De Gentse rockband Raman. staat er normaal gezien met drie, spelen het voorprogramma van The Kaiser Chiefs, delen de affiche met Arno Hintjes of spelen de clubzalen in België vol, omdat hun jonge debuut-ep Birth Of Joy veelbelovend sterk klinkt.
Momenteel muzikaal even single, was Simon Raman vorige week al eens te bewonderen in de Sint-Jacobskerk. Voor Future Belge deed hij het in de minder heilige, maar ongetwijfeld warmere oorden van Bar Mirwaar. ‘Hard uit het hart’, belooft Raman. En dat had hij niet beter kunnen verwoorden. Volledig ontdaan van de rock-’n-rollsound die hij met zijn band neerzette, liet hij hier de nummers in een akoestisch bluessfeertje als een warme omhelzing op ons los.
De voorbije periode was niet makkelijk als muzikant, liet hij weten. Het zaaltje gevuld met nog geen dertig afstandelijke personen – omdat het niet anders kan momenteel – illustreert dat die periode nog lang niet voorbij is, maar hoe fijn dat publiekje het vindt om opnieuw gevoed te kunnen worden met livemuziek. Sinds maart speelt hij zonder band, was hij erg op zichzelf aangewezen, maar even hard verbaasd hoeveel je ook alleen kan bereiken. Die periode leverde dus ook mooie dingen op, die Raman. in zijn eerste track, die hij als ‘zijn lockdownnummer’ benoemt, bluesy laat weerklinken in de woorden “Nothing changes but the weather…”
Een durver is het. Hij trekt het bluesregister meteen volledig open, wanneer hij zomaar even Big Sky Country van Chris Withley covert. Enkel muzikanten met talent doen dit passioneel zonder enige aarzeling. De slider glijdt elegant warm doorheen de track die Simon zich qua sound helemaal eigen maakte. Prachtig. En doorheen wat volgt, lijk het of de oudere zielen als Chris Withley en Jeff Buckley goedkeurend knikkend, mee volgen over de schouder van dit jonge talent.
Zijn stembereik klinkt groots en weet pittige kracht neer te zetten, als bewijs dat rock ook zonder rauwe vocals kan. In Maestoso laat hij zijn rijke contrast tussen donkerdiep en de ijle hoogtes de vrije loop.
Wanneer Matis Cooreman, een vriend van Simon, naast Simon plaatsneemt voor een instrumentale jam, krijgt de Raman.-sound nog meer diepte. Met zijn mondharmonica neemt hij de rol van vocals probleemloos over. De heren voelen mekaar perfect aan en dat levert een ongedwongen, prachtige combinatie op. Pittig, met de rauwheid die blues nog mooier maakt.
Ook laat Matis zijn harmonica, maar ook zijn diepzware stem als backings klinken in Raman.’s ode aan alle vrouwen. ‘Just like a woman…’
Wat als een ‘jazz-probeersel’ aangekondigd wordt, klinkt heerlijk, want “You don’t know what love is, until you know what the meaning of the blues is”! Nog meer nieuws horen we wanneer Simon een nummer speelt uit de nieuwe dingen die ze in december opnamen in de studio. Nummers die wat blijven liggen waren. Voorzichtige somberheid en knappe ritmes in een veilig warme, veelbelovende sound.
Deze jongeman liet nog niet het laatste van zich horen… keep an ear on him.