De tiende alweer, deze A River Running Through Your Heart van Eric D. Johnsons band Fruit Bats.
Tien nieuwe nummers als we de dezer dagen obligate intro van vijftig seconden Dim North Star niet bijrekenen.
Na deze ietwat weemoedige intro worden we meteen vergast op het vrolijk kabbelende Rushin’ River Valley. Laagjes optimistisch gitaarwerk omlijnd door een sprankelende piano en aangedreven door lekker stuwende basklanken. Eric’s stem doet de rest met als uitsmijter een hoog falsetto uitvalletje.. Hier word je meteen blij van. Een trip down memory lane naar onschuld en liefde vermengd met wat pijnlijke randjes. Heerlijk gewoon.
See The World By Night. Het tempo een tikkeltje naar beneden. Een eerder luie, warme groove die je een beetje weg doet soezen in gelukzaligheid.
Erics roadtrip neemt ons verder mee naar Tacoma met alweer optimistisch klinkende riedels van zowel gitaar als toetsen en harmonische zanglijnen waar je zowel de contouren van de Bee Gees als van de Beach Boys in kunt ontdekken. Zelfs de schaduw van Roy Orbison komt goedkeurend om het hoekje piepen.
Van Tacoma naat L.A. is maar een kleine stap voor Eric op deze muzikale reis. Waking Up In Los Angeles kon echter evengoed over gelijk waar gaan, getuige de tekst : “And the words to this song -while geographically specific- they could apply to anywhere.” Dit nummertje heeft ook zo een lome beat om bij weg te mijmeren, begeleid door een lekker orgeltje dat ritmisch op de achtergrond meedeint.
Met enkel zang en akoestische gitaar opent het fragiele We used To Live Here. En zo eindigt het ook met een klein intermezzo van bas en wat elektrische gitaartoetsen tussenin. Een rustpuntje.
Het bemoedigende It All Comes Back mag gerust één van de hoogtepunten van het album genoemd worden en was dan ook terecht één van de singlekeuzes. Het is een mooi nummer met een nogal nostalgische en tegelijkertijd optimistische feel. Een relaxte beat, open gitaartjes, een functionele bas, laagjes keyboards en Erics warme stem.
In Sick Of This Feeling gaat het tempo weer iets de hoogte in en worden de falsettostemmetjes weer opgerakeld. Het nummer klinkt verrassend luchtig in tegenstelling tot wat de titel zou doen vermoeden.
Ook op het gezapige, ietwat psychedelische The Deep Well is het zalig wegdromen. Na een droge drumbeat wordt de song voornamelijk gedragen door stem en synthklanken. Er komt zelfs een kermisorgeltje aan te pas.
Het zweverige instumentale Meridian komt een beetje overbodig over op deze verder evenwichtige plaat of er was misschien beter geopteerd om de plaat hiermee af te sluiten.
De echte afsluiter van de plaat is Jezus Tap Dancing Christ geworden (It’ good to be home). Een strakke beat, sobere begeleiding en een mooie melodie.
Sfeervol evenwichtig plaatje voor een zonnige lentemorgen op Merge Records.