zijnen. Doodjammer (alweer), misschien zijn wij te intolerant geworden. Maar toch, we hebben nooit begrepen waarom iemand vlak voor het podium gaat staan om daar dan het relaas van zijn leven te moeten vertellen.
De laatste band die we aan het werk zagen was Amenra. Amenra is een ervaring die niet met woorden te beschrijven valt. Een tsunami van gitaren die als een klets met de vlakke hand op je gezicht terecht komt. Tijdens het optreden wordt je eerst met de grond gelijk gemaakt om daarna terug te worden opgebouwd. Voor ons lokt deze muziek heel veel emoties los die zo intens zijn dat we er niet kunnen mee lachen als er een lallende zatlap een pint over ons heen gooit of wanneer een jongeling het nodig vindt om over je hoofd te komen rollen omdat hij ervan overtuigd is dat je bij harde muziek per se moet beginnen stagediven. Op Rock Herk was de setting verre van ideaal. Het danspodium leek plots ongelofelijk dichtbij en de beats stoorden afschuwelijk op de momenten dat Colin zijn zachte ingetogen stukken zong. Het was zelfs even behoorlijk lastig om hierdoor in de juiste vibe te geraken, maar eenmaal het jonge geweld door had dat je bij Amenra niet hoeft te pogoën en te stagediven om de muziek te beleven, waren we al een heel eind verder. Met de visuals slaagden ze er toch in om de juiste ingetogenheid te bereiken. Gelukkig waren er ook genoeg van harde stukken waardoor heel de wereld rondom ons gestolen kon worden. Volgende keer mag Amenra zonder enige twijfel op het hoofdpodium, ver weg van die vrolijke dansvloer.