Bruisend van energie, zo zou je Andrew Claes misschien nog het beste kunnen beschrijven. Muzikant, producer, elektronica tovenaar, kenner van de Oosterse filosofie, spraakwaterval… het zijn allemaal deelaspecten van Claes waarvan sommigen hem naar STUFF., BRZZVLL en Internal Sun leidden en nu naar zijn eigen muzikale speeltuin Stellar Legions. Vier ervaren muzikanten, naast Andrew ook nog met Bram Weijters, Klaas De Somer en Fre Madou, die recent hun eerste album uitbrachten. Een plaat waar wij al van bij de eerste beluistering verliefd op werden: opgewekte spacejazz, overgoten met sterrenstof en een intensiteit waar je geweldig vrolijk van wordt. Een gesprek kon dan ook niet uitblijven…
Stellar Legions was mij tot voor een paar weken nog compleet onbekend. Wie zijn jullie en waar komen jullie vandaan?
Andrew: Eigenlijk hebben we een langere geschiedenis dan je misschien wel zou denken. Een jaar of 15 geleden speelde ik regelmatig met Fre Madou en Bram Weijters in café De Muze in Antwerpen. Meestal deden we dat met verschillende drummers. De ene keer was het met Simon Witvrouw, die eigenlijk een gitarist is, de andere keer was het Teun Verbruggen. Wij speelden een soort freejazz die wij ‘instant composed music’ noemden. We probeerden ‘on the spot’ een set te spelen die klonk alsof ze gecomponeerd was, terwijl dat helemaal niet zo was.
Daarna gingen we zo’n beetje allemaal ons eigen weg. Net voor de lockdown wilde Fre nog eens in De Muze spelen, hij wilde graag nog eens zo’n optreden doen zoals vroeger, deze keer samen met een jonge drummer Klaas De Somer. Dat viel zo goed mee dat we na het optreden beslisten om een studiosessie vast te leggen en wat opnames te maken. Rond diezelfde tijd speelden we ook enkele optredens in café Gitanes en café Des Arts in Antwerpen en ontstond het idee om een plaat te maken op basis van die live optredens en de studio-opnames. Toen kwam corona en de bijhorende crisis en werd de kans dat we de plaat zouden uitbrengen steeds kleiner. Toch ging ik hier en daar eens rondhoren en Stefaan van SDBAN was onmiddellijk enthousiast. Van het één kwam het ander en zo zijn we dan toch vertrokken!
Begrijp ik het goed dat alle nummers op de plaat eigenlijk improvisaties zijn?
A: Ik neem altijd alles op wat we spelen en daarna begin ik daar een compilatie van te maken. Je hoort dus eigenlijk een soort van superconcert. Alles is ter plaatste geïmproviseerd maar je volgt natuurlijk bepaalde bogen als je een nummer speelt. In het begin is dat meestal wat zoekend, daarna komt er vaak iets dat wat geanimeerder klinkt. Ik breng de beste delen van verschillende optredens samen. Merk ik dat er zich een thema ontwikkeld in een nummer dan kan ik daar achteraf bijvoorbeeld nog een fluit, wat percussie of een synth aan toevoegen.
Als je live speelt dan mag je niet téveel input geven want dan kan het publiek soms niet meer volgen. Op een plaat mag het wat meer zijn. Je zult de nummers vaker beluisteren, er is ook geen visuele input en daarom wil ik het nummer soms wat meer inkleuren. Maar in essentie blijven we een improvisatiegroep zonder compromissen.
Is het dan de bedoeling dat, als jullie de plaat live gaan brengen, de thema’s van de nummers behouden blijven en jullie daarrond improviseren?
A: Zelfs dat niet! We hebben recent ons releaseconcert gespeeld in de Rataplan in Antwerpen en het idee is dat de mensen komen kijken naar wat misschien onze volgende plaat gaat worden.
We hebben de plaat wel al eens gespeeld hoor. Dat was toen in samenwerking met een aantal dansers en dan is het wel belangrijk dat ze weten wat we gaan spelen. Eenvoudig was dat trouwens niet want we moesten eerst de muziek uitschrijven: echt de plaat opzetten en beginnen luisteren naar wat we toen gedaan hebben. We kunnen het dus wel en we kunnen daar altijd op terugvallen, maar als we in goede doen zijn en de inspiratie is er, dan doen we dat niet!
Jullie spelen dan ook zonder setlist…
A: Inderdaad. Om het publiek mee te krijgen spelen we daarom wel altijd samen met Jacques ‘De Digitale’ die met twee beamers visuals op ons projecteert.
Kijk, Stellar Legions is een muzikaal liefdesproject en wat wij willen doen is die liefde overbrengen. Soms zijn er stukken die heel goed werken en soms zijn er stukken die dat minder doen, op zo’n moment vangen de visuals dat een beetje op. Dan heb je als publiek de indruk dat je mee in dat landschap zit waar wij naar op zoek gaan en dan zie je hoe de muziek tot stand komt. Vroeger bij STUFF. en ook bij BRZZVLL begonnen we met kleine stukjes improvisatie die we dan uitwerkten. Eens de nummers op plaat stonden, begonnen we ze in te studeren en brachten we daarna live een soort van afgewerkt ding. Bij dit project is dat helemaal niet de bedoeling. We willen echt de interne keuken laten zien en we willen dat zo verteerbaar mogelijk brengen.
