Zowat ieder artikel die je op het net aantreft over BRLRS vangt meestal wel aan met de oorsprong van de naam. Om de clichés alle eer aan te doen, herhalen we graag dat je BRLRS als Breelers moet uitspreken en dat het allemaal iets te maken heeft met zowel het dorpje Brielen als het gelijknamige werkwoord dat zo veel betekent als prutsen. Nou, dat weet je ook weer!
Wat je misschien ook weet is dat BRLRS lawijt maakt, gelukkig wel van het soort dat je niet afzet. Ten minste als je houdt van stevige stonerrock dat graag flirt met punk en ouderwetse hardrock.
In 2020 zag de toekomst er voor Olivier Verniers (gitaar, stem), David Ponette (gitaar), David Oto’o Samba (bas) en Bruno Piers (drum) best stralend uit. Een momentum zoals dat heet, maar toen besliste een kwaadaardig virus erover dat we bijna twee jaar in ons kot moesten blijven.
Gedaan momentum, maar na duizend godverdommes besloot de band om niet bij de pakken te blijven zitten en van nul te herbeginnen. Lees: de lange weg die een band moet afleggen om gehoord te worden, want van herbronning is geen sprake. Op hun debuut All I Can Be klinken de Oostendenaars immers nog steeds zoals voorheen: luid, zonder compromissen en recht in je smoel. Soms doet het pijn, gelukkig levert het ook keigoede songs op.
Olivier Verniers is het soort zanger waarvan je je afvraagt hoe het komt dat hij nooit zijn stem verliest. Een brulaap zoals we het graag hebben en die weleens tegen de schenen durft te schoppen en dan weer gewoon lekker loos gaat. Soms met humor waar geen knoop aan vast te binden is, tot ontroostbaar liefdesverdriet. Denken we toch, want Olivier Verniers’ gebral valt niet altijd te begrijpen.
Het enige rustpunt in deze allesvernietigende geluidstornado is de intro van Blame. Dat voelt aan als een verloren chanson van Eddie Vedder die op dat moment net iets te veel gezopen heeft, maar je na een minuutje alle hoeken van de kamers laat zien. In een perfecte wereld zou je zo’n moddervet nummer elk uur op de radio moeten horen. Helaas is de wereld niet perfect en bij uitbreiding de radio nog minder.
Een sound die op het eerste gehoor rechttoe rechtaan klinkt, maar na een aantal luisterbeurten toch zijn gelaagdheid prijsgeeft. Soms klinken ze als een bende snotapen die staan te janken omdat ze hun snoepje niet krijgen, goddank wel gekweel dat smetteloos past in hun noiserock. Songs die de middelvinger opsteken naar elke vorm van knuffelrock. Elf knallers. We zouden over elk van hen wel iets kunnen schrijven. Doen we niet, gewoon opzetten, een eenzame moshpit in je huiskamer en hopen dat je deze bende in 2025 veel aan het werk kan zien.
Facebook – Instagram – VI.BE – Spotify