Home Festival LEFT OF THE DIAL Festival, Rotterdam (21/10/2023)

LEFT OF THE DIAL Festival, Rotterdam (21/10/2023)

by Hans Vermeulen

Op zaterdag, de laatste dag van Left Of The Dial 2023 konden we ook wat tijd uittrekken om een blik te werpen op het “official unofficial Left Of The Dial”-programma waarbij een aantal optredens op het schip plaatsvinden en een paar andere in een aantal vertrouwde zalen alvorens om 16u de derde dag officieel op gang gefloten werd. Zo gingen we voor het eerst – en meteen ook voor het laatst – een kijkje nemen in het geweldige Vessel 11, de V11 zoals die bijna liefkozend wordt betiteld. De aan Stadshaven aangemeerde knalrode rockboot met een podium op het benedendek ontving er rond de middag het artpoprock duo 250CC uit Berlijn. Guido Giorgi laat zich op gitaar bijstaan door de Franse drumster Alice Huet. Berlijn loopt kennelijk vol Engelsen, Italianen en Fransen. Guten Tag allen! We zagen enkel het laatste deel van hun optreden, maar de energie spatte toch van het kleine podium.

The Other Side, aan het einde van het optreden, was groezelige vintage rock-’n-roll zoals die al te vaak gemaakt is, maar in een 250 CC-jasje klonk het verrassend fris en monter en leverde dus een leuke start van de slotdag op. Irreplaceable zijn de Berlijners dus niet, maar hun nummers zijn zonder uitzondering aanstekelijk en hun voorliefde voor cowboy-outfits lijkt daar nauwelijks mee te matchen, maar het kan evengoed een manier zijn om zich origineel op de rockkaart te zetten. De toekomst zal verhelderend werken.

250 CC

Een bakboord verderop lag het Vrijbuitersschip van Left Of The Dial voor anker, en daar begon het hardcorepunk ensemble M.U.G. uit Rotterdam aan een razende rotvaart aan hun optreden. Het is een band die is gerecycleerd uit brokstukken van Pig Frenzy en Dyatlov. Zanger, allee ja, je verstaat ons wel, Timo Croes is geen kouwelijk type want hij liep in een ultra kort shortje met t-shirt op de boot rond, terwijl zijn groepsleden met dikke jassen, mutsen en sjaals hun gitaren hun vet gaven. “Break the chain” stond op zijn rug te lezen. M.U.G. is effectief geplukt van Medische Urgentie Groep maar je kan er mee aanvangen wat je wil, dat geldt ook voor hun nummers. Strak, goed maar vandaag misschien nog net te vrijblijvend. We vonden het in alle geval een erg entertainende 20 minuten pokkeherrie met een volstrekt de pedalen verliezende Croes die gelukkig niet op een pedalo maar op een cruise zat, of zoiets.

M.U.G.

Dan maar croes eh we bedoelen koers varen naar Rotown dat een geweldig namiddagprogramma had klaarstaan waarvan wij uiteraard vooral in de eerste band geïnteresseerd waren.

Zet jullie maar schrap voor deel twee van “The return of the rock ’n roll animal”. Zanger Noah Alves van het briljante Middleman kwam in een t-shirt van Lou Reed met dit opschrift het podium op en zonder dralen deden ze hun huzarenstukje van Roodkapje gewoon over, meer zelfs, het klonk nog beter. Misschien omdat we nu ook alles beter zagen want er is beter licht in Rotown. Zo konden we ook de interactie tussen Alves en bassiste Harper Maury beter bestuderen. Ze vormen toch wel een opwindend duo hoor, en we waren opnieuw gecharmeerd door het gemak waarmee Harper de groovy sound bleef aanhouden die de vuile rock-’n-roll songs extra vuil maakten.

MIDDLEMAN

We kregen een grotendeels gelijkaardige setlist als eergisteren, met Train Man om de band op de sporen te krijgen. Turn Away en Imitation Blues, wat een song toch, werden wel omgewisseld.

