Gisteren waren we nog getuige hoe Mauro Pawlowski de Rotonde net niet verbouwde, en maandag was het de beurt aan zijn gewezen ploegmaat (Tom Barman) om de tent van de Chapiteau met Magnus in vuur en vlam te zetten. En hoe hij daar in geslaagd is, hoewel dat gelukkig in de figuurlijke zin van het woord bleef.
Eerst natuurlijk Whispering Sons polsen natuurlijk. Juist, je hebt al veel over hun gelezen op onze pagina’s, maar net alsof wij gek zijn van Luikse punks die over duiven zingen of een Gents collectief dat met plezier een gitaar aan diggelen gooit, hebben we het al even graag over het buitenbeentje van de Belgische muziekscène.
Het is overduidelijk dat onze fluisterende Limburgse zoontjes aan een kantelpunt van hun carrière zijn geraakt. Over alles is goed nagedacht hoe het verder moet. Bassist Lander geeft het roer doorgegeven aan Tuur en ook aan het nieuwe geluid wordt alsmaar gesleuteld. Je herkent nog de donkere tonen in hun klanken, mits wat goede wil kun je er zelfs wat new wave in herkennen, maar de Whispering Sons zijn hun kinderschoenen al een tijdje ontgroeid (en zeggen dat dit schoeisel al makelij van een topdesigner was!)
Minder nummers uit Endless Party dus, wel nieuwe composities met verschillende lagen die perfect aanleunen bij Fennes duistere stem. Het heeft niets met het T-shirt van drummer Sander te maken, toch lijkt het decoratieve klankentapijt van Talk Talk alsmaar meer in het geluid van de Sons door te dringen. Dat het optreden ons zou bevallen, wisten we. Dat ze alsmaar de lat hoger blijven leggen, blijft ons verbazen.
Was er eigenlijk iemand in de tent aanwezig die wist wie of wat het Franse duo Agar Agar was? Misschien een vreemde bokkesprong na Whispering Sons, desalniettemin perfect gekozen als opwarmer voor Magnus. Net zoals Barman lijkt het ook alsof Clara en Armand gretig in de alternatieve danspop van de jaren 80 zijn gaan grasduinen om daar iets nieuws mee te verrichten. Bij momenten zelfs klinkend als een brave raveversie van Crystal Castles, en in een mum van tijd werden argusogen omgetoverd in niet te stoppen dansbeentjes. De aan- en uitfloepende lichten werkten behoorlijk op het netvlies, maar de beats overmeesterden de rest van het lijf. En tja, eens die tent uit, wist je opeens wie Agar Agar is, een verdomd fijne dance-act.
Wie een uurtje eerder aan het drankkraam aanschoof, zag Tom Barman languit relaxt in een strandzetel liggen genieten van de avondzon die door het Brusselse park zijn laatste stralen scheen. Vol zelfvertrouwen, en met zo’n talent is dat eigenlijk niet meer dan normaal. Magnus, met CJ Bolland achter de knoppen en de geniale Tim Vanhamel op gitaar, koos niet voor een opbouwende climax, maar om er maar meteen goed in te vliegen.
Later dit jaar verschijnt er nieuw werk van Magnus, en net als op hun vorige songs zijn de nieuwe songs alweer een bewijs dat dansbare new wave niet per se retro hoeft te klinken.
Barman laat geen centimeter van het podium onbenut, en de zeventig minuten worden intens gebruikt om het publiek mee te sleuren in een zwoel dansfeestje. En net zoals bij de French movies, gebracht met bakken stijl, netjes balancerend tussen alternatief en iets wat men ook wel onweerstaanbare pop noemt.
Een oude vos verleert zijn streken niet, zeker niet als hij Barman heet. Magnus was glorieus, en de band moest daar niet eens veel moeite voor doen.