Wat een modderfokker van een plaat. Opex. Arno is dood. Leve Arno. Tien nummers lang viert hij het leven en de muziek.
De Opex, beste vrienden, is meer dan een goed verborgen wijk in Oostende naast een kilometers groot bassin dat Napoleon liet aanleggen. De Opex, dat is één familie. Wij samen; met de rest van de stad hebben we weinig te maken. Hier wonen en woonden de vissers. Kroegen genoeg indertijd, voor de zeebonken en de meisjes van plezier.
Tijden veranderen. De vissers zijn met pensioen en aan de overkant van de baan worden duizenden sjieke appartementen gebouwd. Op een paar cafés na, zijn ze allen verdwenen. De visserij is grotendeels naar de verdoemenis. Volgende week, wanneer de plaat van Arno in de winkels ligt, is er ludiek protest, want twee van de laatste volkscafés gaan tegen de vlakte. Er komt een lelijk loftengedrocht in de plaats.
Ondanks de pijn van de rotkanker tijdens de opnames, is Opex vintage Arno. Zijn stem klinkt bijwijlen jong dan weer oud, soms iel en schriel. Muzikaal valt er veel te beleven, de blues speelt een belangrijke rol.
Arno haalt herinneringen op aan Mon grand-père. Nog meer familie is er met zoon Felix die de beats levert voor opener La vérité, en broer Peter haalt zijn sax boven voor een duet met Arno op harmonica tijdens I’m not gonna whistle.
Arno die One night with you doet als een sloophamerblues. Het eerste plaatje dat de de jonge Arno hoorde van Elvis, ergens in 1958. De schurk. Ik zie zo zijn oogjes blinken als hij zingt hij van One night in you.
Dikke merci.