Bandnamen met een handleiding, er zijn er hier al een paar gepasseerd. Neem nu Kin Gajo; volgens de band is dat de samenvoeging van “Kin” wat groep of clan betekent, en “Gajo” wat Romani is voor een persoon die dichtbij of in een maatschappij leeft zonder er echt deel van uit te maken. Buitenbeentjes dus. Āku is dan weer Maori voor “wat van mij is”.
Iedereen nog mee?
Gelukkig is de muziek een stuk minder ingewikkeld. De accordeon van Stan Maris en de saxofoon van Werend Van Den Bossche staan centraal in de composities van Kin Gajo. Drummer Tom Peeters houdt de boel subtiel en ingetogen samen. Een bijzondere combinatie die bijzonder goed werkt!
We horen spannende, (al dan niet verre) oosters getinte jazz, hier en daar gelardeerd met elektronische inputs en ritmes die wat doen denken aan trapmuziek (Home Of Nowhere, Clan of Three Streets) of vertraagde drum-‘n-bass (Whatever You Feel Like). Nergens komt hun geluid evenwel ook maar in de buurt van het vaarwater van hemelbestormers als ECHT! bijvoorbeeld, die van dergelijke ritmes hun handelsmerk gemaakt hebben.
Dit soort fusion-jazz is wel zo’n beetje een dingetje momenteel in de Belgische jazzscene, maar nooit klinkt Kin Gajo zoals andere Belgische bands die dit pad bewandelen. Het trio houdt de nummers veelal klein en ingetogen, hier en daar met een dreigende ondertoon. Het is echter vooral de unieke combinatie van, een soms dronende, accordeon en de sax van – een alweer virtuoze – Werend Van Den Bossche die het verschil maakt en Kin Gajo doet uitsteken boven het maaiveld.
Een interessante ep dus en nog maar eens een boeiende toevoeging aan de sowieso al exploderende Belgische jazz scene.