Home Belgisch THE GURU GURU

THE GURU GURU

by Didier Becu

The Guru Guru is net terug van een tour doorheen Engeland. Voor ons zitten drummer Siemon Thys en gitarist Jan Viggria. Het gaat uitstekend met de band. Point Fingers rijgt de ene lovende review na de andere binnen, en een uur later staat de Limburgse formatie in Gent voor een bomvolle Centrale. 

Meestal is een tweede plaat een moeilijke, maar niet bij The Guru Guru want met Point Fingers hebben jullie op één been jullie debuut overklast.
Jan: De tweede plaat heeft meer tijd nodig gehad. Niet zozeer voor het schrijven van de songs, maar eerder qua afwerking. De ideeën kwamen vrij snel, maar omdat we voelden dat er zeer veel potentieel in zat, wilden we er alles uithalen wat mogelijk was.
Siemon: Het kwam ook allemaal vrij automatisch. De eerste plaat was sowieso ook voor ons wat kijken waar we naartoe wilden. Is een tweede plaat per se een moeilijke? Ik weet het niet, maar van de bands waar wij naar luisteren is de tweede plaat sowieso niet slecht.
Jan: Het is wel zo dat er wat meer druk is omdat je die eerste kost wat kost wil evenaren. Wel was het voor ons vrij snel duidelijk dat we een andere plaat wilden maken. Er zit ook drie jaar tussen en in zo’n periode leer je toch veel.

Vaak wordt The Guru Guru omschreven als noise, maar op Point Fingers overheerst de melancholie.
Jan: Point Fingers heeft een heel speciale betekenis voor ons omdat we op persoonlijk vlak door heel wat struggles zijn gegaan, dus het klopt wel wat je zegt. Er zit veel melancholie en brutaliteit in, in feite zitten alle emoties erin verwerkt en we hebben veel aan elkaar gehad tijdens het schrijven van deze plaat. We zijn naar elkaar toegegroeid en we hebben elkaar gesteund, op dat vlak was de plaat dan ook een genezingsproces.

Is het dan een plaat van hoop?
Siemon: Ja, ik voel die hoop wel. Want als je iets van je kan afschrijven dan is dat een verwerkingsproces en sowieso een stap in de goede richting.
Jan: We zijn er veel sterker uitgekomen, dus er zit ook veel hoop in.

Ik hoor op ieder nummer wat anders. Bewust?
Jan: Dat gebeurt echt zeer organisch en natuurlijk. Er zijn vijf verschillende karakters in de band met elk een andere achtergrond. Het schrijfproces gebeurt samen, maar het komt uit verschillende invalshoeken. Wel is het zo dat een nummer goed moet bevonden worden door de vijf leden van The Guru Guru. Dus is het niet zo dat we plots gaan beslissen dat we iets zacht gaan schrijven, of dat we iets moeilijks gaan doen. Wat eruit komt eruit en we doen er iets mee of we gooien het weg.

Moeilijk doen. Grappig dat je dat zegt, The Guru Guru schippert altijd tussen moeilijk doen en pure pop….
Siemon (lacht): Die moeilijkdoenerij is eerder een persoonlijke visie. Is het nu een maatje te veel of te weinig? Maar of dat nu echt moeilijk doen is…
Jan: Neen, dat is omdat het nodig is. Eens Tom zijn teksten en melodielijnen klaar heeft, kan er vanalles veranderd worden. Nieuwe partijen die erbij komen of sounds die cleaner worden. We zien het echt als iets dat elkaar moet ondersteunen.

(c) : Wouter De Sutter

And I’m Singing Aren’t I is een rustpunt in de plaat. Doelbewust?
Jan: Tom heeft dat perfect omschreven als de gember bij de sushi. Het is niet echt bewust gedaan, maar wie weet hadden we zonder te weten die rust wel nodig.

Zou je Point Fingers drie jaar geleden gemaakt kunnen hebben?
Siemon: Dat was niet mogelijk geweest.
Jan: Denk ik ook niet. We waren toen nog te jong. Toen waren we een jonge groene druif, en nu zijn we een sappige druif geworden (lacht).

