Wie de naam Hugh Cornwell zegt, zegt automatisch The Stranglers, geen wonder natuurlijk. Hij was 16 jaar lang de frontman van de band en beleefde samen met hen hun succesvolste jaren. Nadat hij was opgestapt bij The Stranglers heeft Cornwell negen studio-albums uitgebracht en werkte hij samen met de legendarische producers Tony Viscont en Steve Albini.
Sinds zijn vertrek bij The Stranglers kiest hij ervoor om niet meer onder de bandnaam op te treden, zijn vroegere makkers doen dit wel. Met als gevolg dat zijn ex-bandleden nog in grote zalen spelen, Hugh doet zijn ding in kleinere zalen zoals in De Casino. Zijn laatste album Monster is vorig jaar verschenen en is een conceptalbum over bekende figuren uit de twintigste eeuw, waar Cornwell een paar Stranglers-klassieker op brengt in een akoestisch jasje. Deze plaat kwam hij in Sint-Niklaas voorstellen. Het was nog af te wachten of de 70-jarige zanger nog steeds goed bij stem is want bij sommige van zijn generatie genoten is dit niet zo.
Cornwell speelt twee sets: de eerste met zijn solowerk en de andere set met enkel Stranglers- nummers. De koppige zanger deelt zijn bijzondere planning op voorhand niet mee aan het publiek, met al resultaat dat er na de eerste set al wat volk weg is. Vermoedelijk omdat het vrij onbekende solowerk hen niet kan bekoren, want slecht is het zeker niet.
Voor het eerste deel koos Hugh er voornamelijk voor om nummers uit Monster te spelen. En die songs zijn even straf als de Stranglers-songs. Bij opener Pure Evel hoorden we de knorrende bas die zeker in de buurt komt van Jean-Jacques Burnell en de typische subtiele Cornwell-gitaarsolo’s. Op de stem van de zanger zit absoluut nog geen sleet, hij klinkt nog steeds even cool en het viel ons op dat hij eigenlijk de perfecte mix is tussen Iggy Pop en Lou Reed.
Kleine verrassing was dat hij met zijn ongeloofelijke strakke band het instrumentale nummer Mothra speelde. Dit nummer is afkomstig van het album Nosferatu uit 1979 en Hugh werkte hiervoor samen met Robert Williams, de drummer van Captain Beefheart’s Magic Band. Verder koos hij voor wat nummers uit Totem & Taboo, de plaat die hij met Albini opnam en ook deze songs staan als een huis, pure post-punk!
Tussen de eerste en de tweede set zat er een kwartier pauze zodat Hugh even op adem kon komen en een tas thee kon drinken. Daarna vloog de band erin met het stevige No More Heroes. Aangezien Hugh nu enkel met een bassist en drummer op tournee is, klinken The Stranglers-nummers nog hoekiger en intenser. We misten de Dave Greenfield keyboard partijen absoluut niet. Zelfs de poppy songs Always The Sun en Skin Deep kregen een fijn post-punk randje en klonken veel beter dan het origineel. De set was opgebouwd met de één na de andere straffe song en geweldige bewerkingen van die nummers. Five Minutes, Get A Grip on Yourself, Hanging Around,..allemaal punky songs die lekker Nice ‘N’ Sleazy klonken.
Hugh Cornwell mag dan wel 70 jaar zijn, maar het is er absoluut niet aan te zien en te horen. Hij klinkt nog altijd als een “angry young men” en zocht twee fantastische muzikanten uit om zijn songs mee te brengen. Wij zagen een ongeloofelijk straf concert!