Ze komen natuurlijk uit Australië, wat altijd ver van hier zal zijn. Maar ze doen dat goed, ver van hier zijn, in zulke mate dat ze zeker niet ginds moeten blijven want, suggestie van de chef: kom naar hier.
The Murlocs. Ze wisselen kabaal om met lawaai en zowel hun kabaal als lawaai zijn goed. Zoals in opener Subsidary: Jajaja, ram het erin, een heipaal los door het hoofd, een feest in brand en geen brandblusser binnen bereik.
Of Ballerine Ballerina wat een beetje een stomme songtitel is – poëzie aan de keukentafel bovenop een keukentafelkleed, rood met witte vakjes. Maar weer eens een bom en geen zachte. Doet wat denken aan The Saints die in 1976 ook kwamen van een door haaien omgeven eiland tot die haaien net voor de kusten Neighbours op hun tv ontdekten.
Na het horen en beleven van Livin’ under a Rock hebben we overigens besloten ons nooit meer te wassen. Want we willen er zo vuil en smerig uitzien als zij klinken. Héhé, dat spaart weer wat uit.
De singles Compos Mentis en Virgin Criminal staan op deze site al te blinken, geen dank, maar er is ook Bowlegged Beautiful waarin dingen lijken op vroeger en de jonge Mick Jagger op zijn ‘mondmuziekske’ hijgt en blaast.
Zijn ze dan alle twaalf goed? Nee. Wickr Man is hun versie van Parklife maar Blur ga je niet verbeteren. En The Ballad of Peggy Mae – wie dat ook mag zijn – had akoestisch gekunt want minder is meer. Altijd, overal.
En voor wie enkel het laatste lijntje leest of snuift of whatever: verdomd goeie plaat.