Rock Herk trekt de laatste meer en meer de kaart van Belgisch, dus waren we er als de kippen bij om ook dit jaar aanwezig te zijn. Nieuw dit jaar was een festivalpodium in de camping dat we spijtig genoeg aan ons voorbij moesten laten gaan wegens geen tentbewoner. Sneu om er niet te kunnen bij zijn, want het werd gecureerd door Farrm.
Maar goed, er was nu al een overaanbod aan muziek want we konden terecht in de grote tent, de club, de Dansbaar en The Street. The Street is een heel leuk concept waar de band gewoon in het midden van het publiek staat, iets wat een heel andere energie teweeg brengt. Als band ben je dan in zekere zin kwetsbaar, maar het publiek dat iets wil zien moet er echt op tijd bij zijn, dus je hebt vanzelfsprekend ook het publiek van kenners rondom de band.
We waren tot onze spijt een beetje te laat want toen we van de parking naar het terrein wandelden hoorden we Nele van Peuk al van jetje geven met Gargamel. Doodjammer dat we niet dichter bij geraakten, want het klonk heel erg goed. De Limburgse band speelde een thuismatch, en dus was het moeilijk om nog een glimp van hen op te kunnen vangen. Leuk voor de drie dat er zoveel volk was. Voor ons iets minder, maar het leven is voor de rappen.
Vanachter de mensen muur konden we gelukkig nog een beetje genieten van Manipulated Rats en Dieduwa. Spijtig, maar helaas, de wetmatigheid van de festivals zegt dat je onmogelijk alles kan zien.
Op het hoofdpodium stond ondertussen Tessa Dixon, één van de winnaars van De Nieuwe Lichting, en kon daarom niet ontbreken. Tessa brengt dansbare beats in een soort triphop-stijl die wat doet denken aan Everything But The Girl, muziek die eerder past bij een donkere dansclub dan op een festival rond het middaguur. Ondanks de het relatief vroege uur slaagde ze er evenwel in om de sfeer van een donkere nachtclub een beetje op te roepen. Tessa zelf zat in de vibe, maar een groot deel van het publiek stond er onbeweeglijk naar te kijken. Met deze muziek en sfeer zou ze niet mis staan in het voorprogramma van pakweg Oscar And The Wolf, en wie weet zelfs op het podium van Tomorrowland.
Naar de club dan waar Mauro zijn opwachting maakte met Gruppo Di Pawlowski. We zagen nog niet zo lang geleden Mauro solo, een ervaring die niet altijd was wat we hadden verwacht. Een beetje bang afwachten dus. Iemand had ons evenwel gezegd dat Gruppo Di Pawlowski een fenomeen is. Dat bleek achteraf bekeken een understatement. Gruppo Di Pawlowski maakt super energetische muziek die het midden houdt tussen hardcore en punk. Mauro hoeft hier niet zelf de instrumenten te bespelen en kan zich dan ook helemaal concentreren op het frontmanschap en dat doet hij met verve. Bij aankomst gaf Mauro nog wat regie-instructies en in het publiek waren we getuige van het voorspel tussen twee rivaliserende moshpitcrews, blijkbaar gelden hier ook een soort van afspraken. De moshpit bij Mauro was er één van het ” levende flipperkast”-type. Om de beurt werd één of andere waaghals als bal gekatapulteerd. Mauro van zijn kant voerde de hitsigheid nog op door zijn “fluit” (no joke) te bespelen. Get Off The Floor, ge moet niet denken maar doen!
Wie het op Rock Herk echt wel gedaan heeft was dirk. Het viertal speelde op The Street, en wie daar een leuke plek wilde, moest vroegtijdig de fantastische set van Mauro verlaten. Dat
bleek geen luxe, want toen we toekwamen knalde de begingeneriek Que Sera, Sera reeds uit de speakers. We konden nog snel een plekje veroveren achter de drummer. Op deze plek is dat niet noodzakelijk een mindere plaats, want zo kan je alles prima observeren en toch uit de bol gaan. Op de eerste rij, voor zanger Jelle Denturck stonden de collega’s van Peuk mee te genieten, en bij één van de eerste nummers ging Nele de lucht in en dreef ze al crowdsurfend over de menigte. De set was goed gebalanceerd met naast de kleppers uit het debuut, ook nieuw materiaal dat evengoed gesmaakt werd. Jelle genoot er met volle teugen van, want het publiek ging helemaal uit de bol. Voor hem stonden een aantal fans die alle teksten integraal meezongen en die bijna een soort spiegel van Jelle vormden. Na Hit ging het even heel hard en dus checkte Jelle vlug of iedereen nog in leven was. Een heel tof moment was ook toen Jelle een crowdsurf tripje toebedeeld kreeg tijdens Fuck-up, en dat terwijl het publiek de tekst a capella bleef scanderen.
In de club was Metz aan de beurt. Deze Canadezen draaien al een tiental jaar mee in het undergroundmilieu en dat met noisy punkrock waarin hardcore-elementen, maar eveneens wat elektro in verwerkt zit. Veel volume, snelle drums, een schreeuwerige zang en zenuwachtige spots, meer moet je niet hebben om een wilde moshpit te creëren, terwijl het puur muzikaal na een aantal nummers toch iewat eentonig werd. Na deze set hadden we de keuze : The Sore Losers op het hoofdpodium of de innerlijke mens wat versterken. We kozen net niet uitgeput voor het tweede en brachten een bezoek aan de sofa’s bij de barbier.
Geen steak te vinden op het terrein, maar wel in de club Stake. De West-Vlamingen komen eind dit jaar met hun eerste plaat naar de AB, maar tijdens dit festivalseizoen kun je ze al een paar keer bewonderen. Opvallend is dat ze verder bouwen op dezelfde backcatalogue, waarom veranderen als het goed zit? In Herk kregen we een heel strakke set die zeer gesmaakt werd door de fans van het eerste uur, maar ook door toevallige passanten. De tent én de rest van het plein stond dan ook goed gevuld De heerlijk grommende gitaarrifs en stevige stem van Brent maakten het feestje dan ook af.
Op het hoodpodium was dEUS al even bezig met de set. En tja, dat is nu altijd het vervelende aan een festival, wil je er bij het begin van de set bij zijn dan moet je vroegtijdig vertrekken bij de vorige act. Bij deze tour van dEUS weet je evenwel direct wat moet missen, want ze spelen gewoon integraal The Ideal Crash. Wij kwamen aan tijdens One Advice Space. Het viel meteen op dat er weinig volk in de tent stond, en dat er terwijl rondom heel wat groepjes stonden te keuvelen. Het gebabbel bleek jammer genoeg ook sterk hoorbaar in de tent,wat een beetje voor een afknapper zorgde. Wij hadden dEUS ook op Cactus gezien, een plaats waar ze wél de aandacht kregen die ze verdienden.
De eerste dag afgelopen? Neen, we realiseerden ons dat er ook nog een afsluiter was in The Club : Sleaford Mods. Dit Britse duo brengt elektro-punk. Jason Williamson rapt en scandeert in een sappig dialect en dat terwijl zijn kompaan Andrew Fearn muziekjes maakt via zijn computer. Meteen krijgen ze van ons de prijs voor de meest diy-setting van het weekend, want die computer stond simpelweg opgesteld op een paar bakken bier. Naast het aanzetten van de muziekjes bestaat Andrews taak er ook nog in om die flesjes vocht leeg te drinken.
Superjob. Het klinkt een beetje onnozel om naar te kijken, maar het werkt wel heel erg op de heupen, en zo sloten we de avond uiteindelijk nog dansend af.