Na Balthazars Thin Walls tournee vond de band dat ze er even tussenuit moesten en dat ieder zijn eigen ding mocht doen om wat te herbronnen. Maarten Devoldere maakte furore met Warhaus, Jinte Deprez maakte een plaat onder de naam J. Bernardt en Simon Cassier deed hetzelfde maar dan als Zimmerman. Na die herbronning ging de band met veel inspiratie terug de studio in en bracht het ijzersterke album Fever uit waarop een frissere versie van Balthazar was te horen.
Tijdens de Fever tournee werden al plannen gemaakt en songs geschreven voor een nieuw album. De tour werd door covid-19 vroeger afgesloten dus had de band genoeg tijd om de nieuwe plaat op te nemen. Door het corona-restricties moest Balthazar wel anders gaan opnemen. Elk bandlid nam zijn partij thuis op en de band werkte voor het eerst met drum samples en een bas synth.
Ook al werd Sand anders dan normaal opgenomen, toch bleef de typische Balthazar-sound. Alleen kreeg dat geluid er wat extra’s bij. Er wordt meer gezongen in falset, wat de muziek een zekere soul-feeling geeft, en ook de warme synths, strijkers en de groovy ritmes geven een meer 70’s disco randje aan dat Balthazar-geluid.
Balthazar had het gevoel dat ze op Fever niet ver genoeg zijn gegaan. Dat deden ze op deze Sand wel en dat levert zalige nummers op. De frisse arrangementen zorgen ervoor dat Maarten Devoldere en co als herboren klinken.
Op de hoes van Sand staat een foto van een beeldhouwwerk van Margriet Van Breevort genaamd Humunculus Loxondontus, AKA The One Who Waits. Het beeld is surrealistisch en bevreemdend, moeilijk om een naam op te kleven, net als de muziek van Balthazar (zeggen ze zelf). Volgens ons vond de band op dit album echt wel hun tweede adem wat een erg knappe plaat opleverde.