Bondour à tous! C’est parti! Dour 2024 startte officieel al op woensdag met een laatavond programma en de helft van de podia geopend. Alle acht podia stonden vanaf donderdag onder een loden zon te blinken en te glimmen van ongeduld. Zouden ook de weergoden van oordeel zijn dat Dour het leukste en plezantste festival van Europa is? Wellicht is de muzikale mengeling van alle denkbare genres en subgenres op de imposante line-up een reden ‘hierboven’ om een extra temperatuursduit in het zweterige zakje te doen. Het aantal truien was rond middernacht tot nul te herleiden, het aantal ontblote mannenbasten bleef hoog op de teller van testosteron. Wat was de impact op de animo in de tenten en voor de podia?
Opvallende vaststelling dit jaar was de lage bezetting in grotendeels lege tenten tot het avondprogramma losbarstte. Niet abnormaal op zich maar op donderdag waren de kleine tenten ook bij valavond nog halfleeg. Misschien moest iedereen nog wat aan de temperaturen wennen. Het was tenslotte ook al een jaar geleden dat er nog een streep zomer getrokken werd.
Ook de bands hadden op donderdag niet de allerbeste vorm te pakken, gelukkig waren er voldoende uitzonderingen om de regel te bevestigen. Aan de sfeer en de gezelligheid werd hoe dan ook niet getornd. Dour baadde in de sfeer van de grote feestdagen. De eerste tent die we bezochten was Le Labo. Daar maakte Dushime haar opwachting.
Deze Belgische-Rwandese artieste beschouwt de kunst van het optreden en muziek als een helend proces waarin men werkelijk tot zijn puurste vorm kan komen. We zagen deze frisse verschijning, zowel op het podium als binnen de Belgische kunstsector, al aan het werk en zelfs voor naar schatting 30 vroege vogels was ze onverstoorbaar haar ding aan het doen. Dushime heeft een stemtimbre om van te smelten en haar podiumprésence is steevast overdonderend. Ze laat muziek en theater hand in hand dansen in het laboratorium van haar ziel. Er waren een toetsenist en een drummer aanwezig maar het meest veelzijdige instrument bleef haar gouden stem. Haar warme stem schiep een verbondenheid hoewel ze meestal in haar eigen wereldje vol harmonie vertoefde.
In Le Garage, het oord voor harde en milde gitaren, was her en der ook eens plaats en ruimte voor iets dat we als indiepop mogen klasseren. Het Braziliaanse Ana Frango Elétrico kon niet beter bij de temperaturen passen want Ana rapte en zong een subtropisch feestje over de garagisten af. Ana Faria Fainguelernt, de 26-jarige singer-songwriter uit Rio De Janeiro treedt op als elektrisch kieken, want frango betekent kip. Ze is met haar band al zowat zes jaar actief en bracht vorig jaar nog de tweede plaat, Me Chama De Gato Que Eu Sou Sua, uit. Dit betekent zoveel als “noem me een kat, ik ben van jou”.
Ze was met haar debuut overigens genomineerd op de Latin Grammy Awards, voor wat het waard is. Na een wat aarzelende start werd haar glimlach beter. Haar zonnebril hield ze aan. Heel aanstekelijke muziek in de stijl van Cibo Matto overspoelde de zandbak die Le Garage dit jaar was. De aanwezigen hadden er wel oor naar en we stelden vast dat Ana Frango Elétrico een puike indruk naliet want de melodie van de slotsong werd na het optreden in de tent gescandeerd, tot haar grote tevredenheid uiteraard.
Terug naar Le Labo voor de komst van een sprookjesfiguur. Mariposa had een backdrop mee waarop de vindplaats van haar socials een concert lang te bewonderen viel. “Dondestamariposa” deed ons afvragen waar Mariposa zich bevond, welja, dat was nogal duidelijk. Voor onze neus!
