De nieuwe Fleddy Melculy is meer Korn en minder Metallica geworden. Op hun nieuwe vierde album, Antichlist, spuugt Fleddy als vanouds zijn gal uit over alles wat hem frustreert. Van oud worden, mannenemancipatie, fake news, koude voeten tot de wereld die naar de kloten gaat.
Opener Let’s Go is het perfecte nummer om de plaat én een show te openen.
De eerdere single Vandaag Nog Wel, over de snel veranderende normen, kunnen we nog altijd meezingen. Het bevat zelfs een, bij jongeren momenteel terug volledig omarmd, Limp Bizkit jump-stukje.
Fake doet ons, bij momenten, denken aan I-E-A-I-A-I-O van System Of A Down. Nee! Is vintage Fleddy en onze favoriet Dudedeedurtwo gaat meer de hiphop-toer op en daar houden we wel van. Fleddy rapt op dit nummer ook overduidelijk, terwijl het er op de vorige platen nooit zo dik bovenop lag. De arrangementen maken er een echt crossover-nummer van dat zo in de jaren tachtig had geschreven kunnen zijn. Denk aan Dog Eat Dog of Rage Against The Machine.
Melvin steekt er ook met kop en schouders bovenuit wat betreft het meest beklijvende nummer. Het vertelt het verhaal over een fan waar Fleddy een sterke band mee had opgebouwd en die in 2021 is overleden.
Op Geen Tijd Voor Spijt beukt Fleddy weer als vanouds. Hij kaart het feit aan dat zijn kinderen opgroeien in een wereld vol pandemieën, oorlogen, aanslagen… Kortom de wereld was vroeger echt wel een pak beter (of leek toch zo). Geen Nieuws gaat op hetzelfde elan verder.
Behang springt er opnieuw uit. Eigenlijk is het meer een gedicht van Fleddy op gitaarfeedback. Korrel Zout is opnieuw onversneden hiphop op gitaren. Alsof de leden van The House Op Pain nog eens opnieuw gaat zingen op het gitaargeweld van Helmet, denk aan Just Another Victim.
Hoe een irritant ping-geluid toch een extra dimensie krijgt, horen we in Vroeger Was Alles Beter. Bij Midlife Cri666 horen we terug heel wat System Of A Down. Dat ligt vooral aan het feit dat Fleddy’s stem alle kanten opgaat. 48 Barz is pure hiphop met Fleddy aan de zang. In afsluiter Slavendrijver neemt Fleddy’s broer Sieb de zang voor zijn rekening en maakt op een fantastische manier komaf met zijn broer, de leader van de band.
Wie dacht dat Fleddy’s liedje na drie langspeelplaten uitgezongen was, is eraan voor de moeite. Antichlist laat een andere Fleddy horen, eentje die meer experimenteert zonder daarbij zijn jaren negentig-roots uit het oog te verliezen. Fleddy Melculy mag dan een gimmick zijn voor de metalpolitie, who cares als het zo goed gemaakt is. En met sommige teksten hebben we weer eens goed kunnen lachen. Gelukkig dat De Fanfaar ooit de begeleidingsband werd van Urbanus zelve, anders hadden we misschien nooit Fleddy Melculy leren kennen.