Verslag: Nel Mertens (nm) en Peter De Bruycker (pdb)
Foto’s: Karim Hamid
Het was uitkijken naar de tweede dag van Sinner’s Day, op Halloweenavond. Niet alleen omdat er enkele grote namen op de affiche pronkten en die we niet wilden missen, maar vooral ook omdat het fijn was om te ontdekken dat het Belgische podium zo knap gevuld zou worden. Naast enkele bands die hun strepen reeds verdienden, hebben de organisatoren ook enkele veelbelovende startende projecten een plek op hun festival gegeven. De black scene houdt van nostalgie, maar wil op een festival vooral ook verrast worden en ontdekken. Aandacht en kansen voor hedendaagse bands die hun eigen ding doen met de donkere invloeden van weleer, is een must als we onze geliefde muziek levend en actueel willen houden.
Dat het een opdracht is om het hele festival volledig mee te maken, merken we als we de zaal binnenstappen en de electropopsound ons tegemoet komt. Om 11 uur klaarstaan aan een podium, voor een programma tot 1u35′, telkens met een 5-tal minuten tussenpauze, is meer dan een mens aankan. En we zijn moeilijke kiezers. Is zo’n overvolle festivaldag echt een noodzaak? Hoe dan ook wil het publiek ook bijpraten, genieten van iets lekkers (de catering was trouwens prima), en vooral een dansje doen op de selectie fijne muziekwaren die de dj’s in de (te kleine) BatCave-tent voorschotelden. Of gewoon warme coronaknuffels uitdelen aan al die vrienden die we plots weer in onze vertrouwde muziekhabitat terugzien. Nee, de gezonde ‘zwartzak’ maakt keuzes, want je kan geen 55 bands op drie dagen uitkijken. En wij genoten van deze intense muziekbeleving op dit donkerheerlijke festival.
Die electropop waarover we het hadden, is die van het Londense Empathy Test, die dus voor een kleine groep vroeg energieke raven hun show speelden. Net op tijd om nog een glimp op te vangen van frontman Isaac Howlett, Christina Lopez, Oliver Marson en om Monsters, de titeltrack van hun laatste album, te herkennen. (nm)
We schakelen meteen over naar het hardere werk, want met Haujobb krijgen we een flinke portie electro-industrial uit Leipzig, met harde vocals, beats en synths die puur uit het technowereldje zouden kunnen komen. Een sterk staaltje crossover dus, waarbij naar het einde van de set het EBM-gehalte stijgt, met meer en meer industriële drummachines in hun sound. Dé earcatcher is voor ons zonder twijfel Input Error. “Slowly into me…”, klinkt het, waarbij de verstoord haakse en noisy toetsaanslagen naar het einde toe beklemmend sterk klinken. (nm)
Uit Gent krijgen we Korinthians Al vroeg in de set spelen ze hun meer dan geslaagde bewerking van A Means To An End van Joy Division. Voeten in de jaren tachtig, kop in het heden: met de fraaie, opvallend weids uitgewerkte eigen songs uit hun album Chaos Control, bewijzen ze niet zomaar een kloon van de vroegere helden te zijn. Ze maken relevante muziek van nu, die het donkere genre nieuw leven in blaast. (pdb)
Claus Larsen zakt wel graag eens af uit Denemarken om zijn project Leæther Strip in België te laten klinken. De industrial- en EBM-elementen in zijn muziek zijn in het bijzonder bij het Duitse publiek enorm geliefd. Dat heeft wellicht te maken met het feit dat hij vroeg in zijn carrière gestrikt werd door het toenmalige Duitse label Zoth Ommog, waar hij al snel één van de meest prominente acts van was. Enkele omzwervingen later kwam hij bij het Belgische Alfa Matrix terecht, maar hij geeft de laatste jaren zijn werk enkel nog in eigen beheer uit. Sinds 1989 is Leæther Strip Claus Larsen en omgekeerd. Hij is dan ook één van die weinigen die alleen op het podium staat, om daar aan een klein draaitafeltje, voorzien van enkel het essentiële elektronische materiaal, een theatrale set neer te zetten, zonder dat het publiek een moment zijn interesse verliest. De bassen zitten dreunend laag, wat (iets té?) overweldigend klinkt, maar de ene dansvloerstamper volgt de andere op met o.a. Don’t Tame Your Soul, Civil Disobedience, Strap Me Down en het sterke Japanese Bodies, over hoe macht nog machtiger wordt. (nm)
