Begin december bracht Paul Lamont, frontman van het rumoerige noise/postpunk – collectief Grand Blue Heron, zijn eerste plaat uit onder de naam Lone Blue Heron (LBH). Dat klinkt qua naam een beetje hetzelfde als het moederschip maar op Heathen Saint, zo heet de LBH – eersteling, wordt een beduidend andere koers gevaren. Tot zes maal toe. Een prima aanleiding voor een goed gesprek bij de man thuis in Dampoort City, Gent.
Mensen die je kennen van Hitch en Grand Blue Heron, alles tussen noise en spijkerharde hardcore, zullen waarschijnlijk verbaasd opkijken als ze je een eerste maal aan het werk horen als Lone Blue Heron.
PL: Euh ja, dat is dan in de eerste plaats het probleem van de mensen zelf zeker? (lacht).
Het verschil is toch wel groot. Hoe ben je bij blues uitgekomen? De muziek van LBH wordt vaak omschreven als ‘Americana’ maar de blueprint is toch blues, of niet?
PL: Juist, maar dat is dan ook de eerste muziek die ik leerde kennen. Blues en alle afgeleiden daarvan, dat is wat ik thuis als kind hoorde. De muziek waarmee ik opgroeide. Met dank aan mijn vader, groot muziekliefhebber. Hij leerde me Chuck Berry, Little Richard, Buddy Holly, Johnny Cash en vele anderen kennen. Hij vindt de plaat dan ook zeer goed. Meer zelfs, mijn ouders vinden dit het beste dat ik ooit heb gemaakt!
Waarom komt dit nu pas aan de oppervlakte?
PL: Eigenlijk heb ik er me pas echt op toegelegd toen Hitch (Paul was bassist in de band nvdr) ermee ophield zoveel jaar geleden. Er was ineens tijd over, de basis voor Lone Blue Heron is toen gelegd en verder ontwikkeld naast Grand Blue Heron. De andere bandleden zijn niet zo into blues.
De zes nummers op de ep zijn verhalend nogal sterk.
PL: Dat was ook volkomen de bedoeling. Songs met achtergrond, met een boodschap. Een volledig verhaal in één nummer. Altijd klassiek opgebouwd; intro, chorus-verse etc.
Waarom maar zes nummers op de plaat? Je repertoire is toch stukken uitgebreider dan dat?
PL: Tijdsgebrek, meer is het niet. De middelen waren ook beperkt zoals je ook in de review een tijdje geleden schreef. Ik had voor deze ‘no budget release’ welgeteld twee dagen studiotijd in de marge van de opnames voor de laatste Grand Blue Heron plaat. Toen heb ik snel een selectie gemaakt en de zaak verder afgewerkt thuis, in de eigen studio. Tijd en ruimte voor een volledige plaat was er niet. Zo simpel is het.
Opvallend ook, het artwork van de ep is zeer verzorgd.
Dank u! Er is veel tijd in geïnvesteerd en ik ben zelf zeer tevreden over het resultaat dat Bruno Seys van ‘What’s-In-A-Name’ heeft bereikt. Centraal op de hoes staat Olive Oatman. Een vergeten figuur uit de Amerikaanse pionierstijd. Ze kreeg bekendheid in de tweede helft van de 19de eeuw na ontvoerd te zijn door een Indianenstam waar ze leefde tot haar 19 jaar. In de jaren bij de Mojave, voor haar terugkeer naar de ‘blanke wereld’, kreeg ze die tattoos op haar kin. Die vormen een soort ‘garantie’ voor een vlotte overgang naar de andere wereld. Door haar verhaal en die tattoos groeide ze uit tot een beroemdheid in het Amerika van toen. Een heilige bij de heidenen, zoiets. Het beeld paste perfect bij de muziek vond ik.
Alle teksten staan ook netjes afgedrukt, behalve dan voor het 5de nummer, heeft dat een reden of ben je ’t stomweg vergeten?
PL: Het is het enige a capella-nummer en ik vond het zodanig duidelijk dat ik de behoefte niet voelde om de tekst ook af te drukken. Luisteren! (lacht) ‘Seven days a week’ is trouwens op vakantie in Thailand ontstaan toen er ineens een 7/11 – winkel opdook in het landschap. Dat inspireerde blijkbaar nogal.
En toen zong je de melodie snel-snel in op een smartphone?
Goed geraden! (lacht) ’t Staat er volgens mij nog altijd ergens op.
Waarom In The Age als single?
PL: Het was het eerste nummer dat min of meer af was tijdens de opnames. Ik sta ook wel sterk achter dat nummer. Misschien was de keuze voor dat nummer, achteraf bekeken dan, minder toevallig dan ik zelf wil toegeven. Welk nummer had jij gekozen?
Misschien Springtime Blues, een aanstekelijke melodie die wat haaks staat op het macabere verhaal dat wordt verteld.
PL: Dat had eigenlijk ook gekund, ik ben best wel tevreden over dat nummer, het is trouwens één van de eerste die ik opnam als Lone Blue Heron.
Is de ep een éénmalig iets of komen er nog Lone Blue Heron releases aan?
PL: Er is geen druk om wat dan ook te doen maar ik ga er zeker mee door. De eerste reacties zijn positief tot zeer positief. Ook van collega-muzikanten. Van Heathen Saintzijn er ook al redelijk wat exemplaren verkocht, ik mag zeker niet klagen.
Optredens in het verschiet in 2019?
PL: Oei, neen. In ieder geval nog niks dat 100% zeker is. Waarschijnlijk iets in The Pits in Kortrijk en eventueel ook een show in de 4AD (Diksmuide).
KSCS: Waar je ook mag opduiken in 2019: alle succes toegewenst!
Heathen Saint is te koop via Bandcamp (€10).