We weten al lang dat Rudy Trouvé veel in zijn mars heeft en echt wel een artistieke duizendpoot is. We schrokken er dan ook niet van dat hij met een theatervoorstelling op de proppen kwam. Ook dat deze voorstelling omschreven wordt als een “psychedelische afdaling in de hel” kwam niet echt als een verrassing. Trouvé denkt niet in vakjes en creëert ook niet in een bepaald genre. Toen we vernomen dat hij zijn muzikale kompanen Mauro Pawlowski en Elko Blijweert bij dit project betrok, waren we wel benieuwd naar het muzikale stuk van dit schouwspel.
De soundtrack bestaat uit twee delen. Het eerste deel Screenbestaat uit 10 nummers die Trouvé samen met Pawlowski en Blijweert schreef. Hiervoor zou het trio inspiratie gehaald hebben bij Raymond Scott, Can, Neu!, Harmonia, Brian Eno en Wendy Carlos. Op deel twee Crossroads, vinden we 11 nummers van blueslegende Robert Johnson die vertaald zijn naar het Nederlands door Gunter Nagels. Warre Borgmans neemt hier de bluesstem voor zijn rekening.
Het Screen-deel is heel avontuurlijk. Openingstrack Previously On Screen is een mysterieuze, donkere track waar Borgmans ons gidst door het donkere brein van Trouvé. Bij How We Met en A Perfect Killing komt Air even om de hoek kijken, zeker met de Franse tekst van Cloë Beillevaire.
The Reptilian, Main Theme In A Bar en Driving zijn drie instrumentale pareltjes. Donkeymasks en The Mime Show (met een demonische Borgmans) laat ons terugdenken aan de Birthday Party: even donker en gevaarlijk. The Endless Carpetwalk is minimalistische elektro waarop Jeroen Stevens een Duitse tekst inspreekt en dat blijft zes minuten lang boeien. De afsluiter van het eerste deel The Great Quiz klinkt als de begintune van een kwis uit de jaren 80, fijn dat dit nummer maar 20 seconden duurt.
Deel twee Crossroads, de vertaalde nummers van Robert Johnson, klinken minder boeiend dan het eerste deel. Waar Borgmans nog overtuigde in het eerste deel met The Mime Show, stelt hij teleur in het tweede deel. Hierin probeert hij op elk nummer als een schurende Tom Waits te klinken wat geforceerd overkomt en de muziek niet ten goede komt. Want die is wel uitdagend maar alles word kapotgeslagen door Warre. Had Arno of Tom Barman deze songs gebracht, het was een perfecte match geweest. Maar ja, dit is muziek bij een voorstelling en dan heb je een acteur nodig. Warre is een prima acteur, maar de blues zingt hij niet zo best en het klinkt allemaal een beetje als een bluesmusical. Afsluiter Alle Liefde Zoek is een flauw musicalnummer en sluit de plaat in mineur af, spijtig.
Conclusie: een heel fijn en avontuurlijk eerste deel. Deel twee is waarschijnlijk enkel fijn voor de mensen die de theatervoorstelling zagen.