Donkerzwarte dark ambient van Gabriele Panci, die al bijna deze hele eeuw actief is als New Risen Throne en ondertussen een imposant oeuvre bij elkaar heeft gespeeld. Hij wordt gezien als een soort visionair binnen het genre omdat zijn albums steevast monumentaler klinken dan veel van zijn genregenoten.

Deze keer kiest hij voor een meditatieve insteek, zich inlatend met de dood, met afstamming en voorouders en met het loslaten van het innerlijke zelf. Het zelf dat lijkt te verdwijnen, waarbij het ego los lijkt te komen van lichaam en ziel en er een andere zoektocht kan beginnen naar wat de mens, in dit geval het individu, nog heeft te betekenen. Niet veel gezien de nadruk ligt op verval, ontbinding, dood en verderf.
De hoes van de plaat geeft de inhoud van het album precies goed weer. Doodsrituelen, miserie, treurnis en toch weer een bepaalde vorm van schoonheid die uitnodigt tot nadenken. Het is een zoeken naar de oorsprong, een rituele reis in een aantal stappen op zoek naar de vroege vaders, naar de makers, wat het geheel een Lovecraftiaanse tint meegeeft. Elke poort kent zijn eigen ritueel, zijn eigen invulling, tot de oervader het heft in handen neemt en de zuivering kan beginnen.
Een diepzinnige trip in het sacrale, of het ontheiligde, beide kunnen bij New Risen Throne, die met The Journey to Reach the Fathers, zoals we van hem gewend zijn, uiterst kwalitatieve rituele dark ambient aflevert.


