40 bands op drie dagen tijd. Een ruwe berekening van wat het Sonic City-programma te bieden heeft en één die je dwingt keuzes te maken, net zoals dat op alle festivals het geval is. Wat ons meteen opviel is dat het publiek op zondag veel vroeger de weg naar de Départ had gevonden waardoor Omni (één van de eerste bands) in een concertzaal die tot aan de deur was gevuld kon spelen. Gecureerd door headliner Shame, maar we hebben de postpunkband uit Atlanta nooit goed begrepen. Je hoort er wel flarden Devo en Talking Heads in, maar langer dan tien minuten het hoofd erbij houden is quasi onmogelijk omdat alle songs zo verdraaid veel op elkaar lijken. Het juiste geluid, daar niet van, toch lijkt het ons beter dat de SUBPOP-band het woordenboek bovenhaalt en de betekenis van het woord variatie leert. Maar goed, echt klagen hoor je ons nu ook weer niet, want een korte studie doorheen het programmaboekje maakte ons duidelijk dat het een dagje rennen zou worden…
Ook aanwezig in het rijtje postpunkbeloftes, maar dan van een veel hoger niveau, is het Britse Squid. Songs als The Cleaner en House Plants behoren nu al tot de klassiekers op de betere Spotify-lijstjes en ook live weet deze band uit Londen en Brighton te imponeren. We waren al behoorlijk onder de indruk van wat we zagen op Leffingeleuren en deze positieve vibe werd op Sonic City alleen maar bevestigd. Wie wil mierenneuken kan zeggen dat dit vijftal niet meer doet dan de backcatalogue van A Certain Ratio en LCD Soundsystem herkauwen. Een feit waar je niet omheen kunt, maar het is de manier waarop je het doet en dat deed deze Britse bandmet verve. Het was amper half vier, maar heel wat concertbezoekers wisten nu al welke act hoog op het favoriete lijstje zou eindigen. Knap en avontuurlijk.
Op Sonic City kon je niet alleen naar het nabijgelegen Pand.A spurten om nieuw Belgisch talent zoals Sunflower of Partisan te gaan bekijken, maar ook gewoon het trapje op om op de bovenverdieping een resem nieuwe beloftes te zien die door mensen die het kunnen weten aangeduid worden als the next big thing: Jerkcurb bijvoorbeeld. De Londense band kwam er hun debuut Air Con Eden voorstellen waarbij ze de hulp kregen van Pulp-bassist Steve Mackey. Zwevend tussen de dreampop van Beach House en de verveling. Ondanks de BBC Radio 6 Music-hype kon de band ons maar matig overtuigen. Een driedubbele vloek dat we hierdoor Black Country, New Road hadden gemist, zeker wanneer een muzikant ons later op de avond wist te vertellen dat deze band ergens tussen Mogwai en Godspeed!You Black Emperor hangt en die haar hype wel alle eer aandeed.
Waarschijnlijk stonden er op Sonic City nog nooit zo veel Britse hypes als afgelopen weekend. Punk is weer in, en dat heeft natuurlijk alles te maken met de staat waar de wereld zich in bevindt. Iemand moet roepen, weet je wel. The Murder Capital is samen met Fontaines D.C. (die tot groot jolijt van de Whispering Sons-fans hun kat stuurden) één van de Britse bands die in het rijtje van IDLES en Sleaford Mods passen. Punk is het zeker, maar ook het soort artiest waarvan je weet dat ze in een mum van tijd op de grootste podia terecht zullen komen en waardoor sterallures al vlug om de hoek gaan loeren. Zanger James McGovern blijkt nu al last te hebben van ver doorgedreven narcisme maar dat weerhield de band er niet van om een stevige set neer te zetten met een sterke opbouw. De explosie zorgde voor de eerste moshpit van de dag, ook al was dat maar een lachertje als je het later met Mykki Blanco of Shame vergeleek. We durven er geen geld op verwedden dat The Murder Capital een eendagsvlieg wordt of een band zal zijn die ons meer zal brengen dan dat behoorlijke debuut dat When I Have Fears was, maar dat ze zieltjes hebben gewonnen in Kortrijk is zeker.