Deze in Nederland wonende goedlachse en onder de indruk zijnde jongedame met Colombiaanse en Italiaanse roots had een schattige knuffel aan haar riempje hangen. Het bracht haar niet uit balans en gaandeweg zag je haar zelfvertrouwen groeien waardoor het optreden toch een uitbundig slot kreeg. De DIY-esthetiek in haar met ‘latin rap’ verzwaarde roze doughnuts-bedroomspinsels werkte wel. Als ze ook het nodige zelfvertrouwen van bij aanvang in haar door een dj gestuurde set pompt, dan kunnen haar optredens heuse feestjes worden. Pastorita Mariposa gaf alvast een groovy inkijk in haar muzikale denkpatronen.
Onze eerste passage in het gerenommeerde La Petite Maison Dans La Prairie was er eentje dat mocht tellen. Daar waren we immers getuige van de comeback van Le Prince Harry. A Long Way Down is het onverwachte nieuwe album van dit geweldige Luikse duo met de artiestennamen Snon en LiO. Deze laatste zingt, zijn kompaan met petje is muziek- en tekstleverancier. Muzikaal klinken ze alsof The Soft Moon twintig jaar eerder geboren was en er nooit een Bauhaus was geweest. Donker, stevig, maar zéér dansbaar melodieus en in het kleine huis in de prairie was er geen levende ziel die stilstond. En dat was maar goed ook! De ene Prins Harry is tenslotte de andere niet.
Van het ene uitmuntende duo in de prairie naar het andere in de garage. Joe Henwood (bariton sax) en Tash Keary (liefste drumster ter wereld) vormen samen O. Op socials kan je die als ‘O. the band’ terugvinden. Hun debuut WeirdOs kwam deze lente uit en is de perfecte samenvatting van hun broeierig interessante mix van metal, dub, hiphop, jazz en punk. En dat kwam inderdaad allemaal uit het brein van deze jonge Londenaars. We zagen ze al een paar keer aan het werk en dat ze de garage volledig in hun greep kregen was dus geen verrassing. De springerige frivole sax-intro van 176 zette de toon want als Tash vol gas gaf en de basdrum deed ontsporen, was de metalfuzz een feit. Tash en Joe hadden best wat tijd nodig om de sound goed afgesteld te krijgen. Dat is voor elke band belangrijk, maar des te meer voor een band die alles live inspeelde. Geen sinecure meer dezer dagen.
Tijdens Micro ging de snelheid nog een stuk de hoogte in. Ondanks het woord ‘micro’ speelt O. alles voor de volle 100% instrumentaal in, zonder zang. De enige die het woord nam was zoals steeds Joe, met de gebruikelijke uitleg over het feit dat ze ontdekt werden door Black Midi. En ze maakten al reclame voor hun optreden in de Botanique op 25 september, hun favoriete concertzaal in België. Wie kan hen van slechte smaak betichten? Op het einde was Slap Juice de gebruikelijke muilpeer die menig monden deed openvallen. Overheerlijk hoeveel plezier Tash weer uitstraalde tijdens de speedmetal delen van de show. O. wat waren jullie weer goed.
Wie nu nog niet wakker was zou het nooit meer worden, tenzij die op voorhand lag te slapen voor het kleine huisje iets verderop waar niemand minder dan Shame voor een weliswaar slechts voor een derde gevulde tent zijn gebruikelijke oncontroleerbare zelf mocht zijn. Heel bizar en eigenlijk verontrustend hoe weinig volk daar samengepakt stond. Anderzijds, de aanwezigen hadden overschot van gelijk en maakten gretig gebruik van het spel van ruimte en gehoor. Shame serveerde als vanouds voedsel voor de wormen, want zo heet hun laatste worp van vorig jaar immers. Food For Worms kwam alweer vijf jaar na hun spraakmakend debuut Songs Of Praise. De manier waarop zanger Charlie Steen een optreden naar zijn hand zet is werkelijk fenomenaal. Hoogste onderscheiding voor de man in de afstudeerrichting “volksdemagogie en aanzetten tot ongebreideld uitbundig feestgedrag”.
En dat is dan nog zonder de fratsen en letterlijk te nemen capriolen gerekend van bassist Josh Finerty die na al die jaren blijkbaar nog steeds zonder knieprotheses kan optreden. Wie Shame ooit zag weet dat de brave man het podium van links naar rechts en uiteraard omgekeerd af spurt. Dat deed hij nu ook, en ja hoor ook de slecht uitgevoerde salto’s zijn nog steeds knettergek van de partij. Slecht uitgevoerd horen we je denken? Ja, we geven toe, met een basgitaar in de hand caprioleert zoiets moeilijker. Shame klonk weer rommelig hoewel het recentere werk daar op zich minder aanleiding voor geeft. Maar Shame heeft live de intentie een pletwals te zijn, een feest voor crowdsurfers en moshers. Het betere ‘vuist in de lucht’-werk voor ogen houdende was Steen vanaf het begin al bij de les en hij zweepte de kleine massa op tot heldendaden. Concreet was een nummer als Concrete daar uitermate voor geschikt. Postpunk met een extra ster want het nummer leek ook deze keer gewoon heerlijk te versnellen.
Eén van onze favorieten, Snow Day, was met deze hitte extra hilarisch, maar het is Shame op zijn best. One Rizla loste op het einde de greep niet meer van de naar britpop hengelende sound en de beklijvende zanglijnen van Steen. Steengoed waren ze niet, maar het kwam in de buurt, en het publiek moet ook in dezelfde richting meedenken wat minder dan gebruikelijk het geval bleek te zijn.
In het geval van Cal Francis, de non-binaire bendeleider van het verschroeiend collectief Ditz uit Brighton was het zoals gebruikelijk koffiedik kijken wat diens opinie was over de gebeurtenissen in hun garage. Ditz is hot dus liet Cal de koffie voor wat het was en er werd voor frisse pinten geopteerd. Ditz toerde al met IDLES en – ééntje voor de boekskes – gitarist Jack Looker stond in de garage op hetzelfde podium als zijn lief een jaar eerder, Lilly Macieira van Lambrini Girls. Francis laakte al meteen de passieve houding in de zandbak ondanks de hoge temperaturen. “Didn’t you take your pills yet? Cause I know what kind of festival this is.” Wie Ditz al ervaarde weet ook dat Francis zich niet kan beperken tot een vierkante meter podiumervaring. Cal stond dus meer op de letterlijke barricades of in het publiek dan op dat podium. Een half leger podiumtechnici was constant met microkabels aan de slag en het publiek mocht Francis letterlijk op handen dragen.
Op een bepaald moment klom Cal – zie aparte fotoreportage – op de lichtboog over het podium en dat gebeurde met een verrassende behendigheid. Ongevaarlijk kon je dit allesbehalve noemen. Zoals in het schitterende Ded Würst in het begin en I Am Kate Moss in de finale mixt de band een soort ingehouden spanningsveld met verstilde ritmesectie en fluisterzang met een ongemeen hard eruptief gitaargeweld en onderkoelde postpunk. Ditz was minder dwingend dan in het voorjaar als opener voor IDLES in de Lotto Arena. Francis sleurde hard aan de “all-in experience” maar collectieve gekte was hun deel deze keer niet, een beetje het euvel van alle ‘overdag’-bands op dag1 van Dour. Ofwel was het nog te warm ofwel was niemand al wakker genoeg. No Thanks, I’m Full was dan een beetje de symbolische afsluiter van een alweer gedenkwaardige passage van de gekke Britten.