Een band die tijdens één lang weekend twee keer evenveel indruk maakt is gewoon een goede band en we willen die graag snel terug zien. Er was ons nog iets opgevallen. We vroegen Harper of ze bewust voor drie snaren koos op een basgitaar die heel erg duidelijk op een vierde snaar gerekend had. Ze moest wel lachen en zei dat die vierde snaar eigenlijk een jaar geleden al was stukgegaan maar dat ze die snaar eigenlijk haatte en daarom nooit heeft hersteld. Het zit soms in de details. Voor de fijnbesnaarde Harper was dit dus eigenlijk een geluk bij een ongeluk.

In Arminius vond op dat moment een cursus line dancing plaats, je leest het goed. Elke danser werd op een cowboyhoed getrakteerd. We pikten daar nog een deel van mee, het was behoorlijk amusant om dit mee te maken terwijl de regen buiten van de daken stroomde. De ideale setting zeg maar voor een optreden van Lowertown. Zeker het Lowertown in de bezetting in de kerk.

De ronduit geniale gitarist Avshalom (Avsha) Weinberg ging op zijn eentje plaatsnemen op een stoel en het leek alsof hij zijn elektrische gitaar aan het tunen was. Na een tijdje kwam Olivia Osby (zang en tevens gitaar) hem vergezellen op het kerkstoeltje ernaast. Beiden leerden elkaar op erg jonge leeftijd kennen in Atlanta, Georgia maar wonen nu al even in New York. Ze spelen muziek die het best als bedroompunk omschreven kan worden. In Arminius speelden ze op halve kracht want normaal is het een kwartet met drummer en bassist. De voornaamste rekruten waren aanwezig, zij waarom het draait, maar het zorgde onmiskenbaar voor een uniek en intimistisch optreden. De kans is groot dat we Lowertown nooit meer op deze manier te horen zullen krijgen.

Wie erbij was heeft een bloedstollend mooi optreden gezien en gehoord. Het bleef te allen tijde een optreden dat een soms ondraaglijke spanning reflecteerde. Een aantal zaken hebben we nadien met Avsha uitgesproken. Toen hij nog alleen op het podium zat waren we ons de vraag aan het stellen of hij nu nog aan het soundchecken was, of toch al was begonnen. Het is een spel dat hij graag speelt, daarom keek hij het publiek ook geen seconde aan, alsof we er niet waren. Het werd nog mooier toen Olivia langs zijn stoel passeerde met een blik van “Wie zit hier nu?”. Het leek er vaak op dat ze erg in zichzelf gekeerd was, maar dat was helemaal niet zo want tussen de nummers maakte ze altijd tijd om een beetje uitleg te geven over nummers zoals Antibiotics dat ging over een toxische relatie. Het heeft maar een haar gescheeld of de twee moesten ter elfde ure afzeggen want ze hadden ernstige maagproblemen de hele ochtend. Beetje pech gehad met de Rotterdamse keuken?

LOWERTOWN

De nummers hier ontleden is op zich weinig zinvol omdat de versie zo hard afweek van de versie op plaat. Wat wel opviel was de typische voortkabbelende singer-songwriter-achtige manier van gitaarspelen bij Olivia met een mooie zachte en erg toonvaste stem. Dat had saai kunnen zijn maar werd het niet omwille van de input van Avsha die op verbluffende wijze gitaar speelde zoals we maar weinig gezien hebben. Ze waren beiden met een Fender Telecaster uitgerust. Psychedelische akkoorden plukte hij uit de snaren, maar op zo een manier dat het aan de ene kant heel erg ritmisch en dansbaar leek, en aan de andere kant bijna in tegengestelde richting van Olivia musiceren was. In de refreinen kwamen beide gitaren lekker in elkaar verstrengeld tot hun recht waardoor de kerk een kleine drie kwartier lang ademloos en diep geraakt toekeek. Tijdens Bucktooth was Olivia zichtbaar erg blij met de voortgang der zaken want ze keek vaak erg gelukkig Avsha’s kant op. Voor slotnummer The Gaping Mouth legde ze haar gitaar aan de kant en ging rechtstaand zingen. Het was betoverend. Als Lowertown nog eens met bas en drum langskomt, dan zijn we er altijd bij! Hun laatste album, I Love To Lie, is een knaller van formaat.