Het stiltegebied rondom Heusden-Zolder wordt met Alles Vatte Vuur door De Delvers doorbroken. Het Nederlandstalige nachtorkest uit Boom staat er, zelfverzekerd, zonder zichtbare twijfels en brengt een krachtige set. Ons moeten ze niet meer overtuigen, want de band maakt sinds hun eerste single al een sterke indruk, maar voor velen blijken De Delvers een zeer fijne ontdekking te zijn. Het publiek zwelt aan, gedurende de set die verder gevuld wordt met tracks als Robotman, Nieuwe Planeten, En Als De Nacht Valt. “Een hart in neonlicht. Een zaal vol zwart jassen. We dansen in de mist , Nieuwe golven, Diepe bassen”, klinkt het in hun nieuwste nummer Hart In Neonlicht. Herkenbaar? Zéker, gewoon even rondkijken tussen de sinners dit weekend!
Bij hun protest tegen de uitbuiting van de gewone werknemer met het nummer Wij Worden Wakker, gaan er zelfs enkele linkervuisten de lucht in! Een tweetal jaar terug, brachten ze ook een heel eigen herwerking uit van twee tracks van Siglo XX, die gisteren op het Sinner’s podium aantraden. Ze lieten Fluisteringen horen, de Delvers-versie van Whispers, die evenwaardig naast het origineel van Siglo XX kan staan. Ook de afsluiter is een cover, waarbij Dries Emmerechts (zang, gitaar), Tom Kets (bas), Laurens Primusz (gitaar, zang), Menno Buggenhout alias Robotman (gitaar, beats), en Silke Verslype (toetsen, zang) hun versie van Eisbär (Grauzone) brengen. Wat ons betreft, is dit een van de bands die met hun knappe postpunkgeluid volop meeschrijft aan de toekomstige generatie donkere Belpop.. (nm)
Ooit was BFG indrukwekkend, maar ondertussen zijn ze ook vrij legendarisch en worden ze vaak vergeleken met Joy Division. Zo sterk willen we het nu niet meteen uitdrukken, maar het is wel zo dat deze Britten tijdloze gothrock-postpunktracks maken, die er tegen kunnen een lang leven te gaan leiden. Het was dertig jaar geleden dat er een album van hen verscheen, maar onlangs brachten ze Out Of The Darkness, Into The Light uit, met opnames van de laatste live concerten in Berlijn, Leipzig, Freiburg en Düsseldorf. Een signaal dat ze uitsturen om te laten weten dat ze helemaal klaar zijn om de podia opnieuw op te gaan. En dat blijkt. Met drie gitaristen, wordt er een knap volle sound neergezet, zonder dat die als een opdringerige wall door komt. Elektronische dansbeats, stuwende baslijnen en zware staccato-gitaren. Mike Simii straalt op het podium, terwijl zanger B.J. Williams eerder vrij ingetogen zijn plek op het podium inneemt met energieke poses alsof hij een geroutineerd glammetal-speler is. Heerlijk om hem in ’t oog te houden en een parel voor het oor! (nm)
The Mars Model telt leden uit Kortrijk en Lille, wat de titel van hun debuut verklaart: FrancoBelga. De band zet een potige en energieke geluidsmuur neer, melodieus, met solide gitaren en wervelende synthesizerklanken. Bedenk iets met de woorden metal, goth en industrial erin, en je komt dicht in de buurt. Maar bovenal is er zanger Hans Verbeke die met branie en breed armgebaar het publiek toezingt en bezweert, als een sjamaan in het zog van Killing Joke. Sterke set van een band die pas twee jaar geleden is opgericht. (pdb)
