Home Belgisch INFADER : “De mensen die naar onze muziek luisteren verdienen meer dan een formule”

INFADER : “De mensen die naar onze muziek luisteren verdienen meer dan een formule”

by Didier Becu

Binnenkort verschijnt Desperately Average, de nieuwe ep van INFADER. Een band die ondertussen reeds zoveel aan bod is gekomen op onze pagina’s dat we het voortaan maar houden op het INFADER-geluid. Hoe dat klinkt en hoe dat tot stand kwam, legt frontman Michaël Denis uit.

Binnenkort komt jullie ep Desperately Average eraan. Rare titel, want jullie muziek is allesbehalve gewoontjes, leg uit!
Michaël (frontman/zanger): Graag! Desperately Average is de titel geworden omwille van een paar verschillende redenen. Aan de ene kant klinken die twee woorden gewoon goed samen én stemt de titel tot nadenken. Elke persoon aan wie ik de titel vertelde tijdens het maakproces kreeg een dikke grijns op zijn of haar gezicht. Dan weet je dat je goed zit. Aan de andere kant hebben alle nummers op de ep op de een of andere manier te maken met een donkerder aspect aan het mens zijn: depressie, verlies, overladenheid, het omgaan met problemen… In een maatschappij waar de focus zo hard ligt op succesvol en gelukkig zijn, is het denk ik goed om te benadrukken dat die andere kanten ook aanwezig zijn, en dat het oké is om die te ervaren en te blijven ervaren. 

Ik geloof erg in het louterende effect van onze eigen donkere kanten aan te kijken, te ervaren en te leren kennen. De ep is op die manier dus een ode aan het ‘normale’ van het mens zijn, door die donkerdere kanten van het spectrum aandacht en een plaats te geven. Mijn hoop is dat mensen in de duisternis ervan een soort van catharsis vinden. Als derde reden vond ik het leuk om na onze eerste ep Born in its Truest Form – een titel die wel als wat pompeus ervaren kan worden – een iets meer zelfrelativerende titel te nemen. We gaan er als band super hard voor, zijn ambitieus en mikken hoog. Maar jezelf te serieus nemen is ook niet goed. Een speelse vorm van zelfkritiek mag dan wel.

© Monday Jr.

Ook al kunnen we ondertussen van een INFADER-geluid spreken, klinken jullie telkens anders. Een bewuste keuze.
Een INFADER-geluid, leuk om te horen. Ik denk dat we op een punt aan het komen zijn dat we dat inderdaad beginnen te krijgen, ja. Ik denk dat dit meer een natuurlijke ontwikkeling is, één waarvan we er bewust voor kiezen om ze te laten zien. De combinatie van mijn schrijven, en de sound en feel van de gasten als ze zich de nummers eigen gemaakt hebben, zorgt voor een bepaalde chemie die INFADER laat klinken zoals INFADER. Wij samen, da’s INFADER. Ik ben erg blij dat we dat gevonden hebben. Het is ook zeker de bedoeling om weg te blijven van een bepaalde songwriting ‘formule’. Elke song verdient een eigen identiteit, de mensen die naar onze muziek luisteren verdienen meer dan een formule.

Opvallend bij INFADER is de gelaagdheid. Zelf kom ik daarbij steeds uit met Queen als referentie.
Queen is natuurlijk een fantastische en virtuoze band, en ermee vergeleken worden blijft charmerend. Of die echt een grote invloed hebben gehad op onze sound? Geen idee. Ik schrijf zelf alle nummers, en heb een achtergrond als klassiek opgeleid (avant-garde) componist. Had Freddy Mercury ook geen klassieke achtergrond? (lacht) Die texturele gelaagdheid is inderdaad iets dat wij tegenover andere bands in ons genre erg naar voren laten komen in onze muziek. Ik ben als songwriter van de band altijd op zoek naar een soort van organisch ontwikkelend, ademend en interessant muzikaal geheel. Spelen met de gelaagdheid van de textuur is een dankbare tool om dat te bereiken.

Ik neem aan dat door die gelaagdheid,  jullie enorm veel de nummers blijven herwerken tot ze klinken zoals je het wil.
Er wordt inderdaad heel veel aandacht besteed aan de arrangementen van de nummers. Ik ben daar een absolute perfectionist in en blijf zoeken tot het exact ‘juist’ zit. Ook in het opnameproces blijft die aandacht voor detail zeer sterk aanwezig.

En hoe vertaalt zich dat live?
Tot een bangelijke show natuurlijk. (lacht) Of dat is natuurlijk de bedoeling. Of het werkelijk zo overkomt, dat laat ik graag over aan het publiek. Aan de ene kant blijven we zeer trouw aan de arrangementen van de plaat, maar we maken ook een paar muzikale veranderingen om de liveshows juist dat tikkeltje extra te geven.

Naast Queen hoor ik ook wel veel invloeden van David Bowie uit zijn Ziggy Stardust-dagen waardoor we bij de seventies uitkomen. Is deze periode belangrijk als inspiratiebron?
Niet echt eigenlijk. De laatste plaat van David Bowie en de manier hoe hij zijn eigen overlijden artistiek vertaald heeft waren voor mij ongelofelijk sterk, maar hij is zeker geen bewuste inspiratiebron.

