NOIA LLUNA: je schrijft het standaard met hoofdletters, je spreekt het uit als noia loena en het betekent iets als ‘maanmeisje’ in het Catalaans, maar bovenal is het een groep die met Pillow Fights hun eerste ep uitbrengt. De titel klinkt intiem en tegelijk pijnlijk, alsof het gaat over koppels die niet met en niet zonder elkaar door het leven kunnen. Frontvrouw Alexandra Gadzina schrijft poëzie en studeert jazz, maar debuteert hier met vier nummers die duidelijk beide invloeden met zich meedragen, en toch iets compleet anders brengen.
Krasse gitaren trappen het titelnummer op gang. De opener van de ep Pillow Fights kregen we een maand geleden al als single te horen en klinkt bij elke luisterbeurt beter. Echoes begint dan weer met dromerige klanken, alsof we wel ontwaken maar niet hoeven op te staan. Toch is dit nummer allerminst lui te noemen: het samenspel van de zang en de instrumenten die alle kanten op kaatsen klinkt heerlijk fris. Roof ademt net zo’n sfeer: een surrealistische tekst leidt hier naar een fantastisch refrein dat nog lang nazindert.
Alsof ze dit alle dagen doen, gooit NOIA LLUNA er als afsluiter echter nog een Nederlandstalig nummer tegenaan. Op Binnenstebuiten valt alles in de plooi: hier klinkt Alexandra’s stem op haar krachtigst, echoën de snaren het weemoedigst en wordt een ongrijpbare schoonheid het prachtigst bezongen, terwijl voortdurend de fatale afloop van een film noir om de hoek loert. Regels als “Denk aan haar irissen die scheuren en het hemelsblauw van haar ogen op papier, tot een stilleven bedaard” en “Wanneer ze met haar blik urenlang doolhoven tekent op ’t plafond” klinken uiterst theatraal, maar wel buitengewoon meeslepend. Tot de laatste gitaar zachtjes uitgehuild is en NOIA LLUNA ons weer achterlaat, bij een uitgestorven motel aan de eindeloze snelweg, in de bloedrode zonsondergang.