Geef ons een weide, een podium en tegenwoordig ook een stoel van waarop we kunnen headbangen, stagediven en meezingen en het zit helemaal goed met de festivalzomer! Ook Popallure speelde perfect in op de moeilijke omstandigheden waarin live-optredens nu moeten doorgaan en zorgde op het terrein naast het Cultureel Centrum in Nazareth voor sfeervolle, gezellige Zomerbubbels om te genieten van drie talentvolle, Belgische bands.
Met Dave Schroyen (Evil Superstars, Millionaire) achter de drums, bassist Jacques Nomdefamille (Heisa) en zangeres, gitariste Nele Janssen (Head On Stone) weten we dat ze samen als Peuk eender welke romantische weide in lichterlaaie kunnen zetten met hun sludge-, punksound. Nijdige riffs, laaiend diep baswerk, een drummer die wellicht één van de beste van België is en een zangeres die de longen scheurend uit haar lijf krijst en brult. En dat terwijl ze de hele weide even later in de ogen kijkt en zoete woorden laat klinken, die ze meteen weer weg weet te slaan met een dieprauwe energie die uit de diepste kern van haar lichaam en ziel lijkt te schreeuwen.
Het woord ‘lie’ klinkt niet mooier dan uit de mond van Nele Janssen, die het bitterzoet uitzingt en het schreeuwend tegen ieders trommelvlies drukt in Magpie.
Het trio lijkt op het podium ondertussen versmolten met elkaar tot één chemisch element. Peuk, onschuldig maar brandbaar. En dat hevig vurige horen we in Cave Person. Met een je m’en foutistische ‘No one cares’ en het rake, vuile drum- en snaarwerk nog steeds één van onze favoriete tracks. Madness and sadness is in her voice like insanity… Skin It speelt met ritme, plagende vocals en trekt je de ruige diepte in, terwijl Endless Sparks bijna teder klinkt.
“Merci om hier allemaal te komen zitten en dat risico te lopen om hier een fatale besmetting op te lopen.” Nadat hij even de basgitaar stemde, haalde Jacques met heerlijk droge Limburgse humor een niet ongevoelig onderwerp aan: “Zo. Ik heb gestemd. Stemmen jullie dan volgende keer op iets wat cultuursubsidies geeft of zo?” Waarop Nele toch even polste of het fijn is om daar zo te zitten, op een stoeltje. De luidkeelse ‘nee’ van het publiek klonk niet onverwachts, waarop ze hoofdschuddend ‘nee he… niet zo tof hé’ toevoegde.
Het eerste optreden van vanavond was in dat te korte half uurtje zó raak! Loodzwaar de diepte in gesleurd worden door de drums, terwijl de bas ze weer optilt voor een laatste explosie met een heuse Riot Grrrl!
‘One two three four!’ Echte rock-’n-roll kondigt zich aan met het aftellen, maar wanneer net daarna blijkt dat er eerst nog een technisch probleempje op te lossen valt, was een tweede start nodig. Maar daar wist het noisepoptrio High Hi met wat humor perfect op in te spelen.
We kwamen aan bij hoogzomer, maar doorstonden enkele seizoenen op één avond. Net voor de optredens begonnen, kregen we de coronaregels voor het publiek te horen. Eentje ervan klonk als volgt: “Ook als het regent, is het belangrijk om op je stoel te blijven zitten, want we hebben binnen onvoldoende ruimte om iedereen veilig een plek te geven.” En dat moést natuurlijk getest worden, want nog geen uurtje later kregen we een wolkbreuk te verwerken. Er doken paraplu’s op, in de bubbels werd er dichter bij mekaar geschoven, er doken mensen onder hun stoel… Maar iédereen bleef netjes in zijn eigen zomerbubbeltje en zou geen seconde missen van het optreden van High Hi. Na hun debuutalbum Hindrance (2017), is hun nieuwe album Firepool net uit en daar kregen we dus ook heel wat uit te horen zoals de knappe opener 94A9 en Alligot.
De zuiver melancholische maar ook pittige stem van gitariste en zangeres Anne-Sophie Ooghe gaat harmonieus samen met die van drummer, zanger Dieter Beerten. Samen met bassist Koen Weverbergh zetten ze een fijne indierocksound neer, waarin we – vooral ook dankzij de diepe baslijnen – een flinke zweem postpunk en new wave horen.
Het mooie aan dit trio is dat het allemaal heel natuurlijk komt. Alsof het hen geen enkele moeite kost om hun muziek te brengen. Wat nu wel opviel, was dat de tracks een stuk vlakker en lineair opgebouwd klonken dan op plaat.
Met hun huidige hit Daggers, die momenteel al zes weken op 1 staat in De Afrekening van Studio Brussel, werd met diepe bas- en drumtoon en zwoele vocals knap afgerond, voor een enthousiast publiek.
Het aantal bandleden daalde en de decibels stegen, wanneer het Antwerpse duo Equal Idiots aantrad. Thibault Christiaensen (gitaar en zang) en Pieter Bruurs (drums en zang) zorgden vol energie voor een flinke sneer garagepunk.
Strak drumwerk, melodieuze gitaar en jong energieke punkstemmen horen we meteen in Knife And Gun. Het is echt niet evident om te dansen op een stoel, dus wordt het publiek door Thibault uitgenodigd om rechtstaand te dansen, onder het motto: “Er is nog nooit iemand gestorven door te dansen. Of toch… misschien wel?” Daarop ging toch al gauw de helft van het publiek rechtstaan en werd ter plekke de tegelpunkdans uitgevonden.
Dat het publiek de sound en de energie van Equal Idiots smaakt, is zichtbaar tijdens What Yu, Wrong, Run en ABC. Eén van onze favoriete nummers vanavond was Hippie Man. Een nummer dat af en toe even stil lijkt te vallen, waarna het losbreken nog zo lekker stevig klonk.
Verder merken we heel wat nummers met ‘nananana’ in de teksten en toch daagt de band het publiek net uit om Comfortable Home te gaan meezingen. Comfortabel voelt het voor de heren wel, want heel even wordt de Poppalure Zomerbubbels-weide door Thibault vergeleken met het Wembley-stadion.
Toothpaste Jacky wordt fluitend, bijna emotioneel liefelijk, voor alle aanwezige mama’s gezongen. Een nogal instrumentarme intro opent Butter, dat dan meteen wel losbarst in een jeugdig punkriedeltje. Eén van de hoogtepunten van dit optreden.
Met Adolescence, Cowboy en Put My Head In The Ground werd afgesloten en de gedachte die overheerst over Equal Idiots is dat die twee jonge heren een heus, kwalitatief geluid weten neer te zetten. Zuiver strak, afgewerkt en vol energie. Daarnaast ervoeren we de tracks als weinig gevarieerd, in een (te?) erg jonge Greenday-sfeer.
Foto’s Peuk (c) Hans Vermeulen:
Foto’s High Hi (c) Hans Vermeulen:
Foto’s Equal Idiots (c) Hans Vermeulen: