Natuurlijk horen rockfans aller landen dit te hebben, te beheren en indien niet: te begeren. Rockfans, ze zijn heden ten dage gekooid en er staat een ‘Niet voederen’- bordje bij. Gelieve daarom niet het bordje van Ronnie Wood te vullen, dat doet hij zelf wel. Al vulde hij vooral zijn neusgaten en zijn aderen met het spul waarvan dromen zijn gemaakt.

Ronnie Wood! De mens als kraai! Hij begon jong, speelde gitaar in plaats van voetbal of cricket en hing rond in allerlei bandjes tot hij bij The Faces – met Rod Stewart als eeuwig hese frontman – belandde en het is verdomd jammer dat die hun beste song, Pool Hall Richard, hier niet vertegenwoordigd is. Wat dan wel?
Wel, meer dan genoeg om er de lol van rock-‘n-roll te laten afspatten.
In ’75 kwam hij bij de Stones terecht al duurde het nog een paar decennia voor de NV Jagger/Richards hem als één van de hunne gingen beschouwen. En er staan Stones-songs op Fearless Anthology maar helaas niet de beste. En er is de recente single Mother of Pearl (goed!) maar deze verzamelaar draait niet om het heden maar om het bepaald glorierijke verleden. Ach, het zal de heer Wood weinig kunnen schelen want tegenwoordig doopt hij penselen in verf en maakt dus schilderijen zonder de zes snaren die zijn leven maakten tot wat het geworden is en zal zijn.
Uit op dubbele cd of lp, maak je keuze. Wij doen dat ook. Ronnie Wood is zeker niet de grootste uit de geschiedenis van de lichte muziek maar hij was wel overal aanwezig. Dat is weinigen gegeven. Zeker ons niet.


