Boterhammen In Het Park werd dit jaar 30 en pakte deze week weer uit met een pak mooie namen uit de Nederlandstalige muziek. Van Ertebrekers over Bart De Pauw tot Jan De Wilde, ze passeerden allemaal de revue. Toeval of niet, De Wilde viert dit jaar zijn vijfenzeventigste verjaardag en zakte voor de gelegenheid af naar het prachtige Warandepark. Wij waren erbij. Het werd een middagje om in te kaderen.
Voor De Wilde het podium besteeg was het eerst de beurt aan Broeder Dieleman, Wannes Cappelle en cellist Frank Grapperhaus. De drie vonden elkaar een tijdje geleden en sloegen de handen in elkaar voor de prachtige ep Dit Is De Bedoeling. Als je hem nog niet gehoord hebt, doe jezelf een plezier en zoek hem op.
Hoewel ze maar een half uurtje te vullen kregen, werden het 30 memorabele minuten. Als drie moderne troubadours bezworen ze het publiek enkel en alleen met de kracht van banjo, gitaar, cello en het gezongen woord. Neem daarbij ook nog eens de innemende persoonlijkheden van Dieleman, Grapperhaus en Cappelle en hun bij momenten zeer relativerende bindteksten en je kreeg een dot van een show.
Ook het publiek smolt intussen voor het drietal en haalde, op aandringen van Cappelle, hun beste wolf in zichzelf naar boven, meehuilend met de muziek van het olijke trio. Kippenvel met brede glimlach.
Daarna was het aan de grootmeester zelve, bijgestaan door negen topmuzikanten, inclusief blazerssectie. De Wilde heeft lak aan regels en conventies en is bijna een genre op zichzelf. Zijn typische brom, tongue-in-cheek teksten en eigenzinnige, ietwat klassieke, maar steevast ironische teksten overstijgen ondertussen tijd en ruimte. Op zijn 75ste kijkt hij terug op een rijk oeuvre en brengt een best of. De grootmeester bracht zijn meest bekende songs, en even leek het of de tijd stilstond. Van Héhé over Een Vrolijk Lentelied tot een grondig vertimmerd M’n Tant Odile, ze passeerden allemaal de revue en toverden een glimlach op het gezicht van het publiek.
Over de bindteksten van De Wilde valt trouwens ook het een en ander te zeggen. De Wilde voert tijdens de songs een soort stand-up comedy op, zodat ook tussen de nummers het nodige verbale vuurwerk te horen viel. Op zijn eigen, quasi onhandige, steeds humoristische wijze, plakte hij de songs moeiteloos aan elkaar.
Naast de eigen songs was ook de stempel van die andere Vlaamse grootmeester, Lieven Tavernier, zeer hard te horen in de set van De Wilde. Ergens over halfweg vond de troubadour het moment gekomen om enkele songs van Tavernier “door onze strot te rammen”. De Fanfare Van Honger En Dorst, De Eerste Sneeuw en, dixit De Wilde, “het schoonste nummer dat hij ooit schreef”; De Verdwenen Karavaan, legden een prachtige, melancholische patina over het Warandepark. Verstilde schoonheid van een troubadour die zichtbaar geniet van de ontvangst, het publiek en het spelen van al die prachtsongs. Meer moet dat niet zijn op een warme, zomerse namiddag.