De samenstellers ten huize Democrazy kennen hun vak, en in die hoedanigheid van vakkundigheid stelden ze voor concertzaal De Centrale in Gent een lekker gerechtje samen.
Brecht Linden, dé man achter Bolt Ruin, mocht de zaal opwarmen voor het indrukwekkende Jambinai uit Zuid-Korea. Als het van ‘Brecht Bolt Ruin Linden’ afhangt wordt het nooit meer zomer. Niet dat de man lichtschuw is want hij brengt een fijn uitgekiende visual backdrop-projectie mee en laat een felle, witte industriële lamp op de juiste momenten voor tegenlicht zorgen. Tegenlicht en tegengewicht voor de gitzwarte soundscapes die hij uit zijn sampling pad krijgt. Het blijft iets futuristisch of buitenaards hebben. Iemand die geluiden uit een bakske perst en het doet lijken alsof hij bij onweer candy crush staat te spelen.
Bolt Ruin is familie van Consouling Sounds en dan weet je het wel. Alle woorden die met ‘on’ beginnen, dekken een groot deel van de lading: onmens, onweer, onrust, onnatuurlijk, ondoorgrondelijk. Een optreden van Bolt Ruin klinkt inderdaad als een immens onweer dat voorbijtrekt, er zijn rustpunten waarbij je de regen repetitief hoort vallen, maar als Linden alle registers opentrekt is het vechten tegen de bierkaai. Een onweer steekt op de duur ook wel tegen en hier mocht de zon iets sneller door het wolkendek breken. Een schier onmogelijke opdracht gezien het tijdstip van de dag, maar dat is een detail.
De Centrale was ondertussen aardig volgelopen voor hoofdbrok Jambinai. De apocalyptische metalfolk/postrock van Jambinai slaat duidelijk aan. Naar een Jambinai-concert gaan is het equivalent van een bezoekje aan de muziekschool. Het kwintet speelt de volledige set in het halfduister met een mystieke warme rode gloed en een tegenlicht dat de spanningsboog strak houdt. Al bij opener Sawtooth zijn het niet de drums en basgitaar die de aandacht opeisen maar de muzikanten en hun bizarre instrumenten op de eerste rij. De band weet uiteraard ook wel wat bij het publiek de monden doet openvallen.
Even toelichten toch. Centraal zit Ilwoo Lee, zanger, gitarist, pirist (eh wel ja, hij bespeelt de piri) en bediener van een blaasinstrument dat eerder lijkt op puin uit een ver melkwegstelsel. De piri lijkt op een fijne verfkwast die omgekeerd in de mond wordt gestopt. De schelle klank tijdens Sawtooth is te wijten aan de piri. Links zit co-vocaliste Bomi Kim wiens lange witte blouse mooi wordt opgelicht in het tegenlicht. Ze bedient de synthesizer maar is vooral legendarisch omwille van haar hoofdinstrument, de haegum. Een haegum lijkt op een verticale stok waar een paardenhaar strak langsheen gedrapeerd wordt en bediend wordt met een strijkstok. Iemand die dit beter kan omschrijven? Het zorgt hoe dan ook voor Oosterse psychedelische klanken. Zelfs in het beenharde pompende Time Of Extinction valt dit instrument op.
Rechts zit de bevallige Eunyong Sim. Die bespeelt het meest opvallende instrument dat tevens ook de klankkleur van de meeste songs bepaalt. De geomungo zorgt voor een warme diepe klank die op plaat met een didgeridoo kan verward worden en live des te meer aantoont dat dit zowat het meest complexe instrument is dat we al op een podium zagen. Het lijkt op een platte smalle contrabas die door Eunyong Sim in de klassieke Oosterse kleermakerszithouding wordt bespeeld. Met handen, met strijkstok, met stokjes, kies maar. Voortdurend moet dit ding digitaal gestemd worden. Een bijzonder straf instrument dus en het is de moeite naar een Jambinai-concert af te zakken om haar bezig te zien.
In dit kader schetst de band dus de kiemen van een psychedelisch decor waarin de songs rijpen. Eunyong Sim smeet zich gracieus over haar geomungo en we kregen met Event Horizon en Sun.Tears.Red sterk naar Tool geurende song voor de voeten geworpen. Stilvallen, terug aanzwengelen en ontploffen. Je kent het wel. Gezichtsemoties konden we niet aflezen in de rode gloed die de band als een smoggordijn van het publiek afschermde. Maar de ‘geomungoliste’ deed de volle zaal genieten en naar meer verlangen.
In The Woods viert de teugels en blijft ons toch vergelijkingen met Amenra voor de geest halen. Die zijn er ook al bij Sun.Tears.Red dat ook naar Lento knipoogt. Breed uitgesponnen akkoorden en een beklijvende ritmische opbouw brengen De Centrale dichtbij een overheerlijke trance. Qua setopbouw moeten we alvast deze Zuid-Koreanen geen lessen meer leren. Met They Keep Silence, Onda en bisnummer Grace Kelly komen de absolute hoogtepunten er zelfs nog aan. Ilwoo Lee neemt het woord en bedankt ons uitvoerig voor het welgemeende enthousiasme. De man beschrijft de gruwelijke houding van de Zuid-Koreaanse overheid bij een massa-executie in een school in het bloedstollende They Keep Silence en roept op om de schitterende sterren in ons hart binnen te laten om ons zo opnieuw te wapenen tegen onze angsten en onrusten. Hier gaat Onda over. Onda is Koreaans voor ‘Come/Let in’. Wat volgt is een briljante versie van het titelnummer van hun laatste plaat.
Grace Kelly was niet alleen een wondermooie vrouw maar is tevens een ziedend nummer van debuutplaat Differance. Gierende postrock die flirt met metal en een uitermate beklijvend concert in een waas van stroboscopisch licht en ontsporende bizarre instrumenten naar nooit verkende intergalactische sferen begeleidt. De dankbaarheid van de bandleden was hartverwarmend. Topavond!