Muziek luisteren anno 2020 heeft zo zijn voor- en nadelen. Dankzij de streamingdiensten heb je letterlijk en figuurlijk toegang tot alles en nog wat, maar de val is ook dat heel wat platen het met een enkele luisterbeurt moeten stellen. Of dit ook het lot zal zijn van de nieuwe Tame Impala weten we nog niet. Wat sommigen ook mogen beweren, Currents is een meesterwerk en een plaat die bol staat van tijdloze indiepoppareltjes waar menig band een massamoord voor zou plegen. Maar of dat op de nieuwe nu ook zo is?
Na een radiostilte van zo’n vijf jaar waren de verwachtingen tot het uiterste gespannen. Nooit hadden we gedacht dat de band rond Kevin Parker met hun nieuwste terug zouden keren naar hun begindagen van Lonerism en InnerSpeaker. Waarom zouden ze? Het concept dat laveert tussen disco (en dat is het!) en melancholische psychedelische indiepop heeft van Tame Impala net geen stadionband gemaakt. Waar we wel op hadden gehoopt is dat The Slow Rush het niveau van Currents zou kunnen evenaren. Op het eerste gehoor (zelfs op het vijfde) zouden we durven zweren dat ze dat op een paar tracks na (Lost In Yesterday en On Track) geen enkele keer doen. Meer zelfs, The Slow Rush lijkt bij momenten door zijn oppervlakkige meligheid en vooral eentonigheid soms aardig op de zenuwen te werken.
Het probleem is dat The Slow Rush veel te krampachtig de voetsporen van Currents opzoekt. De ingrediënten zijn, op wat funky geluiden na, krak dezelfde als op het hitalbum en het zou evengoed een bonusplaat van Currents kunnen geweest zijn. De zelfde briljante melancholische poppy sfeer, maar met songs die zelden of nooit uit hun cocon kruipen, hoewel een song als It Might Be Time ons dan weer knalrode wangen bezorgt dat we zoiets durven te schrijven. Of The Slow Rush een blijver is zullen we je, net als alle andere mensen, binnen een paar maanden weten te zeggen. Maar dat het van hetzelfde laken een identieke broek is staat buiten kijf.