Balthazar, één van de weinige Belgische bands uit de geschiedenis die geen introductie nodig heeft, bracht op 25 januari een nieuwe plaat uit. Dat de Fever in deze barre winterse dagen op efficiënte wijze de koortsachtige zenuwachtigheid rond dit nieuwe album prinsheerlijk in de verf zet, is mooi meegenomen. Balthazar is de enige Belgische band ooit die haar drie platen verzilverd wist met telkens een MIA award voor beste album. Nooit vertoond. In feite zou dit op de nieuweling een druk kunnen leggen die verlammend werkt, maar na het beluisteren van de plaat blijkt de Kortrijkzaans-Gentse alliantie er heel pienter te zijn mee omgegaan. Het triumviraat Applause/Rats/Thin Wallswijkt immers muzikaal behoorlijk af van de nieuwe stijl die Balthazar inkleurde op deze Fever. De sound die we gemakshalve omschrijven als een kruising tussen Grizzly Bear en Absynthe Minded maakt immers plaats voor een commerciëler en zomerser geluid, en dat in volle winter begot. Indierock wordt feelgoodrock. Hoe reageert MIA hierop? Tijs Delbeke kwam vorig jaar Patricia Vanneste in de line-up vervangen, dit voor de volledigheid. Voorts geen klachten ook over de frisheid van schrijfgeest na alle uitstapjes genre Warhaus (Devoldere), Zimmerman (Casier) en J. Bernardt (Deprez).
Titelnummer Fever opent de debatten en mikt meteen resoluut op heupen en benen. Een warme song met een onweerstaanbaar gitaarriedeltje en opzwepende percussie. De melodie en de samenzang maken het plaatje compleet. Een song die net als een stevige cocktail alle zorgen doet wegebben en naar meer doet verlangen. ‘I get the fever everytime you cross my mind’. Het zal niet de laatste keer zijn dat we vol ongeloof luisteren en ons de bedenking maken “hoe is het mogelijk dat deze songs nooit eerder geschreven zijn”. Dezelfde vrolijkmakende percussie domineert Changesdat voor het eerst knipoogt naar de Lalalover-stijl, wat Wrong Faces wel erg nadrukkelijk doet. Elk nummer op de plaat baadt in dezelfde lichtvoetigheid die echter op geen enkel moment flets of voorspelbaar wordt. Okselfris en aanstekelijk zijn betere adjectieven.
Watchu Doin’ vertraagt het tempo maar drijft tegelijk de spanning op. Het dEUS ten tijde van Pocket Revolution overmeestert onze gedachten. De meerstemmigheid die de apotheose inluidt accentueert het hypnothiserende karakter dat dit nummer uitstraalt en zorgt voor een perfecte overgang naar Phone Number dat King Krule lompweg vergat te schrijven. Devastations zijn ook prominent aanwezig. De koorts laait weer op bij Entertainment dat een hoog Taxiwars-label opgekleefd wordt, maar wat een onweerstaanbaar nummer. Die meerstemmigheid, die blazers. We zijn het tweede deel van de plaat in gehuppeld, fluitend en volledig zen. I’m Never Gonna Let You Down Again is geen Depeche Mode-pastiche maar een briljant staaltje grootstadfunk. Nummer na nummer neemt Balthazar ons steeds meer in een zaligmakende wurggreep. De verwijzing naar Lalalover kan hier onmogelijk geveinsd worden, maar wat kan het ons schelen, de song zwingt als een tiet en dat levert bij vriestemperaturen best heerlijke gedachten op.
En kijk eens aan. ‘I thought about your concept till I couldn’t breathe no more’ en dit zijn exact onze gedachten tijdens Grapefruit. Dat we nu al staan te shaken op fruit vraagt gewoon om een blender J Balthazar perst er de enige sappige song na de andere uit. We naderen tot onze droefnis het einde van onze koortsopstoot maar krijgen nog het geweldige Roller Coaster op ons bord. Opnieuw ontstuimige grootstadfunk met overrijpe blazers. Afsluiten doen we heup –en kontwiegend op een bedje van sensueel armgekronkel met You’re So Real.
Fever klinkt in haar totaliteit als een zomerfestival waarop de beste songsmids geprogrammeerd werden, de cocktails met parasol geleverd worden en er per combiticket een gratis massage kan worden gedownload. Het is verdomd lang geleden dat we nog lyrisch werden van een plaat zonder overstuurde gitaren, zonder scheurende hooks en versplinterende drumpartijen. Maar Balthazar lapt het ons alweer, we zouden er bijna hopeloos van worden. Maar daarvoor is geen tijd, we zijn de songs van Fever aan het neuriën, en als u ons nu wil excuseren.