Foto: Philip Cherretté
Cold fever, de nieuwe single van Bubbleboy heeft niks met de pandemie vandoen. De naam van de Aalsterse band lijkt ook al afgeleid van een godverdomse coronamaatregel. Maar zanger-gitarist Philip Cherretté van Bubbleboy was veel eerder met zijn bubbel. De eerste DIY-videoclip van zijn band dateert al van 2013.
Philip Cherretté, aka Sjerre T, heeft met zijn bandjes Womb, Jellystone en Surrogate Sushi een verleden in de Aalsterse muzieksien. Womb was maar een kort leven beschoren. Het trio Surrogate Sushi kon ondanks regelmatige optredens niet doorbreken. Bubbleboy bestaat verder uit Peter Reynaert (bass), Pieter-Jan Boriau (drums) en Brecht Breynaert (gitaar).
Met die band lijkt de kunstenaar-muzikant pas echt zijn artistieke draai gevonden te hebben. Na een vijftal jaren proefdraaien verscheen in 2018 het debuut Fix Then Break. Muzikaal schippert Bubbleboy tussen artrock, synthpop en new wave. Zelf omschrijven ze het als ‘homebrew progressive electro’. De betere jaren 80-muziek voor mensen met elpees van John Foxx en Joy Division in hun platenkast.
Uit dat debuut valt vooral de clip van Jamais Ta Femme op. We zien een nachtwaker dolen in een leegstaande plastiekfabriek, de voormalige Tupperware te Aalst. De guard wordt meesterlijk vertolkt door Luc De Roeck, in het dagelijks leven een beeldend kunstenaar én voormalig drummer bij White Light (het newwavebandje van Jo ‘Technotronic’ Bogaert). En er is de pronte ‘madame’, vertolkt door Koen Taeleman (bekend van de hilarische trash-punk-hiphoppers van Pitbull Boys). Het loopt niet goed af met de diva. Cherretté zwaait als een wildeman met zijn gitaar. Maar de nachtwaker met zijn rosse pornosnor lijkt ook niet onschuldig. Een open einde voor één van de betere clips uit de geschiedenis van de Onion Rock. De clip werd gemaakt door fotograaf Pascal Moens.
Ook het swingende Getting dirty uit de ep Shadowdancing kreeg een wondermooie clip mee. Een ongezellig uitziend koppel banjert door een winters landschap. Deze keer is de man de klos. De ongure beelden worden afgewisseld met de band in actie. Knap gedaan!
Eind vorig jaar verraste Bubbleboy met de mysterieuze videoclip van het liedje Illlumination. Het nummer duurt ruim zeven minuten, maar dat deert niet. Het blijft boeiend. Al willen we natuurlijk graag weten waarover het gaat. En wat moeten we met de rare schrijfwijze van de titel ?
Tussendoor experimenteerde Sjerre T met de kortfilm Oogsttijd. Hij gaat aan de bak met schilderskwasten en verf in een uitgewoonde wasserij. In een film van bijna tien minuten zien we het maakproces van een schilderij. De aftiteling is een Nederlandstalige tekst die duiding geeft over de beelden en de knappe soundscape. Uitkijken is de boodschap.
Cold fever. Hoe ben je te werk gegaan? En waarover gaat deze nieuwe single?
Zoals meestal. Ik creëer een aantal electro-loops en ga van daaruit verder. Samen met de groep beginnen we van daaruit te improviseren tot we een song hebben met een begin en een einde. Voor mij is het belangrijk dat er steeds een structuur in het nummer zit. Met de groep komen de gitaren meer op de voorgrond. Dank zij de ‘zweverige’ gitaar van Brecht krijgen we een meer positieve vibe. De synergie in de groep zorgt voor een mooie balans. De oudere nummers die ik alleen maakte, zijn meestal donkerder.
Het is een break-up nummer. Maar verder geen diepere betekenis. Het is meer een bepaald gevoel dat wordt overgebracht. De ene is gebroken, de andere blijft meer rationeel. Hoewel ik niet van cynisme houd, is dat toch in de tekst geslopen. “You are mine.” Wanhopig natuurlijk. Want niemand is ooit van iemand.
Het was een moeilijk nummer om te producen, omdat het veel lagen heeft, en alles snel te veel klonk. Uiteindelijk zijn er een paar synths weggevallen. Ik heb de zang opnieuw gedaan om het cynisme lichtjes te laten doorschemeren. Onder de drum zit ook een drumcomputer en hier en daar wordt een plate reverb gebruikt om het geheel een eighties-feel te geven.
Ik zou het liefst bij elk nummer een video maken. Maar dat is niet mogelijk omdat daar veel tijd in kruipt. En er is geen budget. Je moet ook rekening houden met de kalender van veel mensen, die ook allemaal hun drukke leven hebben. Voor dit nummer zou ik graag iets doen in de desolate stijl van 12 Monkeys (Amerikaanse science-fictionfilm uit 1995 van Terry Gilliam nvdr.) of Eraserhead (debuutfilm van David Lynch uit 1977 nvdr.). Maar ik betwijfel of dat er ooit van gaat komen. Maar ik ga wel een clip maken voor Shadowdancing, een nummer van vorig jaar. Met een video bereik je meer mensen.
Een ander recent nummer is Always something (but there’s always nothing). Vertel…
Wel, iedereen maakt zich altijd druk over van alles. Maar uiteindelijk blijkt er niks aan de hand te zijn. Ik doe aan yoga en daar heeft men het over ‘monkey mind’. De gedachten van een mens staan nooit stil. Ook in een stille plaats komen die gedachten. Dat heeft te maken met onze instincten. Vaak zijn dat ook negatieve gedachten. Maar in de praktijk blijkt het dan weer vaak mee te vallen. Dat is de sfeer van dat nummer, niet zo zeer een thema of zo.
Sfeer is wel belangrijk voor jou.
Ja inderdaad. Maar ook geen te clever gedoe of zo. Gewoon normaal taalgebruik, geen tralala!
Illlumination is uit dezelfde periode. Waarom die afwijkende schrijfwijze van die titel?
Het is een samentrekking van ‘ill’ en ‘illumination’. Het gaat over een tiener die problemen veroorzaakt heeft en eerst niet beseft wat ze aangericht heeft. Maar het gaat net zo goed over de maatschappij. Iedereen denkt dat het goede kant uitgaat. Iedereen is begaan met het milieu. En dan later stemt iedereen extremer. En ook daar opruiende taal… Ook daar ‘illlumination’. Ik heb een app op mijn telefoon om beelden op te nemen. Ook gebeurt er daar niks in, toch geven die beelden een onwennig gevoel. Dat zijn de beelden van de video. Binnenkort maken we een video voor Shadowdancing.
Ook beschikbaar op de gebruikelijke streaming platforms.
Tekst: Hindrex