Zingen in het dialect om zo dichter bij de kern van de waarheid te komen. Het is een eeuwenoud gegeven, maar in eigen land lijkt het iets waar vooral de West-Vlamingen goed weg mee kunnen en ook andere (zeg maar) anderstaligen mee weten te raken. Voorbeelden genoeg, maar zonder twijfel is Het Zesde Metaal hier het beste voorbeeld van. Vijf jaar na de release kwam Ploegsteert op de eerste plaats van de Belpop 100 terecht waar het voorgoed een robbertje kan uitvechten met Mia van Gorki.
Het Zesde Metaal is immens populair, en in Gent werd dat bekroond door twee keer de Handelsbeurs op rij uit te verkopen. Hoe dat komt? Deels door de airplay die ze krijgen, want die is en blijft belangrijk, maar ook omdat Het Zesde Metaal telkens weer het hart weet te raken ofschoon de band vaak het pad van snijdende, net geen tragische ironie gebruikt. Maar goed, niets doen is geen optie, al is wat je maar doet een heel klein beetje dixit Wannes Capelle.
Een clubtour die uiteraard in het teken staat van Skepsels waarmee de band bewees dat ze tegen zichzelf kunnen concurreren, want hun vorige (Calais) moet één van de mooiste Nederlandstalige platen ooit zijn. Cappelle wist meteen te vertellen hoe divers het publiek in Gent wel was. Jong of oud. Links of rechts. Slim of gelukkig, zoals hij het zelf treffend wist te zeggen. Aj Mie Mist (gelukkig voor ons bestaat de copy-paste functie) opende de debatten. Eenvoudig, en meteen werd het muisstil. Roepen ze in Nederland om een lolly om het concertpubliek stil te houden tijdens optredens, dan heeft Het Zesde Metaal daar geen enkel probleem mee. Misschien ligt het toch eerder aan de artiest dan aan de concertganger want wie iets muzikaal moois te vertellen heeft, legt automatisch zijn fans het zwijgen op door bewondering.
Vrij vlug in de set vroeg Cappelle aan zijn publiek om mee te zingen op Tid Van Ton, al was het maar omdat hij wilde dat iedereen bij het verlaten van de Handelsbeurs het woord “amazing” zou gebruiken. Werd het ook, niet zozeer voor de meezingers, wel voor die sublieme touch die Tom Pintens, Filip Wauters, Robin Aerts en Tim Van Oosten aan de muziek toevoegen. Dat is ook de sterkte van Het Zesde Metaal, niet alleen die prangende teksten die door je hoofd blijven dwalen, maar ook die muzikale finesse waarmee deze band met gemak naast pakweg Sophia mag lopen.
Slaven Van Het Leven (die synths van Pintens!) liepen perfect over in het nog steeds aangrijpende Calais. Cappelle zei er geen woord over, iets zegde ons dat heel de zaal het wel wist. En na Kom Bie Mie was er tijd voor een special guest die op warm applaus werd onthaald: Stefanie Callebaut. Natuurlijk omdat ze ook op plaat te horen is op De Onvolledigen. Gek om Callebaut in het West-Vlaams te horen. Crowdpleasers waren natuurlijk Gie Den Otto En Ik, Naar De Wuppe en Ploegsteert waarmee de band met grote gemak de zaal aan haar voeten hield.
Na twee uur concerteren zat het erop. Twee uur lang honderden mensen paralyseren met de kracht en de schoonheid van je muziek, je moet het maar kunnen. Het Zesde Metaal kan het en omdat Cappelle zelf zo graag deze IJslandse uitdrukking gebruikt: “merci voor de vorige keer”.