Tijdens Les Nuits wordt de Botanique rijkelijk gevuld met opkomend muzikaal talent, gevestigde waarden, dansende benen en meezingende kelen, frisse pintjes, warme dagen en zomerse nachten. Je kan je verwachten aan een programma vol talent en diversiteit, met namen als Girls In Hawaii, Sophia en Videoclub. Maar ook voor nieuwe namen zoals de SoundTrack laureaten Coline & Toitoine wordt plaats gemaakt. Op donderdag 9 september was het de beurt aan de Française Pomme, met de verrassende Aurel als opwarmer.
Het voorprogramma schoot ongelofelijk raak. Aurel kreeg naast het mateloos enthousiasme van het publiek ook ons geïnteresseerd oor. Omgeven door twee synthesizers, een microfoon, een drumpad en een gitaar, mengde hij samples en riffs van her en der tot een fascinerend geheel. Ondanks de vele, simultane loops klonken de nummers zeer gebalanceerd. De synths, de dromerige atmosfeer en het gebrek aan andere bandleden deed eerst de indruk ontstaan dat het zou gaan om een shoegaze/bedroom popartiest. Dit vooroordeel werd echter al na twee nummers volledig de grond in geboord door de heftige bassen en de uitgesproken drum. Die deed ons wat denken aan trap, eerder dan aan bedroompop.
Het publiek was niet van plan om lang te wachten op Pomme. Donderende voeten en veel gejoel eisten haar op het podium, en nog liefst zo rap mogelijk. De zaal explodeerde zowat toen ze haar etherische verschijning aan het publiek onthulde. De enige manier om het volk te bedaren was om koppig te beginnen zingen te midden van de luide liefdesverklaringen. Een enkele spot filterde wat licht door haar victoriaans wit hemd, waardoor enkel haar silhouet zichtbaar was. Een vertederende en gouden stem stroomde naar ieders oor en de betovering hield ons al na drie akkoorden in de greep. Ons werd ooit verteld dat verliefd worden iets zeldzaam en uniek is. En toch stonden we daar met een paar duizend man. Allen op slag verliefd.
Graag had ze een openingsspeech gegeven om ons allen te verwelkomen, maar de liefde was te groot om stil te houden. Een glunderende Pomme werd na haar eerste nummer zelf verwelkomd door onophoudelijk gejuich. Hoe meer ze glunderde, hoe meer we juichten — en hoe breder ze glunderde. De nummers bleven komen, net zoals de liefdesverklaringen, de betovering en het glunderen. Toen ze haar autoharp bovenhaalde om Les Oiseaux te spelen, ontplofte het publiek wederom in halve hysterie. Ook haar tedere, maar zelfzekere cover van Mylène Farmers Désenchantée werd uit volle borst meegezongen. Na Kate Ryan heeft nu ook Pomme het nummer geëerd, en voor ons part mag ze nog een hele hoop andere nummers naar haar hand zetten.
Nadat ze haar liefde voor champignons uitte met behulp van een statige champignonmuts wenste ze Pascale in het publiek wat zoentjes toe. Ze wist ons nog een deal aan te smeren waarin ze zou doen alsof ze vertrekt, maar met voldoende gejuich wel een paar bisnummers zou overwegen. Waarschijnlijk was ze al tevreden met een negentig decibel, want ze bleef amper tien seconden achter de schermen. Dat weerhield het publiek er uiteraard niet van om ieders trommelvliezen alsnog te doorboren met hun enthousiasme.
De bisnummers werden uiteindelijk bijna een halve set. Dit tot niemands beklag. De wolken hadden buiten de sluizen opengezet, maar Pomme had het binnen goed knus gemaakt. Met haar armen gespreid als een vliegtuig maakte ze nog een paar rondjes rond de instrumenten en vloog ze de coulissen in. C’est un oiseau? C’est un avion? Non, c’est superfemme.
Pomme / Aurel
Foto’s door Fleur De Backer