Hoe zou het er ondertussen aan toe gaan in de vermaarde De Balzaal maakten we ons de bedenking. Niets leuker dan de Franstalige Dourganger ‘De Balzaal’ te horen uitspreken. Het Engelse elektronische dansduo Max Rowat en zangeres Katie Boyle zagen we daar aan het werk onder hun techno alter-ego Koven. Van de Londenaars kregen we enkel Boyle fraai in beeld, ze draaide aan de knopjes, danste dat het een lieve lust was en pepte de dansende massa op. We hoorden dubstep en drum-’n-bass in een mix met trap, house en vleugjes pop.
Hoe is het mogelijk dat Bar Italia ons al twee keer diep heeft ontgoocheld. Nochtans zijn de beide platen van deze Londenaars, Tracy Denim en The Twits, heerlijke lapjes indierock. Maar helaas waren ze in mei nog ondermaats. Derde keer goede keer dan maar zeker? En of ze die kans met beide handen grepen. Sam Fenton en Jezmi Tarik Fehmi stonden zorgvuldig, strak maar toch ongedwongen frivool te spelen, en hun gitaarpartijen klonken verfijnd ondanks dat er duchtig aan de volumeknop werd gedraaid. Zangeres Nina Cristante liet ook deze keer bewonderen hoe sensueel ze kan dansen en het werd een persoonlijk bijna-vreugdesprongmomentje toen we haar perfect in lijn met de melodie hoorden zingen.
My Little Tony was een ruige gezamenlijk gezongen britpopsong van betere kwaliteit. Een jengelende lo-fi-rocker uit The Twits als Jelsy kwam mede door die heerlijke samenzang heupwiegend en verkoelend binnen. Real Housewibes was een absoluut hoogtepunt en als het allemaal goed zit, vinden we de pirouettes van Cristante ook té sensueel voor woorden. Zo geschiedde! We zaten op die kwaliteit te wachten en Bar Italia trok die lijn een concert lang door. De naar Pinback hunkerende rocker Punkt was een fijne afwisseling en ook Polly Armour zinderde heerlijk door. Glory Hunter in de finale zette met verve de veelzijdigheid van de band op plaat op een podium om. We waren door het dolle heen dat we hen de voorkeur hadden gegeven op één van de 7 andere podia.
Tijd voor een pitstop in Le Rockamadour, de door containers omringde danszandbak. Suzi Analogue draaide daar plaatjes en ze had danseressen meegebracht. Maya Shipman heet de 36-jarige New Yorkse als ze niet analoog bezig is. Haar naam is een subtiele verwijzing naar haar ‘all time hero’ RZA ofte Bobby Digital. We hoorden van alles maar zeker hiphop, soul-infusions en luide bassen. Dansen dansen dus!
Terug naar La Petite Maison voor andersoortige exotische input uit Turkije. De Nederlandse Turken van Altin Gün, gouden dag in onze taal, spelen ‘anatolische rock’ en speelden onlangs hun zangeres Merve Dasdemir kwijt. Misschien wilde zij het geluid meer richting pop duwen en wilden de andere Günners dit niet. Feit is dat we inderdaad naar een met jazz geïnjecteerde hedendaags maar onmiskenbaar Turks geluid luisterden. Niet ons ding maar in de tent stond meer volk dan eerder de dag dus de fanbase was omnipresent. Het klonk allemaal best psychedelisch maar te Oosters om ons lang te boeien. Erdinç Ecevit Yıldız nam de zang integraal over van Merve en leek een hogepriester achter zijn altaar. Maar kijk, waar waren we vandaag nog geen kijkje gaan nemen? Juist, aan het hoofdpodium.
Totale waanzin omringde ons in de frontstage zone voor het hoofdpodium. Naar schatting 80 fotografen en videografen stonden daar samengetroept voor de headliner. Isis Naija Gaston heet de 24-jarige Amerikaanse rapper uit de Bronx, maar de wei was volgelopen omdat ze ‘en public’ furore maakt als Ice Spice. Euforische taferelen in het publiek telkens een moment van stilte viel vooraleer een dj de boel kwam opfokken voor zover daar nood aan was. “Belgium, let me hear you”. Met de introductie door de dj inbegrepen had haar optreden ook maar de tijdsduur van een voetbalhelft waarbij zelfs weinig blessureleed was meegeteld.