Met A Split Second krijgen we die andere levende legende van de Belgische elektronische muziek, die samen met Front 242 tot ver in het buitenland weerklank vond. Bezieler Marc Ickx trekt met Smell Of Buddha de dansmotor op gang. Het gaat uptempo met Backlash. Destijds experimenteel en mee aan de basis van de Electronic Body Music, nu een set vol dansvloerklassiekers: belpopnostalgie waarop het plezant meedrijven is. Op het eind het overbekende Flesh dat op lager toerental gedraaid (33 ipv 45) aan de wieg van de New Beat zou gaan liggen. Ze spelen het voor alle zekerheid een versnelling hoger, want met de commerciële NB worden ze liever niet geassocieerd. (pdb)
Eén van die jonge, te ontdekken projecten, is dat van Donny Woestenborghs met Such Beautiful Flowers. Hij liet al enkele nummers op de wereld los en kon deze nu ook op het Sinner’s Day podium brengen, wat zo goed als een thuismatch was voor het soloproject van Woestenborghs. Zo bracht hij ondermeer het eerste nummer dat hij schreef, In The Wake of Life, maar ook nieuwere tracks die we herkennen van op zijn ep Neon Gloom en zijn coverversie van I Wanna Be Your Dog, de klassieker die oorspronkelijk van The Stooges is. Zijn stem zet hij in voor spoken vocals, maar ook voor ruwe shoutouts, die elektronisch aangedreven worden in een erg dansbare darkwave-postpunksound met hier en daar wat futuristische sounds die bloesemen in zijn duisternis. De nieuwe generatie electrodarkwavers wordt met Such Beautiful Flowers knap aangevuld! (nm)
And Also The Trees werd begin jaren ’80 op sleeptouw genomen door Robert Smith. Wars van trends en met een loyale fanbase zouden ze uitgroeien tot een unieke band in het donkere genre. Ze starten met een sublieme versie van het bezwerende Slow Pulse Boy. Er volgt werk uit de prille beginjaren met This Is Silence en Shantell. De manier waarop ze, perfect op elkaar ingespeeld, de songs zacht laten ontplooien, voortstuwen, tot uitbarsting brengen en terug verstillen, is ronduit indrukwekkend. Recenter werk met het prachtige Brother Fear en het onverwachte Your Guess: alle songs worden indringend, melodieus en vakkundig gebracht, aangestuurd door frontman Simon Huw Jones en broer Justin op gitaar. Deze verfijnde, donker romantische muziek is een absoluut hoogtepunt van Sinner’s Day. (pdb)
Hij staat voor stabiliteit doorheen de jaren, waarin hij vasthoudt aan zijn kwalitatieve electro en dat mocht hij ook in Heusden-Zolder laten horen. Hoewel we niet bijgelovig zijn en we er van overtuigd zijn dat je het lot kan sturen, zit datzelfde lot Enzo Kreft toch niet mee. The Max Venue is écht de max van een venue en voldoet door de glasloze ramen aan alle coronanormen der verluchting. Maar als het hard begint te regenen, de zwarte doeken heen en weer zwiepen en de strakke wind de regendruppels op het podium drijft, weten we dat dit niet zomaar zou voorbij gaan. Na Different World, Breathtaking Beast, Nature Isn’t Bound By Borders en Austrich Politics houdt Kreft het veiligheidshalve voor bekeken. De natuur laat zich niet begrenzen. Achter de schermen is het alle hens aan dek. Na het oponthoud pikt Kreft de draad terug op alsof er niets gebeurd is. Dapper! Met Control neemt hij het podium weer in om zijn optreden af te werken. (nm)
De ontgoocheling is groot als Adrian Hates persoonlijk aankondigt dat de klaarstaande instrumenten van Diary Of Dreams nat geworden zijn, en een concert onmogelijk is geworden. De band – één van onze favorieten – moet dus naar huis, zonder één noot te hebben kunnen spelen, hopelijk zonder al te veel schade aan hun materiaal.
