Het Martelarenplein. Een plek vlak net voor het station in Leuven waar honderd jaar geleden tientallen onschuldigen werden neergekogeld door een natie die dacht beter te zijn dan de rest. Honderd jaar later staat een Limburgse muzikant bijna letterlijk zijn longen uit zijn lijf te schreeuwen om te zeggen dat het tijd wordt dat de mens zijn ogen opent om niet in dezelfde val van vroeger te lopen.
Naar Meuris-normen waren de bindteksten in Het Depot relatief braaf, maar wie aandachtig naar zijn lyrics luisterde (of ze gewoon uit zijn hoofd kent) mocht vrijdag in de Leuvense zaal meer dan één vuistslag op zijn geweten in ontvangst nemen.
In 1994 was Stijn nog eenzaam in Leuven, op zoek naar liefde en vroeg hij zich af wat hij er deed. Vandaag speelde hij er naar eigen zeggen voor een select publiek. Een uiterst beleefd publiek dat wel, eentje die zelden uit de bol ging, maar de mensen luisterden wel en dat is in 2017 al een overwinning op zich.
Samen met Bart Van Lierde, Dave Hubrechts, Antoni Foscez en Kris Delacourt zit de Vigilant-routine (niet de verveling) er al goed in. Meuris’ nieuwste is dan ook één van de betere platen van het jaar. Simpel gezegd, maar soms is de waarheid eenvoudigweg simpel.
Nooit een jota begrepen van Als Ik ’s Nachts Door Veerle Rijd, maar de song doet een mens iets. Eenvoudige woorden die hun doel (het hart of de hersenpan) raken, het wapen van Meuris. Een set die was samengesteld uit Vigilant (waarom breng je anders een plaat uit?), vergeten songs (bij sommige toch) en wat crowdpleasers. Parels voor de zwijnen, volgens Stijn. Sarcastisch bedoeld, en wellicht ook een beetje serieus.
Een carrière die met een cover van Tura begon en langzaam aan uitgroeide tot (om in Meuris-termen te blijven) een gigant. Soms slow disco (wat dat ook mag zijn) zoals hij zelf Bimbo Van Het Jaar omschreef, of de integere (en oh zo duidelijke) versie van In De Rij Voor Soep. Liedjes over de Dageraadplaats in Antwerpen en wat je daar aantreft (Oud Links dus) of de krankzinnigheid die de maatschappij lijkt te regeren (Het Is Maar Een Woord).
Tussen de verloren pareltjes noteren we Programma 96 en Omerta. Beiden wat in de vergeethoek geraakt, laten we eerlijk zijn, maar fantastisch dat hij ze er heeft uitgehaald.
Meuris weet dat hij hits gescoord heeft en dat hij die uit respect voor zijn fans verplicht is om te brengen, en dus last hij een paar songs in zijn set die hem onsterfelijk hebben gemaakt: Van God Los dat in Purple Rain uitmondt, Panamarenko, Satelliet Suzy en zelfs Ik Hou Van U, al was het maar om het publiek erop te wijzen dat er aan de merchandise een nieuwe plaat ligt te glinsteren. Om alweer in Meuris-termen te blijven (we doen dat graag) eentje met een fonkeling van een 24-karaats diamant. Meuris is terug, niet dat hij ooit is weggeweest.