“Het verlangen naar een partner. Naar een soulmate om lief en leed mee te delen. Liefst voor eeuwig en één dag. En de knagende onzekerheid dat je die misschien nooit zal vinden, en dus veroordeeld zal zijn om je hele leven in verpletterende eenzaamheid door te brengen. Zou er iemand zijn die nooit op dat punt gestaan heeft? Ik alleszins wel.”
“Liefde willen geven, en je geliefd willen voelen. Maar niet weten hoe dat moet. En toch blijven leven op hoop. Op de hoop dat er een nacht komt dat alle sterren wél juist staan, en de vonk met De Ware overslaat.
Richard Hawley vat het gevoel perfect in Coles Corner, het nummer waardoor ik een kleine twintig jaar geleden fan voor het leven ben geworden. Net zoals zijn grote voorbeeld Frank Sinatra schuwt Hawley de romantiek niet in zijn songteksten. Schaamteloos kwetsbaar en onzeker legt het ik-personage zijn ziel bloot. Hij trekt ’s avonds in zijn eentje de stad in, waar het leven van alledag tomeloos verder raast en niemand hem opmerkt. Zou ze deze nacht aan hem verschijnen? Heeft ze een bloem in haar lange golvende haar? In zijn dromen kan hij haar haast aanraken. Maar er daagt weer niemand op. En het boeket dat hij – je weet maar nooit – gekocht had, gaat uiteindelijk weer mee naar huis.
The loneliness hangs in the air. De tragiek van de liefde, bezongen door de grootste crooner van zijn generatie.”