“Moesten we een platenlabel zijn, we hadden This Can Hurt al lang een contract aangeboden, waar ze de eerstkomende jaren onmogelijk nog van onder geraakten”, schreven we bij het verschijnen van hun album Worlds Apart. Met hun rake strelingen voor oor en ziel met een hoog rockgehalte werd de Gentse band ondertussen opgepikt door het label Glasstone Records. Een ideale gelegenheid om het met de heren even te hebben over verleden, heden en vooral de toekomst.
Jullie tweede album Worlds Apart werd niet alleen door de luisteraars goed onthaald, maar werd ook opgepikt door een label. En niet zomaar eentje… want het Britse Glasstone Records heeft o.a. ook Peter Hook (Joy Division) onder zijn vleugels. Wat betekent dit voor jullie/ doet dit met jullie?
Wat het voor de band zal betekenen zullen we nog even moeten afwachten, het album is nog maar enkele dagen uit (sinds 8 mei) via Glasstone. We hopen op wat meer aandacht op het thuisfront. België blijft een bizar land op muzikaal gebied… we durven al eens experimenteren met verschillende genres, misschien ligt daar het ‘probleem’. Niet metal genoeg voor het gemiddelde metalfest, te donker voor de commerciële festivals, te zwaar voor de wavescene, en ga zo maar door. In de buurlanden staan we zowel op pop-, rock-, metal- en gothicfestivals. Raar dat de Belgische programmatoren zich in veel gevallen aan één uitgesproken genre vastklampen. Nu ja, voor ons persoonlijk is de deal met Glasstone de bevestiging dat we met iets bezig zijn dat er op één of andere manier toch uitspringt. Of we België daarvan kunnen overtuigen zullen we moeten afwachten.
Jullie hadden alle vier al een muzikale rugzak vóór This Can Hurt, dat in 2014 door JP De Brabander en Jack Noise leven werd ingeblazen. Een onomkeerbare chemische reactie bleek dat te zijn, want het eerste album Nothing Matters was meteen raak. Worlds Apart volgde vorig jaar, het eerste album waar jullie met vier aan werkten. Hoe is de band gegroeid / geëvolueerd in die 6 jaar?
JP: Ik denk dat de band vooral live is geëvolueerd, er is groot verschil tussen een studioduo met sessiemuzikanten en een band die wekelijks een paar uur samenzit in een repetitiekot. Dat merken we zelf ook wanneer we live spelen. Met Sven en Jo in de rangen is de band live veel strakker en overtuigender geworden. Vóór de komst van Sven was ik naast gitarist ook frontman / zanger van de band, een plek waar ik me nooit 100% op mijn gemak heb gevoeld maar waar Sven zich als een vis in het water voelt. Een ritmesectie moet, zeker in een band als This Can Hurt, een machine zijn. Jo en Jacob zorgen voor die machinale drive waardoor het live-plaatje nu ook helemaal klopt. Elk zijn stiel, zeggen ze hier, en na wat gekonkel in de line-up, hebben we uiteindelijk de juiste stielmannen op de juiste plaats.
Het This Can Hurt–geluid wordt vaak vergeleken met dat van Nine Inch Nails. Een fijne vergelijking? Jullie spelen ook wel graag covers van de band. Een inspiratiebron?
Zeker! Zonder het van elkaar te weten zijn we eigenlijk alle vier zware Nine Inch Nails-fans. Dat zal ongetwijfeld zijn invloed hebben op het This Can Hurt-geluid, maar het is zeker niet de bedoeling een tweede Nine Inch Nails te zijn. Een inspiratiebron… ja, maar in die zin dat Mr. Reznor zich ook geen bal aantrekt van structuren en genres. Als Jack morgen het geluid van een stuiterende skippybal doorstuurt, staat er misschien een zwaar technonummer op het volgende album ?. Bij Nine Inch Nails weet je ook nooit wat je moet verwachten van een volgend album, dus in die zin zeker een fijne vergelijking!
Het idee voor een Nine Inch Nails-cover kwam er eigenlijk pas nadat we in de recensies constant de vergelijking met Nine Inch Nails te lezen kregen. We waren er altijd van overtuigd geen covers te spelen, maar deze voelde heel natuurlijk aan… Het tekstuele aspect speelt binnen This Can Hurt altijd een grote rol, en Every Day is Exactly The Same leunt in dat opzicht ook dicht aan bij de eigen nummers. Zodoende toch een cover in de set… haha.
Jullie sound krijgt heel wat labels opgekleefd, van industrial tot new wave, gothic, electro, rock… men hoort er heel wat invloeden in terug. Wij hebben het niet zo voor labels en grenzen van genres, maar veel luisteraars houden toch wel van muziekhokjes. Gooi alle etiketten overboord en grijp deze kans: hoe beschrijven jullie je geluid liefst zelf?
Haha… Dé vraag waar we altijd mee af te rekenen krijgen! Wij gaan voor ‘Industrial Post Wave’, al zijn poppy elementen ook nooit ver weg… Moeilijk om met iets allesomvattend op de proppen te komen. Voorstellen zijn altijd welkom.
