Het moet leuk zijn om aan zee te wonen. Want je staat er met je rug tegen de muur, de zee van water. Zeker voor de introverten onder ons. En dat was Arno Hintjens ook, al deed hij zich soms anders voor.
Omdat hij zijn talenten telde werd hij kok, maar dan de muzikale versie daarvan. Je gooit alles in een pot en laat het broeien.
Oostende. Zijn woorden: ‘Amerikaanse GI’s kwamen met jeeps uit West-Duitsland gereden om er uit te gaan.’ Het moet boom town geweest zijn, dat Oostende. Bonsoir, Oostende.
De jonge Arno mikte er naar de sterren. Met Freckleface, zijn eerste groepje. Met Paul Decoutere. Sinds vorig jaar wijlen. Het was de rauwe blues van Sonny Boy Williamson die hen opstootte in de vaart van vallende sterren. Tjens Couter werd hun groepje en een singeltje van hen, Gimme What I Need, stond ooit te pronken in de jukebox van de CBGB’s, de club in New York waar sterren gemaakt werden en doodgingen. Aan de flipperkast stonden The Ramones. Ook doden, maar ze hebben tenminste Arno gehoord.
En dan kwam TC Matic. Want Arno was in datzelfde New York aangespoeld en hoorde dingen. Muziekgenres als de kruiden die hij in kookpotten mixte. En besloot dan maar iets Europees te maken. En daar had hij de muzikanten voor gevonden: Serge Feys, Rudy Cloet, Ferre Baelen en bovenal gitarist Jean-Marie Aerts.
Hun sound werd het geluid van de grootstad, in dit geval Brussel. Nerveus, vuil van verontreiniging maar live was het een pletwals. Pinkpop. T/W. In het voorprogramma van Simple Minds. Tot het mis ging. Split. Maar het is de uniekste groep die onze driehoek ooit kende. Laat hun vier albums knallen en merk vooral hoe actueel die nog zijn. De -eerste verscheen in 1981. Het kon gisteren verschenen zijn.
Na de split werd Arno een merk: iemand die hield van wijntje en Trijntje en daar ook geen geheim van wenste te maken. Hij werd geridderd door de Fransen. Werd opgevoerd op tv want Arno op tv stond garant voor goeie tv.
Maar wat vergeten is: hij maakte geweldige soloplaten. De eerste, en zeker de tweede, Charlatan. En de rest mag er ook wezen zoals Arno er helaas mocht wezen.
Nee, geen beelden van een stervende, sterke man. Bonsoir, Arno.