Er is iets flink mis met de Nederlandstalige, Vlaamse muziek. Flashback naar de eighties en nineties, open een boekske uit die tijden en je zal lezen: “Er is iets flink mis met de Nederlandstalige, Vlaamse muziek.”
Want wat hebben we nog? Prefab-groepjes die zangpaleizen uitverkopen voor en door prefab-mensen. Clouseau doet onnozel in onnozele tv-shows. En er is Helmut, sorry, Hellmut Lotti die metal ging en gaat. Volgend jaar in de platenwinkel: MC Helmut – Yo Bitches – Lotti Goes Hiphop. Of Rastamon Lotti Goes Reggae-Ganja Vibration. Niet dat we daar op tegen zijn, de man is een toffe peer en hij amuseert zich, wat, in de eindafrekening, het belangrijkste is en blijft.
Want wat of bovenal: wie hebben we nog? Juist, ja, Günther Neefs. We noemden hem hier al onze grootste Vlaamse zanger, en daar hadden we zo onze redenen voor. En één reden was zijn verzamelaar De Kracht Van Muziek. Een andere is zijn stem. En de belangrijkste: Neefs blijft niet onder de kerktoren zitten om er een passerende kermiskoers voorbij te zien sjezen, hamburger en pint in allerlei handen. Nee, Neefs ontdekte ooit Amerika via de Route 66, leefde onderweg op soul food en dat is op zijn maag blijven liggen en dat ligt daar goed.
Getuige Ik Kan Het Nog, broeierig achtergrondkoortje, geweldige percussie. En met een tekst op naam van Belinda Meuldijk, die hetzelfde ooit deed voor Rob de Nijs.
Kortom: prachtsingle. Kan zo op StuBru. Kan eigenlijk overal op. Doe het dan hé, radiozenders van dit vlakke land wat het zijne is.