Net nà het optreden van Chris Cacavas in november (24/11/2023) werd ons al zachtjes ingefluisterd, dat niemand minder dan Peter Case misschien naar Djingel Djangel zou komen, terwijl de pretlichtjes volop gloeiden in onze ogen werd er aan toegevoegd dat Sid Griffin zou meekomen. Maar omerta bleek van kracht. Niet écht bang van een paardenhoofd op onze kussensloop te vinden, hielden we het toch keurig stil en werkelijk niemand heeft dat vreugdedansje gezien, enfin, denken we.
En zo geschiedde: op zondagavond 12 mei 2024 streken beide singer-songwriters, en zeg maar gerust levende legendes, neer in Djingel Djangel. Doodmoe waren ze, op hun allerlaatste dag van een bijzonder intense tour. Van die vermoeidheid was eigenlijk amper wat te merken zondagavond, al waren Griffins eerste woorden dan “I’m tired”. Beide legendes gaven een goedgevuld Djingel Djangel alles wat ze nog in zich hadden, eerst elks apart met een eigen set, daarna samen.
Het werd een absoluut memorabele avond, met veel humor en vooral veel muzikaliteit waarbij de “oohs” en “aaahs” niet van de lucht waren. Zo eentje om in te lijsten dus, jawel, voor in het grote rock-‘n-roll-geschiedenisboek…
Sid Griffin ken je misschien vooral als frontman van The Long Ryders, grondlegers van alt-country en americana, of ook van de Britse band The Coal Porters. Maar als solo-artist en Dylan-archivist verwierf Griffin toch ook al enige faam. Tussendoor geeft de singer-songwriter en gitaar en mandolinespeler ook nog gitaarles, wanneer hij niet op tournee is natuurlijk. Zondagavond mocht hij de debatten openen in Djingel Djangel. “We kwamen in deze contreien toen het net zomers weer werd, dus kocht ik veel shorts, maar blijkbaar legden we ons een no shorts-regel op, anders zou ik het wel weten, hoor!”, grapte Griffin.
Met een fraai And She Rides (The Long Ryders) werd de set geopend, waarna we meteen een eerste monumentje kregen voorgeschoteld uit het The Long Ryders-repertoire, want dat is het beklijvende Ivory Tower wel. De zang van Griffin kon ons niet op alle momenten bekoren, maar dat kan ook (toch) die vermoeidheid geweest zijn die hem parten speelde misschien. Maar wat een fraaie songs, met stevige lyriek smeedt deze troubadour. En dat gitaarspel, met ook die prachtige solo in een sterk That’s What They Say About Love (The Long Ryders) was om duimen en vingers bij af te likken.
Alvorens ons te trakteren op het hilarische verhaal over Anne-Marie en advocaat Lester, duidde Griffin dat dat autobiografisch was. “Anne-Marie was mijn ex, Lester de echtscheidingsadvocaat”, Griffin voegde eraan toe dat hij haar ooit had wijs gemaakt dat al zijn liedjes over haar gingen, zijn nieuwe vrouw trap daar niet in: “Ze zag de releasedatum van de CD, dus daar stond ik dan…” En dan werd een verkwikkend When I’m Driniking I Think In Spanish, waarin Anne-Marie en Lester de hoofdrol speelden op de zaal losgelaten.
Griffin nam de mandoline – “een mandoline, géén cello!” – ter hand. Hij zette een heerlijk swingend Looking For Lewis And Clark – nog zo’n The Longryders-classic deze ode aan Jerry Lee Lewis – in, daarbij zelf ook al de koortjes pogende te vertolken. Geweldig! En dan die ode aan The Ramones. Na het vreemde verhaal over zijn vriend die de Ramones met ZZ Top verwarde, was The Day The Last Ramone Died (The Coal Porters) een waar traktaat. Duidelijk geschreven, toen Tommy Ramone als laatste het loodje legde. Een vrolijke ode met geweldig mandoline-spel, en in het geweldige refrein “Hey, Gabba Gabba Hey …”, of wat dacht je? Allicht met toch wat heimwee naar huis, vertelde Griffin over zijn trouwe viervoeter en besloot de set met I Wanna Be The Man My Dog Thinks I Am. “Over tien minuten komt Peter Case” en (voorlopig) afscheid van Griffin. Sterke set!
“Blijkbaar ben ik Peter Case” klonk een warme stem door de microfoon. En zodra Case de gitaarkabel in de juiste ingang had geplugd kon het feest van warme gitaargloed en diep-warme vocalen, sterke verhalen en geweldige composities beginnen. Geen nummers van The Nerves of het legendarische The Plimsouls, al zou Case daar in zijn vele verhalen wel naar verwijzen. Wel een set met de focus vooral op de Peter Case-catalogus, hier en daar zou een sublieme cover ons deel zijn. Van bij die eerste gloeiende gitaarklanken in Every 24 Hours, waarbij ook meteen die herkenbare krachtige stem ons imponeerde, tot aan de set-afsluiter Somebody Told The Truth was dit een gigantische verwenpartij voor alle aanwezige melomanen. Wat een kracht, wat een energie zeg. En hoezo, moe?
