Tekst: Nel Mertens
Foto’s: Theo De Rycke
Iets wordt ‘Tijdloos’ als het lang na zijn productiedatum nog steeds volop geconsumeerd wordt. En dat kan je wel zeggen, als het om de Amerikaanse crossoverband Dog Eat Dog gaat. Ze duiken regelmatig op tijdens Belgische festivals op en ook De Tijdloze Jaren Negentig kon hen strikken voor hun driedaagse in de Casino in Sint-Niklaas. De nummers van de albums All Boro Kings en Play Games zitten in ons geheugen gegrift en we keken er ook enorm naar uit om de nieuwe van hun laatste album Free Radicals (oktober 2023) live te horen tijdens hun tweede optreden in 2024.
Naast drie dagen livemuziek in het kader van De Tijdloze konden we ook nog de bescheiden nineties expo meepikken in de inkomhal van de Casino, waar legendarische concertaffiches, -tickets en albumcovers tentoongesteld waren. Vooral uit de collectie van Kris Verleyen, van jongs af actief als concertorganisator en tegenwoordig werkzaam als promotor bij Live Nation Belgium.
Maar terug naar de koningen van de crossover, die ons wel even in de overvolle zaal lieten wachten eer ze verschenen. “We are Dog Eat Dog, and we come from the nineties!! Hello Saint-Nicolas!”, begroette frontman John Connor het bonte publiek, dat – geheel in crossover-sfeer – erg divers bleek te zijn.
Openen deed het vijftal met In The Dog House. Eentje uit 1993-1994, hun beginperiode, gevolgd door de nieuwe @ Joe’s. “Drop the ball!” Het refrein werd al snel doorheen de zaal meegebruld. “At Joe’s house!”
Er werd tussen de tracks door heel wat gepraat, contact gelegd met het publiek… en ook een woordje van dank uitgesproken naar StuBru en De Tijdloze toe, die Dog Eat Dog van bij het begin steunden en veel airplay gaf.
“If I pull my finger on You
Would you pull your trigger?
Bang clack clack pop pop”
Enkele tonnen energie werden over het publiek gespuwd met Pull My Finger. De moshpit, die sinds het eerste nummer nog niet stil viel – werd intenser! Geen tranen gezien, maar zweet – veel zweet – en ja, zelfs wat bloed, wanneer er gestagedived werd.
E1on1 is – met zijn geweldige kickdrum – voor ons één van dé sterkste tracks van het Free Radicals-album. Of het nu sigaretten, drank, marihuana of sterkers, koffie, thee of suiker is: “Everyone is on something. How about you?”
Isms werd – naar gewoonte en jarenlange traditie – opgedragen aan “all the ladies in the house”. En die ladies (sommigen waanden zich zelfs queens) stonden vooral op de eerste rij gepositioneerd. Bij deze liet Connor horen dat zijn stem in prima conditie is. Klonk jong en energiek!
Op de plaat horen we Rudeboy als guest in Mean Str., maar ook live, zonder hem, kwam dit – tragere en zwaardere – nummer toch raak binnen. Het rauwere Dog Eat Dog-kantje werd sterk geëtaleerd. Ongeacht het feit dat wij ervan genoten, zagen we het publiek even ‘in pauze’ gaan bij dit minder energieke nummer.
Eén van de hoogtepunten volgde en werd opgedragen aan hun overleden vrienden en muzikanten: gitarist Sean Kilkenny (die o.a. ook heel wat teksten schreef voor de band) en Phil Baheux (Channel Zero). Expect The Unexpected, haalde het wilde kantje van de fans helemaal naar boven. Stagediven boven de moshpit, meebrullen in de micro…! Met een glansrol voor saxofonist Herodes Bozez alweer!
Opnieuw even een energiedipje in de set, met Bar Down, wat je zeker als een atypische Dog Eat Dog-track kan beschouwen. Een traag melodische bijna-ballade. “You won’t see my mess.”
Mooi en pakkend. Maar het stond toch wel wat vreemd tussen al die energie-bommen. En dat contrast was des te groter, wanneer het leven weer in de zaal geblazen werd met het straffe Energy Rock, als een uitbarsting met complexe gitaarlijnen van de heerlijke Roger Haemmerli, de alleenheersende drumslagen van Brandon Finley, één voor één beklemtoond door de vocals.
Het was hun hit en dat blijft het na 10 jaar nog steeds. Who’s The King schalde door de zaal, met Bozez als voortrekker op sax. Het nieuwe Never Give In kon gerust mee hoppen op alle energie van die wereldhit, met de zalig ritmische baslijn door Dave Neabore (met de nog steeds even ontwapenende, oprecht genietende glimlach) en triggerende gitaren. “Never divided, forever united.”
En dan was het aan Dave om in de schijnwerpers te staan. Hét Rocky-moment! De Rocky – Dog Eat Dog – boxbelt werd geshowd en bejubeld, waarna de pit openbarstte tot de helft van de zaal. De woorden “Hey Rocky, I hate to say, I wish you would just go away. Don’t come back another day, OK?”, weergalmen doorheen Sint-Niklaas city.
Met een krachtig harde gitaarlijn van Haemmerli en melodieuze zang werd de set vervolgd met Lit Up. De energie die deze had, werd meteen vertienvoudigd wanneer de gulzige honden No Fronts inzetten, met Dave die de baslijn tot achterin de zaal liet trillen.
En dan eentje voor de échte hondenliefhebbers: My Best Friend. Over ‘den hond’, dus. En daar liet de band zelfs passende t-shirts bij maken. Heel eenvoudig, met de opdruk “I love (hartje) my dogs”, met het hartje in neonroze en damn… de bandnaam vergeten laten drukken. Gelukkig stelde het nummer – in tegenstelling tot dat ronduit belachelijke t-shirt – dus niet teleur.
Na de honden, het bier. Een korte zaalzangstonde als ode aan Jupiler, ging naadloos over in If These Are Good Times, want “good beer = good times”. Zalige saxofoonstoten en een heerlijk wilde sfeer.
Dan gebeurde er iets vreemds, want de band koos voor Zamboni als afsluiter. Eentje dat de – zo kenmerkende – intens energieke sfeer, volledig brak. Een nummer dat mentale gezondheid in de kijker zet, maar eerder met een rustig intieme sound.
En dat is zo’n beetje de geheelervaring van dit optreden. Knap, sterk, de band zat nog vol energie en wist zijn publiek mee te nemen. Maar de opbouw van hun setlist zat toch wat vreemd in mekaar, omdat die enkele keren ‘stilviel’ door de volgorde van de nummers. Over de eindconclusie is er evenwel geen twijfel hoor: hun kroontje zijn ze nog lang niet kwijt! Wie was alweer de koning? Dog Eat Dog. En dat zal iedereen die er bij was, geweten hebben.
Op zaterdag 11 mei kan je Dog Eat Dog opnieuw in ons land aan het werk zien op Punx In The Pit in De Schorre in Boom.