Visions of Atlantis is een Oostenrijks gezelschap, ontsproten aan de ambitie van vier heren die in het jaar 2000 beslist hebben om – wij citeren Wikipedia – “Een concept uit te werken, geïnspireerd door het geheim van Atlantis”. Muzikaal grote voorbeeld was de Finse symfonische metalband Nightwish.
Het blijken vier blokes (hoe zegt men dat in het Oostenrijks?) uit Styria te zijn, de Oostenrijkse deelstaat aan de grens met Slovenië, die met hun drums (véél trommels en cimbalen), bas (5 snaren), gitaar (7 snaren) en toetsenklavieren een metalcombo neerzetten dat wordt aangevoerd door een mannelijke én een vrouwelijke vocalist. Kwestie van de eeuwige strijd tussen goed en kwaad al maar meteen in Het Concept te betonneren.
Volgens de door ons ingewonnen inlichtingen is het oorspronkelijke concept op de recente albums aangevuld met – ahum – ‘het piraten-thema’, hetgeen zich vertaalt in de beeldvorming die de band van zichzelf verspreidt. Wij ontwaren nog nergens een tafelpoot als beenprothese of een haakhand, maar voor de rest oogt het als een vervaarlijk zootje zeerovers dat de spannendste symfonische stormen trotseert op de woeste baren des levens…
Napalm Records, niet de minste platenfabriek in de metallurgische sferen, ziet blijkbaar al jarenlang brood in het concept.
Afgaand op de nieuwe single – Monsters – en de ermee gepaard gaande videoclip, werden kosten noch moeite gespaard om het ding op de wereld te krijgen. Ongetwijfeld op basis van heel wat production-sheets en vermoedelijk herhaaldelijk overschreden budgetten.
De single is de voorloper van het nieuwe album Pirates II – Armada dat via Napalm Records zal worden gereleased op 5 juli.
Het verhaaltje gaat over een eenzaam piratenmeisje (de zangeres van de band) dat op haar kamer opgesloten ten prooi valt aan heur innerlijke monsters, die “put all my dreams away”, maar die het uiteindelijk toch blijkt te hebben over haar piratenman (de zanger van de bende, die zijn uiterste best doet om er zo brutaal en woest mogelijk uit te zien en te klinken). Die houdt zich in een of andere kelderkroeg onledig met rum en de andere piet-piraten van zijn gang (dat moet dan wel de rest van de band zijn), waarvan de vocale aanvoerder op het eind zijn woede stilt door de verrader boudweg de keel over te snijden. Of zoiets.
De muziek bevat alle clichés die bij het begrip ‘symfonische metal’ als donkere onweerswolken voor ons geestesoog opdoemen: de overdaad aan pathetisch drama, de obligate virtuoze gitaarsolo, de voorspelbare melodielijnen, de ingetogen stukken en de daaropvolgende bombastische ‘ontladingen’, tot en met het onbedaarlijke headbangen waar metalheads het patent op hebben. Het leven van een piraat gaat nu eenmaal niet over rozen.
Er valt in het geheel niks af te dingen op de technische kant van het zaakje. De muziek is opgenomen in een ‘betere studio’ met gebruikmaking van de allernieuwste technieken. Hetzelfde moet gezegd van de video: een dure productie volgens het boekje, die echter verdacht veel lijkt op de videoclips die de band eerder op de wereld heeft losgelaten.
Met pyrotechnische snufjes en alles erop en eraan. Maar uiteindelijk blijft het, ons bescheiden inziens, een mager idee om een volledige rockband op te hangen aan een niet nader genoemd geheim van een mythisch eiland dat ongeveer 10,000 jaar voor Christus ten gevolge van een grootschalige catastrofe plotseling verdwenen zou zijn.
En toch brengt de band weldra zijn negende album uit, waarvoor alleen maar respect.
Je had het al geraden: wij zijn niet zo’n fan, maar voor wie ervan houdt is dit ongetwijfeld een geluksmomentje.
Het is hen gegund.