Ice Spice kwam als uit de hemel gezonden de fans begroeten in een felle zoekspot. Op de achtergrond werden helikopters geprojecteerd op de backdrop. Dansers in haar zog en een blitse combinatie tussen pickeloranje haar en fuchsia lingerie leverden een visueel totaalspektakel op dat haar optreden extra pigment bezorgde. Pigment en pikant, het lijkt wat op elkaar, en de klassieke rap clichés werden gretig bovengehaald. Je kent ze wel, de “big asses” en de “main bitches”. Los daarvan had het optreden muzikaal veel meer om het lijf dan het aantal gram textiel rond haar lichaam liet vermoeden. Isis is een begenadigde rapper en haar nummers staan er ook wel.
Munch (Feelin’ You) opende de set met een onderkoelde groove en haar snelle raplijnen er overheen. Tot zover niets bijzonder maar met Barbie World, de met Nicki Minaj verrapte versie van het iconische Aqua-nummer, ging de wei compleet over de roze (rooie klopt kleurtechnisch niet). Phat Butt mag dan wel de lyrische clichés opstapelen, het was wel een dijk van een rapsong die haar status als headliner best wel wettigde. De gigantische luchtkastelenversie van zichzelf in cartoonvorm, de backdrop, de show, de choreo, welja, daarom stond ze op die plek. En ze stond daar omdat ze zich al die heisa kan permitteren. Supersterren leven in een parallel universum. In Think You The Shit (Fart) vlogen de verwensingen aan jaloerse meiden in het rond, maar de spots bleven op haar gericht. Ice Spice was wel degelijk de shit.
Op Dour blijf je van het ene universum in het andere belanden. Na al dit fraais en extravagants kregen we in Le Garage no-nonsense postpunk voor de kiezen geschoven uit Amiens. Structures kennen die plek al goed want vorig jaar stonden ze daar ook al furore te maken. Ook nu waren ze erg strak aan het spelen en de zang kwam uitstekend boven de noisebrij uit. De typisch rollende postpunkbas bleek nog steeds het uitgangspunt. De filmploeg met ADHD die vorig jaar de hele tijd de band achtervolgde en voor de voeten liep, hadden ze deze keer wijselijk thuisgelaten. Vorig jaar vonden we ze nogal eenheidsworstachtig klinken maar dit jaar klonken ze best wel strak en een pak gevarieerder. De structuur zat beter in elkaar…
De dag werd afgerond – althans wat ons betreft want de Boombox en De Balzaal zwegen nog niet – in La Petite Maison voor een dubbele dj-set. Het was eerst de beurt aan Jyoty. De van origine half Amsterdamse half Indiaanse opereert nu vanuit Londen maar leerde het uitgaansleven kennen in clubs als Paradiso en De Melkweg. Daar kwam ze ook in aanraking met UK garage, UK funk en dancehall. Dit beïnvloedde haar erg opzwepende en overtuigende dj-set en het was heerlijk om haar zelf te zien genieten van het succes dat zich vertaalde in een kolkend dansfeestje.
De turntable desk werd verrold en vervangen door die van Jayda G. Ze heet Jayda Guy, is Canadese en een grote naam in de dj wereld. Eén van haar songs werd in 2021 zelfs bij de dance genomineerden opgelijst op de Grammy Awards. Ze remixte ook al werk van Dua Lipa. Nodeloos te stellen dat de nacht jong bleef en het volk bleef dansen en feesten. En er volgden nog 3 dagen waarvan 2 onder een loden zonnetapijt.
Bekijk hier ook de sfeerbeelden van het festival.
DOUR Festival / Dushime / Ana Frango Elétrico / Mariposa / Le Prince Harry / O. / Shame / Ditz / Koven / Bar Italia / Ice Spice / Structures / Jyoty / Jayda G