Vraag ons niet waarom, maar in de jaren 80 was het uiterst cool om met Duitse namen te pronken. Toegegeven, de vaak ijskoude klanken pasten uiterst goed met de taal van de Teutonen. Zonder emotie, straight to the point.
Het was in dat decennium dat Rudi Huybrechts met zijn muziekjes begon. Een onbekende, gewoon één van de vele huiskamerartiesten die gewapend met allerlei synthesizers met de meest verslavende liedjes op de proppen kwam. Omdat Rudi Huybrechts op een platenhoes nogal flauw lijkt, koos de Belg voor het pseudoniem van Schicksal.
Op de 12” 24 Hours op Antler Subway na (het new beat-label par excellence) vertoefde Rudi in obscure kringen. Maneuvers in het donker werd dat in de jaren 80 genoemd. Voor de jongere lezers: een muziekprogramma op de BRT (!) waarop DIY-artiesten met een liefde voor synths een forum kregen. Tja, toen kon dat nog. Muziek die zelden boven het wateroppervlak kwam, maar om aandacht schreeuwde.
Het is dan ook geen wonder dat kenner en verzamelaar Lieven De Ridder vond dat het tijd werd om het werk van deze Belg op een vinylplaat uit te brengen. Het resultaat kan je horen op 365 Days, een collectie van 12 songs die zijn opgenomen in een tijdspanne van 30 jaar en aangekondigd worden als de ontbrekende schakel tussen de EBM en de new beat.
We zijn er meestal als de kippen bij om dit soort stickers van onze platenhoes te verwijderen, maar in dit geval is het een omschrijving die klopt als een bus.
Door de afwisseling van de analoge en de digitale beats (30 jaar, weet je wel) lijkt het wel alsof je in een verloren tijdszone terecht komt die je doet twijfelen aan de melancholie van de minimal wave en het feestgejoel van de new beat. De songs van Schicksal zitten er inderdaad altijd wel ergens tussenin en dat maakt van 365 Days een zeer interessante plaat.
Soms zijn het monotone beats, net alsof iemand zich met een Atari-console amuseert (herinner u hoe je in 1982 tennis speelde met een videospel), en dan zijn het weer de tijden waarin jongeren de sterren van de Mercedes-wagens aftrokken om daarmee in de danstempels te staan pochen, of noem het de jaren toen Ingrid Berghmans haar volk aerobic aanleerde.
Simpele beats, maar wel onweerstaanbaar. In iedere track hoor je wel iets van Front 242 weerklinken, maar ook dat vormt geen domper op de pret. Het zijn gewoon songs die, vaak met militaristische drumcomputers, proberen je op de juiste tonen van de dans der onschuld te doen swingen.
Typisch eighties dus, maar wel excellent. Of om het met een oneliner uit die periode te zeggen: in rhythmus bleiben!