Hoe komt een nummer tot stand? Door samen te experimenteren? Heeft elk een bepaalde rol bij het componeren?
Dat is een nogal ‘specifiek’ proces… Jack is eigenlijk Mr. Soundscape, een nummer vertrekt eigenlijk altijd vanuit één of ander bizar geluid dat Jack ergens heeft opgenomen. Zo is bv. Hourglass begonnen met het geronk van een stilvallende tractor. We weten zelf ook niet wat Jack op een erf met zijn recorder loopt te doen, maar laten we ons daar vooral geen vragen over stellen. Hij experimenteert thuis wat met die geluiden en stuurt die door naar JP. JP schrijft de muziek over die soundscapes en stuurt een allereerste mix door naar Sven. Sven voorziet het nummer van zang, en zo hebben we een eerste demoversie. Van daaruit wordt verder als band aan de songs gewerkt. Op dat moment liggen de grote lijnen vast, dan is het enkel nog een kwestie van te bekijken of alles live ook ineen valt. Soms passen we het tempo nog wat aan, of prutsen we nog een beetje aan de structuur zodat het live ook spannend blijft.
Wat mag er in een This Can Hurt-nummer niet ontbreken? Wat maakt jullie anders dan andere bands?
JP: Ik denk dat je in onze nummers altijd ofwel melancholie of een soort kwaadheid terugvindt. Twee gevoelens die bij heel wat bands terug te vinden zijn. Wat ons anders maakt is dat we niet vasthouden aan genres en structuren. En net door buiten de lijntjes te kleuren, krijgen we die typische This Can Hurt-klank, je kan er misschien geen genre op plakken, maar je zal altijd duidelijk horen dat het This Can Hurt is.
This Can Hurt startte ooit als studioproject. Hoe kijken jullie daar nu naar? Genieten jullie het meest van het creëren of staan jullie ook te springen om jullie werk live te brengen?
In tijden van lockdown zou het al een opluchting zijn om eens te kunnen repeteren, maar zelfs dat zit er de komende weken niet in vrees ik. Iedereen in de band zit zowel muzikaal als persoonlijk op één lijn, wat maakt dat zowel het schrijven als de liveshows plezant zijn. Misschien heeft JP een lichte voorkeur voor het studiowerk, maar van zodra de camionette voor zijn poort staat, glinsteren zijn ogen ook al.
We herinneren ons nog zeer goed de eerste keer dat we jullie live zagen. Veel te vroeg, op het kleine campingpodium van W-fest in 2018. En het enige dat we enkele dagen later – naar het einde toe van het festival en dus tientallen optredens later – konden denken daarover, was dat jullie absoluut op dat grote podium hadden moeten staan. Op welk podium zouden jullie graag ooit spelen? Met welke andere band zou je graag op tournee gaan?
Wel, het mag ondertussen duidelijk zijn dat ons niet in één hokje laten duwen. Hoewel we alle vier zwaar gebeten zijn door zowel wave, stoner en extreme metal, willen we ons niet enkel focussen op de festivals waar enkel die genres aan bod komen. Volgend jaar staan we bv. in Leipzig op het grootste gothic-festival van Europa. Uiteraard is dat heel tof, maar we willen onszelf niet vastrijden in het gothic-straatje, of het metal-straatje, of eender welk straatje. Qua band om mee op tour te gaan… er zijn er wel meerdere, maar Monster Magnet staat alleszins hoog op het verlanglijstje.
Wat is jullie muzikale droom / doel ?
JP: Nog lang kunnen verder doen zoals we momenteel bezig zijn. We hebben het grote publiek misschien nog niet weten te bereiken, maar we hebben tijd. Het heeft Triggerfinger ook 10 jaar gekost om door te breken. En we zijn nog jong en ambitieus hé. Allez, ambitieus alleszins!
Wat maakt de Belgische muziekscene volgens jullie uniek, of is die helemaal niet uniek?
Sven: Uniek,… Jettie Pallettie trekt hier overvolle zalen, op de nationale radio worden zeurderige zelfverklaarde indie-bands gehypet, een deftige gitaarsolo hoor je hier nog zelden… terwijl er zoveel meer talent in de Belgische scene te vinden is. Bands als bvb Shtevil of Stereoseat zijn, naar mijn bescheiden mening, muzikaal toch iets sterker dan veel van de bands die nationale zenders constant door je strot rammen. Nu ja, ik denk dat het in veel gevallen vooral om uiterlijk, de juiste contacten en geld draait. Maar dat is een algemeen gegeven in de muziekindustrie, en zeker niet uniek in België.
Met wie zouden jullie het niet erg vinden om 8 uur in een lift te zitten en waarom?
Gelukkig is dit de laatste vraag, want we hebben 4 flessen wijn en anderhalve bak Orval nodig gehad om uiteindelijk tot de constatatie te komen dat Sven geen 8 uur in een lift kan zitten wegens claustrofobie. Maar laat ons gaan voor een gesprekske aan den toog met Iggy Pop, Peter Steele en Henry Rollins… Imagine the chaos.