De nieuwe Gentse band The Night Club telt twee ons (zeer) bekende gezichten: Polie Van De Velde en Sander Van Den Broecke, die eerder hun stempel drukten op de Gentse undergroundscene met het onvolprezen Falling Man. Goed voor twee albums en een lange reeks concerten, vaak op het randje van het waanzinnige. Soms erover.
De band verdween zo’n vier jaar geleden plots van de radar. Tijd dus voor een kort, maar verhelderend interview met het duo over verleden en toekomst.
Binnenkort treedt The Nightclub op in het kader van Luminous Fest op 15/2 in Muziekcentrum Kinky Star in Gent en op 23/2 in Djingel Djangel in Antwerpen.
The Night Club is vanaf heden geopend maar het is verdomd moeilijk om Falling Man onvermeld te laten. Laten we dat dan maar meteen aansnijden vooraleer te switchen naar de actualiteit. Was Covid verantwoordelijk voor het verdwijnen van de band of speelden er andere zaken mee? Het was gedaan zonder veel meer. Een ‘afscheidsconcert’ is er nooit geweest, tenzij we ons vergissen.
Sander: Ge vergist u niet. Het is allemaal heel abrupt gegaan. Tijdens de eerste lockdown liet Lode Sileghem, de gitarist, weten dat het voor hem op was. De goesting was weg. We vonden dat alle vier jammer, en het deed zeer, want we zien elkaar nog altijd graag, maar stoppen was de enige mogelijkheid. Falling Man zonder Lode zou nooit Falling Man geweest zijn. Zonder die lockdowns was er zeker een afscheidsconcert geweest. Maar toen die voorbij waren, was het hoofdstuk al afgesloten. We zijn toen aan een lange zoektocht begonnen, en met veel vallen en opstaan zijn we bij deze versie van The Night Club uitgekomen.
Het heeft inderdaad even geduurd vooraleer de huidige line-up een feit werd, meer dan één ‘personeelswissel, maar wie zit er nu in de band?
Polie: Bart Bauters is de drummer. Met hem speelde ik twintig jaar geleden al in Captain Moon en daarvoor nog in Jumble Magic. Peter Van der Beken heeft nooit eerder in een band gezeten, hij doet de toetsen. Wij zijn vrienden, en op een avond demonstreerde hij mij zijn nieuwe passie. Hij was zelf analoge synths beginnen bouwen met materiaal dat hij uit Rusland liet komen, en de geluiden die hij mij liet horen, bliezen mij helemaal weg. Ik heb het meteen gefilmd en doorgestuurd naar Sander, en niet veel later hebben we hem het repetitiekot in gesleurd. Kasper Wijns is er het laatst bij gekomen. Een jonge gitarist, 22 jaar, zonder ervaring in een band, maar een echt fenomeen.
Hoe voelt het om (weer) bas te spelen, Polie? Bij Falling Man was het enkel gitaar (en wat zang) voor zover we ons herinneren.
Polie: Heerlijk. Dat was geleden van bij Jumble Magic. Falling Man had geen bas en ik moet toegeven dat ik dat op het einde toch als een gemis aanvoelde. Mijn overstap gebeurde eerder toevallig, in de eerste versie van The Night Club speelde ik nog gitaar. Misschien was ik ook wat uitverteld op dat instrument. En nu vind ik het geweldig om samen met Bart een groove neer te zetten, een fundament waar de anderen klanken bovenop toveren die ikzelf nooit zou kunnen verzinnen.
Waar komt de naam eigenlijk vandaan? The Night Club als bandnaam is wel lastig om googlen!
Sander: Dan heten we vanaf nu gewoon The Night Club. Voilà. Zo simpel is dat. Merci voor de tip, Wouter! Een night club is een plek waar ge gaat om te dansen en om u te amuseren, waar seks en excessen in de lucht hangen, maar in ons hoofd is de night club ook een vereniging voor liefhebbers van de nacht. Een club van mensen die iets hebben met melancholie, met fantasie, met stilte. En dat zit ook allemaal in onze muziek.
Hoe zou je (de sound van) The Night Club omschrijven?
Sander: Dat is geen gemakkelijke. Body music, zeggen we soms al lachend. We spelen grooves, en een nummer bestaat zelden uit meer dan twee akkoorden. Meestal is het dansbaar, en de sfeer is vaak mysterieus, dreigend, melancholisch, absurd. In de groep zitten mensen die opgeteld al iets van een 150 jaar naar de meest uiteenlopende muziek hebben geluisterd, en dat sijpelt allemaal door. Eigenlijk kan je ons nog het best vergelijken met bands uit eind jaren zeventig, begin jaren tachtig, die de energie van punk en rock injecteerden met reggae, funk, disco, krautrock, afro, jazz, elektronica, noem maar op. TC Matic, The Pop Group, A Certain Ratio, B52’s, Talking Heads, dat soort bands allemaal. Niet dat we per se zo klinken, maar het is die geest.
Is The Night Club een democratie tot dusver? Anders gesteld: werken jullie samen aan nummers, of heeft iedereen zijn – euh – ‘specifieke rol’?
Polie: Elk nummer begint vanuit improvisatie. En er is nooit een vooropgezet idee. Wij denken op voorhand nooit na over wat we doen, het moet spontaan zijn. Niemand zegt: “Nu gaan we eens een heel donker nummer proberen maken” ofzo. Iemand begint gewoon iets te spelen, en de rest haakt daarop in. Soms heeft Peter op voorhand een loop gemaakt op de synth, maar voor de rest gebeurt alles in het repetitiekot. Daar komt natuurlijk veel brol uit, maar soms ook niet. Allee, dat denken wij dan toch. En dan maken we daar een song van, soms zelfs met refreinen en al. En een paar keer is het zelfs gebeurd dat het raamwerk van zo’n nummer er op een paar minuten tijd staat. En dan schaven we, tot we het allemaal goed vinden. Zeer democratisch, dus. De teksten schrijft Sander wel alleen. Maar ook die beginnen vaak bij een zin die er tijdens zo’n jam zonder nadenken is uitgevlogen.
Staat er een release op de planning en zo ja, voor wanneer is de ‘debuutplaat’?
Polie: We gaan bijna zeker ooit een plaat maken, maar een datum is er nog niet.
Dat is dan genoteerd, bedankt voor het gesprek en succes!