“Ik ben al eventjes bezig. In 1965 begon ik eraan en mijn eerste liedje schreef ik voor het eerste meisje dat ik kuste. Het heette Go Away, I’m No Good To You. Het werkte want ik heb haar al 59 jaar niet meer gezien”, grapte Case. De toon was gezet. Case zou nog meer grapjes maken, en vooral: veel vertellen, de man deed dat op uitermate boeiende wijze en iedereen hing aan zijn lippen. Je zou haast vergeten dat hij ook was gekomen om ons op zijn prachtige liedjes te trakteren.
Zo kreeg Entella Hotel het lange verhaal mee van hoe Case op zijn 18 het ouderlijke huis verliet, op een Greyhoundbus stapte, uiteindelijk in Californië belandde, daar als straatmuzikant in een verlaten truck leefde en eens wat geld verdiend, in het Entella Hotel belandde, met zicht op een gigantische hotdog-zaak. Maar even terug naar de essentie. Want we zouden haast vergeten dat dit verdorie een geweldige compositie is, die Case met bravoure bracht.
Af ten toe zat er dus een cover in de set. Zoals de verrukkelijke doorleefde interpretatie van Bumble Bee van Memphis Minnie, “die was van.. Memphis”, aldus Case; of ook die sublieme cover van Roy Orbisons Down The Line, “gezongen in de stijl van Jerry Lee Lewis”, en zo klonk dat dan ook, faut le faire, toch?
En hoe mooi verhalend, pakkend en intens meeslepend was Ain’t Gonna Worry No More. Case uit volle borst en alsmaar luider zingend, met gul gitaarwerk. Maar als we het over een pakkend nummer hebben, mogen we absoluut niet vergeten om Two Angels te vermelden, gebracht vanachter de piano, machtig mooi gezongen en af en toe voorzien van een door merg en been gaande mondharmonica-solo. Bloedmooi! “A request from Nathalie”, waarop Case naar de dame in kwestie wees. Dank je Nathalie!
Case bleek best trots op het album The Midnight Broadcast (2021), door T Bone Burnett bestempeld als “het beste Peter Case-album”, “al ben ik er niet plots veel rijker op geworden”, waarop op de piano een erg mooi Oh, The Morning/ President Kennedy werd ingezet. Tenzij we ons vergissen, samen met Bumble Bee, het enige traktaat uit bovengenoemd album. Op het jongste album Doctor Moon (2023) mag Peter Case wat ons betreft ook enorm trots zijn. Daaruit kregen we een geweldig swingend en krachtig, Downtown Nowhere Blues. Ja, ook op de toetsen blijkt Case een virtuoos. En wat een mooie tekst en opbouw kent dit door piano gestuwde nummer ook zeg! Mama!
In San Francisco blijkt er een John Coltrane-kerk te zijn. Case belandde er toevallig achter het orgel, toen de organist ziek was en een invaller gevraagd werd en speelde A Love Supreme, “en toen vond ik mezelf daar drie weken lang spelend”, aldus Case. “Ik ben helemaal géén groot pianospeler”, beweerde een veel te bescheiden Case. Maar Naima van John Coltrane dat hij op de piano bracht in Djingel Djangel bewees overduidelijk het tegendeel.
Met een zoveelste sterrensong in de set, keerden we met een donker meeslepend Girl in Love With A Shadow opnieuw terug naar Doctor Moon, met een stemgeluid dat duidelijk tegen het einde van de set nog aan kracht leek gewonnen. Case zong geweldig door op deze fantastische song. We kregen nog een uitgebreid verhaal over de talloze keren dat Peter per vergissing gearresteerd werd, met naamsvermelding van Jeffrey Lee Pierce van The Gun Club. Case riep “In-a-gadda-da-vida!” en even verwachtten we ons aan zijn interpretatie van de Iron Butterfly-song. Maar het werd een feestelijk Somebody Told The Truth, waarbij het publiek aan het werk gezet werd om stukken mee te zingen en in de handen te klappen. En met deze geweldige meezinger, bleken we ‘al’ aan het einde van de set.
Ondertussen was het kwart over tien, en eigenlijk moesten we de tijd in de gaten houden. Treinen moesten gehaald worden, op een zondagavond, niet evident. Maar nee, het kon toch nog niet gedaan zijn? Peter kon ook geen kant op en het applaus bleef aanhouden, dus riep Case kompaan Sid Griffin er opnieuw bij. Het duo, zette zich voor het podium en trakteerde ons op nog een kwartiertje a capella en akoestisch.
Achtereenvolgens kregen we Working On A Building, Beyond The Blues en als klap op de vuurpijl een fantastisch Travellin’ Light. En tot op het laatste bleef Case grappen. Nadat Griffin ons een geweldige mandoline-solo ten beste gaf, riep Case, gespeeld verontwaardigd; “ik heb op deze tour nog geen enkele solo mogen spelen”, waarop een ultrakorte gitaarsolo volgde, om even de song te hernemen, waarna het duo het onder luid applaus het dan toch finaal voor bekeken hield. Voor deze keer dan toch.
Als we het goed gehoord hebben, komen ze graag terug. Wij zijn dan alvast van de partij! Jij toch ook?
Sid Griffin: facebook • instagram
Peter Case: facebook • instagram