Review: Nel Mertens (NM) en Kris Van den Bossche (KvdB)
Foto’s: Hannelore Dieleman en (vanwege restricties) de officiële Lokerse Feesten- fotografen Geert Van de Velde en Sven Dullaert voor Siouxsie en Placebo.
Bekijk hier ook onze fotospecial door onze fotografe Hannelore Dieleman.
De Lokerse Feesten trekken altijd een dagje uit om zwarte zielen te bekoren. Een dag waarop ze het podium vrijmaken voor newwavebands en aanverwanten. Zo konden we maandag op de Mainstage The Haunted Youth, Siouxsie en Placebo aan het werk zien, terwijl Pip Blom, The Waeve en Vive La Fête de Club StuBru inpalmden.
De Belgische indierock-/ psychpop-/ dreampopband The Haunted Youth opende de avond en deed het festivalterrein meteen vollopen. Het publiek wist het blijkbaar al: deze band kán het en bewees dat ook met een sterke show.
Een sombere intro mondde uit in hun eerste uptempo track Broken. De ijle stemmen en kenmerkend klare gitaarlijnen, postpunkritmes in een sfeertje dat wat deed denken aan Empire Of The Sun, nemen toch een geheel eigen identiteit aan. De drums lieten ons hart meetrillen.
Een gezapige gitaarlijn opende Stranger, waarbij de twinkelende retrosynths een knap contrast opleverden.
Rokerig en zwevend klonken de gitaren tijdens I Feel Like Shit And I Wanna Die. Wanneer die versnelden, kregen we een sterke postpunkvibe in dit knappe nummer.
House Arrest was een zacht zoete ballade die, naarmate ze vorderde, stevig opbouwde. “Take me Away…” Nee nee, wij bleven tot de laatste seconde.
Een noisy kriebelende intro werd aangevuld met warme gitaartokkels. De drums deden Into You openbarsten. “I will never fall in love again”, klonk het. De stem van frontman Joachim Liebens (zang, gitaar) versmolt echt met die van toetseniste Hanne Smets, bijgestaan door drummer Nick Caers, bassist Stef Castro en gitarist Tom Stokx.
We hoorden riffs in de stijl van New Order, de sound van The Cure, in een eigen unieke Haunted Youth-blend.
Teen Rebel was in 2021 de debuutsingle waarmee The Haunted Youth tot één van de drie winnaars van De Nieuwe Lichting van StuBru werd uitgeroepen. Het blijft één van onze favoriete tracks. Sterke synths, die soms iets weg hebben van blazers, en die pittig, krachtige zang sleepten het publiek – ondertussen mee wiegend met een dromerig zwak zonnetje – volledig mee.
Een galmende, noisy gitaardrone werd aangehouden om Gone te openen, waarna het nummer zachtwarm openbloeide en snijdende synthlijnen het startsein gaven aan bas en gitaren. “Breaking all the rules of my father and my mother.” Een magistrale drumsolo op het eind van het nummer maakten het helemaal af!
Riptide, een cover van King Viktor, bevatte in de liveversie weinig zang en de nadruk kwam heerlijk lang op het instrumentale te liggen, waardoor we al snel in een dreamy trance-vibe belandden… Pittige passages bouwden op tot een apotheose!
Kort aangeslagen galmende riffs kondigden een broeierig nummer aan. We vermoeden dat Song Hanne eentje is van toetseniste Hanne Smets…? Volledig instrumentaal, lieten alle bandleden zien wat voor goeie muzikanten ze zijn. We zagen hen één voor één volledig opgaan in hun spel, verder versmeltend met hun instrumenten.
De hele set door, verbaasde de toetseniste. Ze nam een prominent dragende – misschien zelfs trekkende – rol op in de band in. Knap!
Coming Home liet ‘wijze’ synths horen, zowel in de betekenis van ‘intelligent’, als ‘leuk klinkend’. “Don’t you wanna go to a place like home?” Een dansend en meezingend publiek sloot met deze meest recente hit de set van deze talentvolle band mee af!
Topband. Soms is één woord genoeg. (NM)
Heeft Pip Blom een suikernonkel in de entourage van Blur? Pip Blom kon in juni al voor Blur openen in de Ziggo-Dome (NL) en mocht nu in Club StuBru voor The Waeve openen. De Nederlandse indieband onderging dit jaar een wijziging in de samenstelling: drummer Gini Cameron ging met zwangerschapsverlof en de band gaat verder met z’n drieën. Voor het aangekondigde nieuwe album Bobbie werd een meer elektronisch geluid aangekondigd.
Na opener Daddy kregen we met Tiger een illustratie van dit nieuwe geluid: vrolijk en dansbaar. In Come Home vielen de verstrengelde zanglijnen van frontvrouw Pip en gitarist Tender Blom op. Tijdens Babies moesten we nog even aan Courtney Barnett denken, die ook wel eens een ritmebox onder haar throw away vocals stopt. Een stevige drum (-en synth track) werd onder elk nummer gelegd en daar werden bas en afwisselend gitaar en nog meer synths live aan toegevoegd.
