Zondagavond stelde Motsus, all the way from the Westhoek, in een goed gevuld Kinky Star zijn debuutalbum Oumuamua voor. Een plaat genoemd naar een XL-rotsblok dat al miljoenen jaren onbestemd door de kosmos zweeft en daarbij eens om de zeven uur rond zijn eigen as draait. Jawel. Het is eens iets anders en het kind moet sowieso een naam hebben. Oumuamua dus.
In de aanbieding: een loodzware mix van stoner en sludge. 100% instrumentaal, de enige vocals kwamen zondagavond sample-gewijs van het podium gegleden. Het bandgeluid pakt net iets minder spacy uit dan je zou durven vermoeden op basis van de interstellaire titel. Ook geen vloeistofdia’s op de achtergrond, koele buislampen op het podium volstaan voor deze Flandriens van de stoner scene. Hardwerkend & down to earth; Motsus is meer bulldozer dan ruimteraket. Daar valt iets voor te zeggen, je valt in ieder geval minder diep als het fout loopt.
Fout lopen deed het zondag alvast niet, op een paar schoonheidsfoutjes na die met elkaar wedijverden in onbenulligheid. Het eerste nummer dat de zaal in werd gekatapulteerd was een ouder nummer (Vuve) dat niet eens de plaat haalde. Kwestie van op veilig te spelen vermoeden we. Correct vermoeden of niet, het bleek in elk geval een passende toonzetter en een uitstekende springplank naar Exploder en de rest van de set.
Tin Men halfweg de set manifesteerde zich, een kleine tien minuten lang, als de interessantste ambassadeur van de debuutplaat. Zinderend gitaarwerk afgesloten met een langgerekte sinistere sample. Een staalkaart van het kunnen van de band en het ultieme bewijs van de positieve evolutie die het trio doormaakte in de voorbije jaren.
Geen bis na een fors Warm, het opgewarmde publiek was er nochtans helemaal klaar voor. “We hebben niets meer” klonk het verontschuldigend vanuit het duister toen het meer-gejoel bleef aanhouden. Volgende keer toch maar een toegift in reserve houden om iedereen te plezieren?