(c) Wouter De Sutter

The Guru Guru is een zeer sterke liveband. Was er geen druk om dat op plaat te evenaren?
Siemon: Met de eerste plaat hebben we dat inderdaad een paar keer moeten horen, en ergens snappen we dat ook wel. Toch is er een verschil tussen muziek op plaat en muziek op een podium. Ik vind zeker dat daar een verschil mag inzitten.
Jan: De productie heeft hetzelfde organische karakter als een optreden. In een studio wordt alles onder een vergrootglas gegooid en kun je dieper ingaan op bepaalde klankaspecten. Doordat we het idee konden loslaten dat we ons live geluid moesten capteren is Point Fingers een andere en betere plaat geworden.
Siemon: De plaat hebben we ook een jaar geleden opgenomen en in zo’n tijdspanne ga je je songs toch anders spelen of ga je er bepaalde dingen aan toevoegen. Net zoals het leven dat is, met zijn ups en downs.

Jullie spelen nu regelmatig in het buitenland. Ofschoon jullie een Belgisch geluid hebben, wat dat ook mag betekenen, beschouwen jullie jezelf als een internationale band?
Jan: We hebben echt wel gemerkt dat we in Engeland in de smaak zijn gevallen. Onze afgelopen tour ginder was een echte schot in de roos. Mensen zongen onze nummers mee en achteraf kwamen ze ons ook zeggen dat ze de plaat kenden.
Siemon: In Engeland, Nederland of Frankrijk is men er zich van bewust dat er een Belgische alternatieve scene is. The Guru Guru heeft misschien wel een Belgisch geluid, maar het is er één met internationale allures.
Jan : Mooi gezegd (lacht).
Siemon: Ik heb dan ook de hele dag op dat zinnetje zitten oefenen. (lacht ook)

The Guru Guru wordt alsmaar groter, zie je ook in het soort clubs dat jullie spelen. Wat is het doel?
Jan (lacht): Ik denk dat we gewoon willen blijven groeien en we zien wel waar we uitkomen. We zijn echt wel ambitieus en we willen voor heel veel mensen spelen.
Siemon: Dat sowieso. Maar ook mensen kunnen raken en ervoor zorgen dat de mensen er iets kunnen uithalen. Of dit nu gaat over de teksten, bas – of drumlijnen. Iets bijdragen aan de samenleving (lacht).
Jan: We hebben ooit zo iemand leren kennen die via Youtube de drumlijn van Swimmingpools uitdokterde en probeerde mee te spelen of een drumleerkracht die een partituur maakte van de drumpartij van We Had Been Drinkin Bad Stuff. Dat zijn dingen die ons echt veel plezier doen. Het geeft je een enorme kracht als je ziet als mensen je teksten meezingen, dat is de reden waarom je het doet.
Tom (komt net binnen): En dan kom je op plaatsen waar je nog nooit bent geweest en dan komen ze bij u met de woorden: “You’re my favourite band of the world man” (lacht).

Ook live is er een zeer grote vooruitgang geboekt.
Jan: Dat is een kwestie van veel spelen.
Siemon: Repeteren is zeker niet alles, het is ook een kwestie van elkaar aanvoelen vind ik.
Jan: Klopt. We spelen ondertussen al acht jaar met elkaar. Het is zelfs zo dat we niet meer naar elkaar kijken, maar dat we gewoon spelen. We horen en voelen elkaar, en dat voelt zeer natuurlijk aan.

Jullie zijn terug de studio ingegaan met Wouter Vlaeminck.
Siemon: Absoluut doelbewust. Wouter heeft niet alleen een zeer goed gehoor voor alles, maar hij komt ook vaak met super goede ideeën af. Hij weet ook waar we naartoe willen, en we vertrouwen hem ten volste. Het is zelfs zo dat we hem nonkel Wouter noemen. (lacht)
Jan: Het is fijn om zo iemand bij je te hebben omdat je dat in je eigen muziek niet altijd merkt. Wouter is prima om knopen door te hakken. Hij is ook verantwoordelijk voor de sound.
Siemon: Ook David Bottrill die onze plaat heeft gemixt en Heba Kadry die de mastering deed.
Jan: Met onze tweede plaat hebben we echt de mensen gevonden die ons deden klinken zoals we dat wilden. Je moet het risico durven nemen om je ziel in de handen van deze mensen te leggen, maar ik ben zeer tevreden met het resultaat.

Om af te ronden, hoe zit dat nu met die hoezen en die foto’s?
Siemon: Kijk, dat is een heel concept. We hebben vijf bandleden. We hebben er al twee gehad, er zijn nog drie te gaan en daarna stoppen we. Dan kunnen we tegen 2035 of zo ermee stoppen. (lacht)

You may also like

This website uses cookies to improve your experience. We'll assume you're ok with this, but you can opt-out if you wish. Accept Read More