Na Not Tonight stak een warm applaus op van de ondertussen half volgelopen club en frontvrouw en band kregen er zichtbaar steeds meer zin in. Schwung in de finale met de opvallende hoge zang van Pip in de hoofdrol bij Keep It Together. Pip was ‘superblij’ dat we er waren en we kregen nog twee nummers als toetje.
Kiss Me By The Candlelight (de nieuwste single), een op het eerste gezicht wat bizar eighties aandoend nummer dat toch open bloeide en de dansvloer aansprak en het felle Get Back waarin de drumtrack en de stevige gitaren met een catchy refrein toonden dat die nieuwe richting wel iets wordt voor deze ontwapenend sympathieke frontvrouw en de gelijknamige band. (KvdB)
Wat voor velen het hoogtepunt zou zijn, kregen we op het hoofdpodium als tweede te zien. Miss Siouxsie! Siouxsie Sioux, a.k.a. Susan Janet Ballion verscheen op het podium na een instrumentale intro in een magische Alice In Wonderland-sfeer. Geen Banshees, wel een eigen band, wellicht de reden waarom de nummers uit haar vroegste releases niet aan bod kwamen. Niet getreurd, hier stond een icoon op het podium. In een zilveren jumpsuit elegant, met easy fitting sportshoenen onder. Een iconische Miss blijft ze voor altijd.
En dat maakt dat dit zowat de moeilijkste review is die we ooit moesten schrijven want voor ons heeft ze binnen de dark scene heel wat betekend. Op muzikaal vlak en als stijlicoon, met glamour en attitude. Instrumentaal klonk alles goed, maar bij heel wat nummers bleek dat Siouxsie’s stem de tand des tijds niet zo goed had doorstaan. We hadden het liever anders geschreven… In het publiek waren de reacties extreem gemengd, van “Ik vond het goed”, tot “Dit was schrijnend, verschrikkelijk”.
Als we het over openingsnummer Israel hebben, moeten we ons jammer genoeg aansluiten bij de laatste groep, want het was meteen duidelijk dat ze bij dit nummer zowel de toonvastheid als het tempo niet meer bezit. Verweerd; zo klonk het… Toch bleef het een eer om dit nummer nog eens live te mogen meemaken. Dat gold evengoed voor de hits Spellbound en Happy House. Het tongklikken klinkt nog perfect, de zang klonk helemaal niet goed, maar wat een nummers!
Ook Arabian Nights, Here Comes That Day, Kiss Them For Me, Face To Face, het kattige, van heerlijke percussie voorziene Land’s End, Sin In My Heart passeerden, waarbij Siouxsie nog steeds veel zin bleek te hebben in een feestje, want met de woorden “Come on, just wiggle a bit!”, moedigde ze het publiek aan om wat meer te dansen!
Hong Kong Garden klonk goed, waarna afgesloten werd met – “Don’t be surprised…” – Into A Swan.
Teleurstellen zal ze nooit doen, daarvoor is Siouxsie een te grote dame voor ons. Ondanks haar 66 jaren, stond ze gracieus op het podium, met opgeheven hoofd en de ambitie om haar publiek te bekoren met de legendarische nummers die ze schreef. Dankbaar voor iedere seconde dat we haar mochten beleven. Maar toch ook wat geschrokken over het verlies van stem dat we bij deze grote dame opmerkten. (NM)
In het kielzog van Blur wisten de Lokerse Feesten The Waeve in hun netten te strikken om ze in de Club StuBru weer vrij te laten. Wat een eer!
Veel gelegenheden om deze band te zien zijn er nog niet geweest en komen er door de drukke Blur-agenda wellicht ook niet meteen aan. De samenwerking tussen Rose Elinor Dougall en Blur-gitarist Graham Coxon leverde naast een liefdesbaby ook het naar de band genoemde album The Waeve op. Een goed gevulde club was op de afspraak en bereid het einde van de set van Siouxsie en het begin van Placebo op het hoofdpodium te missen voor deze exquise band. Dynamische golven en andere zwart-witte natuurbeelden werden kunstig verhakkeld op de video-achtergrond en de band kwam ontspannen het podium op zonder aankondiging.
De linksvoor van deze band, het niet zo geheime wapen, toonde zich erg veelzijdig. Niet alleen is Graham Coxon één van de meest creatieve en inventieve Britse gitaristen van zijn generatie – zijn matte zwarte gitaar in Telecaster-stijl komt in alle schakeringen aan bod – daarnaast neemt de man ook zangpartijen, mondharmonica en sax voor zijn rekening. Zijn partner in crime is Rose Elinor Dougall. Ze nam centraal in de spits alle toetsen voor haar rekeningen en de hoofdmoot van de zangpartijen. Ze is heel wat jonger dan Coxon, maar heeft ook een carrière met o.a. The Pipettes en samenwerking met Mark Ronson op haar conto. The Waeve is een tweepersoons-arrangement, live aangevuld met Emma Smith op viool en ook saxofoon, Joe Chilton op bas en Thomas White aan de drums.