De Bristol-techno van Scalping of het intieme van Jessica Pratt? Alweer hoorden we achteraf de bemerking dat we met Scalping iets hadden gemist, maar treuren om de keuze die we gemaakt hadden gemaakt voor de Amerikaanse singer-songwriter deden we niet. Zweven is het te gebruiken woord als je een poging waagt om de muziek van deze artieste uit Los Angeles te omschrijven. Lukken doet het je niet, daar is de aparte stem van Pratt en haar muziek net iets te origineel voor. Een artieste die letterlijk genomen nauwelijks opvalt, hetzij door haar gestalte of het feite dat ze voor de bomvolle zaal besloot om op een stoeltje te gaan zitten. Als er een prijs bestaat voor het mooiste wat je op Sonic City kon horen dit jaar dan is Pratt één van de genomineerden.
Van de intimiteit naar het excentrieke met Michael David Quattlebaum Jr., beter bekend als Mykki Blanco. “Welcome to my little cabaret” sprak de vaandeldrager van de queercore-hiphop en in geen tijd nodigde hij het publiek uit om een cirkel te vormen. Mykki sprong met olympische records van het podium naar het volk. Als show kon het gelden en ook muzikaal toonde Mykki zich groots, en daarmee was hij misschien wel de meest punky act van de driedaagse. Bijna ons hoogtepunt van de dag, ware het niet dat een stel Canadezen daar anders zouden over beslissen…
Corridor. Een band waar geen kat van gehoord had, maar door vaklui getipt als de absoluut te ontdekken groep van dit moment, en gelijk hebben ze die betweters! Jammer dat we de minimal wave van Boy Harsher hierdoor aan ons moesten laten voorbijgaan, maar wat het viertal uit Montreal bracht was niet minder dan hemels. Door psychedelica en Franse (!) teksten bij postpunk te gaan gooien, meteen de postpunkband van het moment. Door de namen die Shame aangaf was er enorm veel postpunk te horen in Kortrijk, maar geen enkele bands die boven de enkels van Corridor stak. Samen met Whispering Sons het bewijs dat postpunk fris kan zijn, en niet per se het recycleren van het verleden hoeft te zijn. Soms loop je hypes beter voorbij, soms omarm je ze maar beter…
Met Lust For Youth en Follakzoïd hadden we vrijdag onze eerste lading Sacred Bones-namen, en daar kwam op de afsluitdag ook nog eens Benjamin John Power bij, één van de oprichters van Fuck Buttons en in zijn eentje Blanck Mass. Dit industrial project was al te zien in ons land als support van Slowdive en één van de hekkensluiters op Absolutely Free Festival in Genk, en nu de act die de club van Sonic City mocht sluiten. Beluisteren op eigen risico, want wie geen oordoppen bij de hand had ging maar beter een paar meter achteruit voor deze geluidstornado. Je houdt ervan of je loopt er van weg, wij bleven met proppen in de oren aan de grond genageld. Extreem? Jazeker, maar het is nu eenmaal een wereld van uitersten geworden en dus is Blanck Mass de band die we nodig hebben.
Shame is samen met IDLES de Engelse hoop in bange dagen. Bands die broodnodig leken om de Engelse indiescene de nodige ballen te bezorgen. Artiesten die hun inspiratie uit The Fall, Magazine of The Clash halen vinden we nu eenmaal een stuk beter dan zij die zich blindstaren op stuurloze circusacts als Coldplay of Kaiser Chiefs. De band rond de excentrieke zanger Charlie Steen heeft zich op een paar jaar tijd het imago aangemeten van beste liveband te zijn. Een tikkeltje overdreven, dat wel, maar Shame zorgde voor een ongezien crowdsurf- en stagedivespektakel op Sonic City waar menig band jaloers op kan zijn. Muzikaal stelt het misschien allemaal niet zo veel voor, Shame biedt net als Fontaines DC niet meer dan snedige punk, maar het is vooral de goesting en het enthousiasme die van deze band zo’n klepper maakt. Shame maakte op Sonic City met respect brandhout van gewezen punkiconen. Sid Vicious is dood, leve Charlie Steen.