Elk optreden wordt dan in feite een ‘pièce unique’.
A: Absoluut. We zijn een soort van crossover band maar we trekken wel helemaal de jazzkaart. Wat wel blijft is dat we niet werken met een vaste drummer. De opnames zijn gebeurd met Klaas en hij zal ook de eerste zijn die we bellen als we live gaan spelen, maar de cd-release was bijvoorbeeld met Teun Verbruggen. We hebben ook al gespeeld met Dré Pallemaerts. Al die opnames ben ik weer aan het verzamelen dus het is goed mogelijk dat op de volgende plaat nummers staan met verschillende drummers.
Kan het dat ik hier en daar een knipoog hoor naar Bitches Brew?
A: Bitches Brew is een heel grote inspiratie. Die plaat was gewoon ver vooruit op zijn tijd. Het is óók een plaat die eigenlijk bij mekaar geknipt en geplakt is terwijl het lijkt alsof ie in een keer is opgenomen.
Van zodra Alice begint komt er, bij mij althans, een glimlach op het gezicht. Er hangt een heel positieve vibe rond het album. Is dat iets dat je er bewust insteekt of ontstaat dat positieve, energieke gewoon als jullie samen beginnen spelen?
A: Als je muzikanten met een open oor en dus ook met een open hart, laat samenspelen op een manier dat ze mekaar ondersteunen, dan krijg je dat volgens mij. Op zo’n manier samen spelen is iets heel positiefs. We zijn daar ook naast het podium en los van de opnames over bezig met mekaar. Kijk, als de politiek minder als voetbalploegen tégen elkaar zouden spelen, en meer als een muziekgroep mét elkaar zouden spelen en elkaar vertrouwden… het zou er veel beter uitzien op deze wereld! Dát willen we bewijzen met onze muziek; we spelen mét en voor elkaar om er samen het beste van te maken. Muziek is geen competitie, het is een uitwisselen, een gezamenlijke zoektocht naar schoonheid.
Hoe zijn jullie aan de titels van de nummers gekomen?
A: In instrumentale muziek is dat altijd wat moeilijk omdat er geen tekst is om een titel aan op te hangen. Neem nu het nummer Wessel, we vonden dat dat nummer een beetje een Bugge Wesseltoft vibe had en zo werd de werktitel Boogie Wesseltoft. In Antwerpen is er ook een figuur die Wessel di Wesselli heet. Een soort van nutty professor die beweert dat hij een perpetuum mobile heeft uitgevonden. Ik vond dat het nummer ook iets had van een perpetuum mobile, een soort van trein die, eens ze vertrokken is, eeuwig zou kunnen blijven doorgaan. De combinatie van die twee heeft er uiteindelijk toe geleid dat het nummer Wessel heet.
De track Alice is dan weer een verwijzing en een ode aan Alice Coltrane, iemand waarin ik erg geïnteresseerd ben. Tijdens de lockdown heb ik haar confessionele albums ontdekt die onlangs terug zijn uitgebracht. Ik was altijd al een heel grote (John, red) Coltrane adept, tot in die mate dat ik nog kaarsjes heb gebrand voor hem. Wat later is mijn leven een wat andere richting uitgegaan en ben ik mij beginnen interesseren in de Oosterse filosofie. Nog een paar jaar later heb ik dan ontdekt dat Alice Coltrane na de dood van John Coltrane ook heel dat pad richting de Oosterse filosofie heeft afgelegd tot ze zelf een swamini is geworden en haar eigen ashram had. Toen ik haar muziek hoorde, was het van A Love Supreme geleden dat ik nog zo geraakt werd door een plaat. Je hoort daarom bijvoorbeeld ook van die Indische belletjes in Alice. Zonder Alice Coltrane had ik waarschijnlijk al lang een sax genomen om van alles aan dat nummer toe te voegen.
Uiteindelijk zoek je naar wat je geïnspireerd heeft in een nummer en daar plak je dan woorden op, en zo kom je dan bij een titel.
Je sprak daarnet al over een nieuwe plaat, mag ik daaruit besluiten dat Stellar Legions geen eenmalig project is en dat jullie nog even willen doorgaan?
A: Stellar Legions is een ode aan de jazzcultuur. Wij proberen de invloeden rond ons, en dat zijn ook elektronica, dub of rock… te integreren in onze muziek. Dat was altijd al de jazzspirit, invloeden uit je omgeving meenemen en daar iets mee doen. Niet denken in vakjes, weg van het afgelikte. Jazz is iets van de lange adem, platen die niet gebonden zijn aan een bepaalde tijd en niet hip moeten zijn.
Wij hebben dit altijd al gedaan en we gaan dat blijven doen. Door het gebruik van visuals willen we er wat meer cachet aan geven en wat in andere zalen of op festivals spelen, maar komen die er niet, dan is dat ook geen probleem en blijven we gewoon in cafés spelen. Natuurlijk zullen er wel nog andere projecten komen maar wat we met Stellar Legions doen is wat we altijd al hebben gedaan en wat we altijd gaan blijven doen.