In opener Can I Call You toonde Dougall meteen haar veelzijdige stem en melodieuze wendbaarheid, Coxon mocht halfweg het nummer met zeurderige distortion gitaarlijnen de sfeer omgooien en het pad effenen voor de hevige saxen en het samen gezongen slot: “I’m tired of being in love, I’m sick of being in pain… Can’t you just?”.
Over And Over lijkt romantisch maar is dat wel zo? “How many more mistakes, can one heart weather?”
In Drowning haalde Coxon de mondharmonica boven en ook dit nummer borg verschillende sferen en stijlen. We gaan er geen labels op plakken, het zijn er te veel; ‘eclectisch’ dan maar. In Undine deelden Doughall en Coxon de zangpartij “There are many worlds you can show me, I’ll come with you”. Sleepwalking baadde ook in de unieke Weave sfeer.
Kill Me Again deed ons vaag denken aan iets anders bekends, maar slechts even. “It’s not in the words you’re singing, it’s not in the things you do, we fight for our lives, beneath the sun and moon”, klonk het unisono uit de mond van man en vrouw. De saxen schreeuwden het uit. “I don’t care if I am dying, kill me again!” Een hoogtepunt.
Someone Up There schakelde een versnelling hoger en eindigde met gitaargeweld. Something Pretty sloot de set uptempo af, het nummer leek wel de bizarre neef van een Madness-nummer, maar met veel stoorzenders, snelle parlando van Coxon en springerige gitaren. Tevreden gezichten op en voor het podium.
We waren toch maar fijn getuige van deze korte maar unieke live-show waar één van de eigenzinnigste Britse platen van het jaar werd voorgesteld aan het Belgische publiek. Geen vuurwerk of kleffe bindteksten, de muziek voorop! (KvdB)
De Britse rockband Placebo valt niet echt onder new wave te klasseren, maar wat stond deze band goed op dat podium vanavond! Nog maar weinig teleurgesteld live en dat hoorden we ook vanavond weer, van bij de eerste gitaaraanslagen die meteen knal goed zaten bij opener Forever Chemicals.
Met Beautiful James liet de band ons meteen nadenken over wie de eigen ‘mooie James’ in ons leven is. Hij bleek een onschuldige ziel te hebben, die we wilden beschermen tegen onuitgesproken moeilijkheden. Een nummer dat de band – en vooral ook de ietwat extravagante zanger Brian Molko – meteen typeerde. Met zijn kenmerkend nasale stem, brengt hij vaak ietwat controversiële, introspectieve teksten, die het geheel intens meeslepend doen klinken.
Om zijn standpunt ten overstaan van de Brexit duidelijk te stellen, benadrukte de Amerikaans/Schotse frontman Molko – die trouwens in Brussel geboren is – dat Placebo geen Britse maar een Europese band is, waarna ze hun set vervolgden met Scene Of The Crime. Luid en klappend, als de liefde…
Het wild omhelzende Hugz, het intens emotionele Happy Birthday In The Sky en Went Missing, het beklijvende Sad White Reggae, het ietwat ruig vuile Bionic en het mysterieuze Surrounded By Spies. Eén voor één nummers die een eigen sfeer uitademden. De reden waarom een optreden van Placebo nooit verveelt.
Ondanks de bittere boodschap, is Try Better Next Time eentje dat altijd vrij vrolijk binnenkomt bij ons. Call it irony, no?
Ook met Too Many Friends, For What It’s Worth, Slave To The Wage hielden ze het publiek energiek dansend in duisternis.
Song To Say Goodbye werd uiteraard niet als slotnummer gebracht, want hits blijven het live nog steeds het best doen. The Bitter End dus ook! En wellicht waren er dus enkelen teleurgesteld dat Every Me And Every You deze keer niet gespeeld werd.
Straf gitaarwerk alweer in Infra-Red, waarna we toch wel luttele minuten (lang, als naar goede Placebo-gewoonte) moesten wachten op de bisronde waarbij we het niet zo bekende en in een maximaal (te lang?) uitgerekte liveversie Fix Yourself nog te horen kregen.
Ook twee knappe covers sierden de set, die door het publiek enorm gesmaakt werden: Shout van Tears For Fears en het prachtige Running Up That Hill (A Deal With God) van Kate Bush, waarmee Placebo ons de nacht instuurde.
Een wat eigenzinnige setlist, maar opnieuw sterk gebracht! Zo kennen we de band en dat is precies waarom we liefst niet te veel optredens van hen missen!
Onze fotografe passeerde nog even in de Club StuBru, waar Els Pynoo en Danny Mommens ondertussen met Vive La Fête de vol gelopen Club deden trillen, springen, daveren, onder hun 25-jarige feestje!
Voor wie nog niet genoeg had van die nacht, waren er nog The Wathevers, die voor de geknipte dansnummers zorgden waarvoor ze diep gingen graven in hun collectie postpunk, new romantic, new wave, dreampop en gothic-rock. (NM)