Juist, geen echte lp, wel een soundtrack die in feite een samenraapsel is van oudere Bowie-songs, wel een plaat die menig leven overhoop heeft gegooid. Ik had eerder wel van Bowie gehoord, Fashion en Ashes To Ashes kende ik uit de top 30 en Heroes zat al in mijn vinylcollectie toen ik negen of acht was, en om één of andere reden bleef ik naar dat blauwe hoesje staren. Hij was gewoon anders dan anderen!
In 1981 veranderde echter mijn leven compleet. Er was een boek uit die iedereen moest lezen, en er bestond een film van waar je niet om heen kon: Christiane F., wir Kinder vom Bahnhof Zoo. Lag het aan de mooie ogen van Natja Brunckhorst die het Duitse heroïnehoertje vertolkte? Was het de aantrekkingskracht van haar vriendinnetje Babsi? Was het de drang om los te komen uit de greep van mijn geliefde vader? Ik weet het nog steeds niet, maar ik daagde het lot uit en werd een heel ander mens. Goed of fout? Daar zal men in het hiernamaals wel over beslissen…
Voordien had ik ook wel idolen (zelfs Walter Grootaerts was er één toen die zijn eerste plaat met De Kreuners opnam!), maar de verschijning van Bowie in de film (ofschoon het maar een paar minuten duurde) had iets goddelijk. Onaantastbaar, een god (neen, de god!) gehuld in een roodlederen jacket met knalwitte haren. Het contrast van kleuren kon niet groter. Hoewel Bowie naar verluidt in deze dagen clean was (hij woonde zelfs niet meer in Berlijn) zag hij er nog als een junk uit. Een coole junk, niet degene die je in de toiletten aantreft.
Bowie was (is) mijn idool die me het licht liet zien, maar ook de duisternis en ik denk dat het dat laatste is waarmee ik voor het eerst werd mee geconfronteerd toen ik de film zag, en vooral de muziek hoorde.
Ik had toen geen flauw benul wat de Berlijn-trilogie was (ofschoon ik de muziek van Low zeer goed kende), maar de stad leek één te zijn met Bowie. Het decadente van de metropool, de aantrekkingskracht van de Muur, de fantasiestad waar alle verloren ziel verzameld zijn. Iets deed me denken dat de hele stad rond Bowie draaide. Mooi niet dus, maar in gedachten was dat wel zo, zo zal ik de Kurfürstendamm altijd wel met Sense Of Doubt linken of zal de Mercedestoren in mijn hoofd altijd wel de plaats zijn waar ik de onsterfelijke woorden “We can be heroes, just for one day. We can be us, just for one day.” wil schreeuwen.
Ik ben er nooit geraakt. Nu hoeft het niet meer, ik wilde het Berlijn van Bowie zien. Gewoon omdat Bowie alles voor me betekende, niet alleen de ontdekking van de seksualiteit (of net de twijfel daaromtrent) maar ook de drang naar de verboden vruchten, de eerste sigaret die ik in mijn leven opstak was gewoon omdat ik Bowie wilde zijn. Een held naar wie je je wil spiegelen. Is het gezond dat een dertienjarige die er helemaal niet op leek, voor de spiegel dacht dat hij Bowie was? Neen. Ik verfde mijn haar. Bowie doet het, dus het was cool! Wat de woedende leraar of mijn oma ervan dacht deed er niet toe.
Alles wat Bowie deed was cool. Uren staarde ik naar zijn beeld (als je ze optelt kom je wellicht aan weken), hopen dat hij ooit zijn hand op mijn schouder zou leggen zoals hij dat bij Christiane deed. The father figure die iedereen nodig heeft, ook al speelde het voorbeeld zelf iedere dag met zijn leven door de witte streep van de baan weg te vegen. Uiteraard ontmoette ik mijn held nooit. Wat zou ik tegen hem moeten zeggen? Je bent de zoveelste die naar je opkijkt en in zijn binnenste zoals jij wil zijn? Wel kreeg ik het orgasme van mijn leven toen ik recht voor hem stond in Vorst Nationaal.
In mijn hoofd zit hij iedere seconde, zelfs nu hij tussen de sterren leeft en in mijn fantasie een praatje met mijn vader maakt. Misschien dankt mijn vader mijn idool, omdat het dankzij hem is dat ik uit de massa ben weggebleven. Of heeft mijn vader hem een schop in de kont omdat het zijn schuld is dat ik niet ben geworden wat iedere vader wil? Vertel het me later pa…
Iedere song heeft een aparte betekenis. Station To Station en dan dat moment waarop hij de woorden zingt: It’s not the side-effects of the cocaine, I’m thinking that it must be love. De naald die door de arm gaat, beseffen dat muziek ook de donkere kant van het leven toont.
Ik kwam na het ontdekken van de film nadien in een vreemde wereld terecht, al mijn vrienden waren veel ouder dan mij en ze bleken allen datzelfde te hebben als ik: Bowie was hun God. En hij werd de mijne.