INFADER © Peter Van Riet
INFADER © Peter Van Riet

Jullie werkten samen met mensen van RHEA en Ramkot. Wat is precies hun inbreng?
We werkten met hen samen voor onze eerste ep Born in its Truest Form. Hannes – die zowel bij RHEA als Ramkot speelt – producete twee nummers van die ep, Jorge van RHEA heeft de productie van de bijhorende live-sessie voor zijn rekening genomen. Het zijn natuurlijk allebei meeslepende performers, maar ook als producer staan ze beiden zeer sterk in hun schoenen. Was zeer fijn om dat te mogen meemaken. Gouden gasten. Omdat ik zelf alle traditionele muzikale parameters (melodie, harmonie, vorm, ritme,…) tot in het detail uitwerk, was het hun rol om de sound van de band op de opname mee verder te verfijnen en zo goed mogelijk door te laten komen.

En voor de producersrol hebben jullie Chiaran Verheyden kunnen strikken. Ik neem aan dat ook zijn inbreng niet niks is?
Met Chiaran werkten we samen voor onze tweede ep Desperately Average. Hij nam zowel de engineering, het producen, mixen én masteren voor zijn rekening. Werken met Chiaran was heerlijk: zo’n lieve gast, maar ook een pro pur sang. Zijn inbreng ging ook over de sound. De klank die hij op de Hippotraktor-platen aan de drums gegeven had, vonden we gewoon exceptioneel, die wilden we ook.


Grappig of vreemd is dat frontman Michaël Denis vooral actief is in de klassieke muziekwereld. Word je daar niet vaak op aangesproken, want muziek is dan wel muziek, toch blijven het twee werelden die jammer genoeg te vaak botsen.
Ondertussen ben ik vooral actief in deze wereld (lacht). Waar mensen het meest van opkijken is dat ik muzikaal gezien alles schrijf en uitschrijf, van zanglijnen tot gitaar- en baspartijen en zelfs de drumpartijen. Vanwege die klassieke achtergrond is vaak de eerste associatie ook dat er dan veel strijkers in de muziek zouden zitten. (lacht) Dat is duidelijk niet het geval. Klassieke achtergrond ja, maar het is en blijft heel duidelijk rockmuziek.

Heeft die klassieke muziek trouwens een invloed op het geluid van INFADER?
Zeker. Aan de basis van de songwriting liggen veel klassieke principes, die nu gewoon in een ander genre worden ingezet. Ik wil graag geloven dat ze onze muziek iets unieks geven.

Jullie gaan op tour. Wat mogen mensen verwachten?
Elke avond wordt een belevenis! We zijn ongelofelijk ons best aan het doen om er pareltjes van concerten van te maken. Elke keer uniek, elke keer spetterend. In Brussel en Gent spelen we bijvoorbeeld samen met L’Itch, een band uit Mechelen die onlangs hun erg geslaagde tweede plaat uitbrachten. Ook La Hyre, een energieke Brusselse groove-rock band, speelt mee op de Brusselse show. We gaan daar iets speciaals doen rond St Patrick’s Day. Er zijn woorden gevallen over groene verf. Dat worden avonden om te herinneren. Ook in Antwerpen – onze hometown – wordt het een erg speciale avond. Meer daarover volgt nog nieuws binnenkort.

Ik neem aan dat een ep ook een aanloop is naar een album, of is dat nog iets te vroeg om daar nu al over te spreken?
Ik ga dit al zeggen: er komt zeker meer aan. De hoe en wanneer ervan houden we nog even voor ons.

Ik weet dat het antwoord onmogelijk is, toch krijg je de vraag. Wat is je favoriete album aller tijden en waarom?
Een onmogelijk vraag inderdaad, maar ik doe een poging. Een paar mededingers voor mij zijn: MuseAbsolution (2003), Enter ShikariNothing Is True and Everything Is Possible (2020), TigercubAs Blue As Indigo (2021), Everything Everything – Arc (2013), maar ik vergeet er sowieso ook een hele hoop.

Waarom? Er zijn verschillende redenen, maar ik kan een rode draad ongeveer samenvatten. Iets wat al deze platen gemeen hebben, buiten uiteraard ijzersterke songwriting, is dat de artiesten hier een zeer eigen muzikale taal gevonden hebben. Gevarieerd maar toch samenhangend. Ze zoeken de grenzen op van hun muzikale wereld en incorporeren die en zijn daardoor juist eigener en authentieker. Daarbovenop vinden ze daarin ook nog die gouden zone waar ze artistiek ogenschijnlijk niets inboeten en toch ongelofelijk beluisterbaar blijven. En laat dat laatste nu juist het doel geweest zijn bij onze ep Desperately Average: 100% artistiek trouw blijven aan onszelf, toch beluisterbaar blijven. Dat eerste stuk is wat mij betreft goed gelukt. Dat tweede? Dat laten we graag over aan de mensen die naar onze muziek luisteren.

Facebook  Instagram – VI.BE

You may also like

This website uses cookies to improve your experience. We'll assume you're ok with this, but you can opt-out if you wish. Accept Read More