‘Nood aan een apart intense muziekbeleving? Then don’t come in a mellow mood…’ schreven we in onze aankondiging. En terwijl hij op het terras lichtjes zenuwachtig zat te wezen, lag er op het podium enkel een akoestische gitaar die al behoorlijk had geleefd. Damn.
Wij hadden een krachtig, actieve, intense set met experimentele ritmes, gebeuk en geschreeuw van Sigfried Burroughs (Bert Minaaert van Paard., Onmens, Kapitan Korsakov, KKK, The K, Blaegger…) verwacht. En hij eigenlijk ook. Tot zaterdag. Licht onwennig duidt hij dit, tussen twee songs door, aan het publiek in het volboekte Café De Loge. Normaal zou hij drummen maar zijn repetitiemoment zaterdag vond hij zelf nogal teleurstellend. Collega-muzikant Pieter-Paul stelde voor dat het dan misschien eens tijd werd om zijn eigen nummers te gaan spelen. Het was overigens ook Pieter-Paul die hem van dat ‘kwaliteitsvolle instrument’ – dat er toch al behoorlijk aftands uit zag – voorzag. En daarom droeg hij één van zijn nummers ook op aan hem. ‘Het gaat over drinken’, voegde hij ironisch toe. ‘I’m dizzy, but you’re dizzy too. So fill up to the bottom…’ Kapitan Korsakov klinkt niet zo heel ver weg in de algemene sfeer binnen de nummers.
Akoestisch pure, kwetsbare eerlijkheid bracht hij vanaf het eerste eigen nummer, gevolgd door de tracks die nooit eerder door een publiek gehoord werden. Uniek, omdat hij meteen ook meldde dat dit de eerste, maar wellicht ook de laatste keer zal zijn. De zenuwen om dat wat nog nooit gehoord werd tóch te delen, horen we in de fijne praatjes tussendoor, maar niet in de songs die over liefde en ook over ‘bad luck’ gaan, maar even goed hints geven voor de beste openingszin dezer tijden: ‘You’re so pretty – straight from you hair to your nose.’
De lange instrumentale intro van wat hij als zijn ‘drugslied’ benoemde, praatte hij graag vol. Want als drummer bij de bands, is hij gedoemd tot zwijgen tijdens bindteksttijd en dan is zo’n lange intro nu best handig. Niet dat hij ons wil overtuigen om drugs te nemen, zegt hij. “Want dat doe ik zelf ook niet. Alleen sigaretten. Maar dat is voor mijn stem.” En die stem… die zet op Kurt Cobainachtige wijze een Nirvana-sound neer. Moeiteloos natuurlijk, met dat edgy rauwe kantje. Maar ook Pete Doherty passeerde de revue, wanneer hij Lost Art Of Murder sterk coverde. Het door het publiek gevraagde bisnummer werd met zacht getokkel zelfzeker neergezet in Winner van de Foo Fighters, waarmee “Always was a lucky one” als laatste woorden klinken. We zijn het ermee eens, want zijn talent en stem mogen er zijn en het publiek werd er zichtbaar gelukkig van.
Sigfried Burroughs bewees vanavond niet alleen multi-instrumentalist maar ook een knappe singer-songwriter te zijn. Dat zijn handen tot de laatste track trilden van de zenuwen, hadden wij niet gemerkt en dat akkoord dat af en toe niet helemaal zuiver klonk, doet niets af aan de intense muziekbeleving waarop we gehoopt hadden en ook kregen; deze keer in een heel andere vorm neergezet door Sigfried Burroughs. Grungy akoestisch en rauw(h)eerlijk.
Het volledige programma van de Future Belge-concerten vind je hier of via www.futurebelge.be .
Foto’s: (c) Ann Cnockaert