The KVB is één van de vele hedendaagse bands die de new wave als inspiratiebron gebruiken, zonder zich te beperken tot een louter herkauwen. De twee Londenaars, Nicholas Wood en Kat Day, creëren met imponerende synthklanken, Cure-gitaren en monotone drumcomputer-een desolate sfeer, die zweeft tussen minimal-electro, shoegaze en kraut. Ze zijn een tiental jaar bezig en het zijn toch vooral de oudere nummers die blijven imponeren, zoals het fantastische Always Then. IJskil en met weinig interactie maar dat hoeft ook niet bij deze knappe eigentijdse wave. (pdb)
Met Sorrow opent A Slice Of Life, de band met frontman Dirk Vreys, die we ook kennen van The Cure-coverband The ObsCure. En hoewel die als coverband eigenlijk steengoed is, klinkt dit project met zelfgeschreven nummers nog zoveel beter, zonder dat de Cure-invloeden ver weg zijn. Ook hier brengt Dirk zijn zoon Jarne mee als gitarist, wat een aanwinst is voor beide bands. De nummers van hun debuutalbum Restless klinken nog steeds meeslepend goed live. We krijgen ook What Doesn’t Kill Me, Makes Me Stronger als nieuw nummer (want er is een nieuw album in de maak!) en het is genieten met onze favoriete punky track Liefde Is Oorlog als afsluiter. (nm)
Hij is ultraproductief, binnen zijn verschillende projecten, maar Your Life On Hold is wellicht wel het meest gekende en meest toegankelijke project met Jan Dewulf als frontman, dat met hun laatste album Echoes From The Bardo (2020) een donker juweel afleverden. Daaruit laten ze o.a. Nowhere Train horen, en ook die prachtige, ijzersterke, rauwharde titeltrack. Ook eerdere nummers als Phoenix, Nowhere Train en Allready Lost klinken knap, waarin industriële hardheid perfect gecombineerd wordt met sensitiviteit. Een band die zich emotioneel en toch intens krachtig laat horen in tracks over verlies en eenzaamheid. (nm)
Een domper op de feestvreugde was de verschijning van het Zweedse EBM-/futurepopproject Covenant. Ondanks de stijlvol elegante verschijning op het podium en de sterke melancholische klank, klinkt de stem van frontman Eskil Simonsson veel te dominant luid doorheen de set. De vocalen wisten niet te versmelten met het instrumentale kader vanavond. De nieuwe tracks wijken af van het gekende niveau en er was dan ook weinig connectie met het publiek. We hebben hen in betere staat gehoord, maar dat kon de festivaldag niet verknallen, aangezien er genoeg ander kwalitatief aanbod was. (nm)
De vreemde eend qua sound, was voor ons Funeral Dress. We weten dat deze Belgische punkers op handen gedragen worden in de nationale en internationale punkscene én het is de eerste band op dit festival waarbij de drums onze hartslag bevestigen en het lederen vestje tegen onze huid gedrukt wordt door hun sound. Mannen met een hanenkam als ruggengraat. Een tof ska-punk moment met hun cover van Down Under (Men At Work). Maar het was ons toch vooral wat te veel van hetzelfde clichébevestigende punkgeluid met de legendarische tracks Party On, Death And Glory, A Way Of Life, Seks, Drugs & Rock ‘n Roll… en uitspraken als “Alle flikken zijn smeerlappen” en “Fuck the fucking fuckers”. (nm)
Dat daarna Gary Numan op het podium verschijnt is een stijlbreuk van formaat, maar één in de juiste richting. Ethisch, esthetish. Krachtig, machtig. Energiek, charismatisch. Dit is een headliner van formaat, die onze ogen geen seconde van het podium laat wijken en onze vermoeide voeten niet tot stilstand dwingt. Numan staat er als een heerser van zijn eigen sound, waarin hij in de nummers het industrialgeluid laat versmelten met erg futuristische, ongehoorde elementen en hier en daar zelfs sjamanistische klanken. In één ruk door genoten van de nieuwe tracks van zijn album Intruder en uiteraard ook van zijn hits Cars en Are Friends Electric als afsluiter, dat we nog lang de nacht door dansend neurieden. (nm)
Bekijk ook de Fotoreportage