Hits zal de zestigjarige Paul Weller nooit meer scoren. De eeuwige dandy beseft dit maar al te goed. Dat blijkt overduidelijk als hij Movin On’ uit zijn nieuwste True Meanings inzet: “This is my newest hit. Well, it is in England as they play it on the radio”.
Het zijn één van de weinige woorden die de modfather op een zonnige vrijdagavond in Leuven met zijn (naar eigen zeggen geduldig) publiek wil delen. Ergens in het midden van de set valt zo waar een “danke schön” op te merken of een iewat bittere opmerking naar een fan toe dat het zijn podium is wanneer iemand hem tijdens een zeldzaam concours onderbreekt. Het mag duidelijk zijn, hier is een grootmeester aan het werk en zijn fans hebben te luisteren. Doen ze dat niet, kunnen ze voor zijn part naar de bar ophoepelen. Niets te bewijzen, dit is een avondje uit voor één ieder die de voeten van de modfather kust.
Het kenmerkt zijn laatste plaat True Meanings. Lauw onthaald. Zelfs bij de trouwste fans, en in feite niet meer dan Weller aan de haard met een glas klasse wijn. Kwalitatief, dat wel. Weller zal je immers nooit op een slechte noot kunnen betrappen en als hij dat wel al eens doet zoals in Het Depot tijdens Hopper (één van de weinige songs uit de voorgaande A Kind Of Revolution die de set haalden) dan weet Weller dat op een virtuoze manier te camoufleren. Simpel, gewoon met de glimlach…
Eenvoud was zonder meer het woord om te gebruiken, maar wel uitzonderlijke eenvoud. Het was een ander soort concert, eentje voor gespecialiseerde Weller-fans. Op Wild Wood of afsluiter You Do Something To Me werden alle hits thuis gelaten. Wat hij wel meebracht waren de rood glitteren muzikantenstoeltjes die alleen leeg bleven indien hij een song achter de piano deed.
Paul Weller is wel de sleutelfiguur en het idool, wel zo pienter genoeg om met de allerbeste muzikanten op stap te gaan zoals bassist Andy Crofts, Andy Lewis of Steve Cradock die in Britpophoogdagen met Ocean Colour Scene in de spots stond. Het zijn één voor één muzikanten die met één streling op hun instrument mensen kunnen doen staren van verbazing!
Van Britpop was er in Leuven geen sprake, wel een paar heerlijke (compleet vergeten) songs van The Style Council zoals Have You Ever Had It Blue dat een hitje werd via het Julien Temple-vehikel Absolute Beginners en A Man Of Great Promise uit Our Favourite Shop, een song die Weller zelden of nooit live bracht.
Een keuze voor kenners, net als de selectie die uit de catalogus van The Jam kwam. Boy About Town kreeg een True Meanings-jasje, Tales From The Riverbank (een b-kantje van een single uit 1981 en uit tijden toen Weller nog 12 was, zijn woorden…niet de onze!) en het absolute hoogtepunt Private Hell uit de in 1979 verschenen Setting Sons. Zowaar postpunk, maar het kon evengoed iets zijn als Strange Museum waarbij je gewoon het gedacht kreeg dat de geest van Marvin Gaye in Leuven was neergedaald.
Voor de rest kregen we een selectie van 24 songs waarbij de laatste release zo goed als volledig werd gespeeld. Dadrock dus, maar wel een vader waar je naar opkijkt.
Weller weet al heel zijn leven lang dat hij een leger fans heeft die alles van hem pikken en hem tot aan zijn graf zullen blijven volgen. In Leuven leerde hij zijn volgelingen dat betoveren met eenvoud soms de beste methode is.