Rotown was terug aan zet met een beklijvend en verrassend optreden van Mary In The Junkyard uit Londen. Vergelijkingen met Bar Italia en Black Country, New Road worden al eens snel gemaakt als er een viool aan te pas komt. Mary In The Junkyard is een trio onder aanvoering van zangeres en gitariste Clari Freeman-Taylor. Ze werd ‘gezijsteund’ en geruggensteund door bassiste en violiste Saya Barbaglia en drummer David Addison. De viool van Saya is dus in essentie de aanleiding voor die vergelijkingen. De songs die Clari zong klonken lang niet allemaal even toegankelijk en er was veel variatie dankzij de keuzes die Saya maakte. Met haar basgitaar in de hand klonken de songs bedaard, als ze de viool ter hand nam ging ze aan het freestylen en werden de songs yyperkinetisch en spannend.

MARY IN THE JUNKYARD

Vlug terug naar Arminius hoe dan ook door de plensbuien heen want de band die we op Leffingeleuren als de opwindendste live band van het jaar omschreven, stond klaar. Deadletter kon voor deze show opnieuw Poppy Richler en haar sax verwelkomen. IDLES is zijn titel van beste live band kwijtgespeeld aan de Londenaars. Het gevolg liet zich raden. Arminius puilde uit. De Katholieke Kerk stond er nog nooit zo goed voor tot Zac Lawrence, zanger en frontman van het jaar, voor de gelegenheid met line dance cowboyhoed, de gevleugelde woorden uitsprak: “Left Of The Dial, it is time to get wild and dirty in a church”. Ondertussen waren het nieuwe Mysterical en Degenerate Inanimate al de revue gepasseerd. Er vielen een paar aanpassingen te noteren in vergelijking met een maand eerder. Een nummer dat niet mag ontbreken is het overheerlijke Madge’s Declaration.

Er viel dan al veel deining te noteren tot bijna achteraan de kerkbanken. Van bij de eerste tonen van killersong Fit For Work was er geen houden meer aan. Zelfs andere bands, Left Of The Dial crew en anderen die zich op de bovenverdieping hadden geposteerd, hingen over de reling en stonden enthousiast mee te doen met de aanhoudende golf moshpits. Postpunk zal er wellicht altijd zijn, maar om de zoveel jaar hebben we nood aan een Deadletter om te vermijden dat het genre dode letter wordt. Met Binge en It Flies was Arminius van een kerk omgedoopt in een sauna. Zac had de vraag gesteld of er een drummer in de kerk was. Dat bleek het geval, en de man mocht tijdens Binge zijn 3 minutes of fame meemaken door tussen Zac en Poppy met een drumstok twee cowbells te bespelen.

DEADLETTER

Daags voordien spraken we dus bassist George en drummer Alfie en er heerste toen bezorgdheid over klank en sfeer in de kerk. We konden hen met de hand op hart verzekeren dat ze zich geen seconde ongerust dienden te maken. Ze zouden er probleemloos de zijbeuk in gooien. “Blue is the colour of the year”, klonk het in de geweldige afsluiter Zeitgeist. “There’s a soul coming, there is something in the air”. Verrassen deed Deadletter uiteraard niet meer, imponeren wel. Als gedoodverfde “niet als dusdanig betitelde” headliner maakten ze hun reputatie waar. Zotter dan dit was het niet geweest en zou het ook niet meer worden. Deadletter is bezig aan een niet te stoppen veroveringstocht, en nog zijn er muziekliefhebbers die de band nog nooit aan het werk zagen. Ooit komt dit goed, of om het met de woorden van de band op hun socials te zeggen: ONWARDS !

Vijf jaar geleden zagen we The Homesick voor het eerst, dat was op AFF in Genk. Het was ook daar dat we Peuk de allereerste keer zagen, doch dit terzijde. We vonden de Nederlanders toen erg sterk. Hun psychedelische indierock is nu meer opgeschoven naar psychedelische soundscapes en breed uitgesponnen droompopcomposities. Vooraan geraken in Worm 1 was geen optie meer nadat we de vlam in Arminius moesten helpen blussen die Deadletter daar had doen ontsteken. We zijn dan toch maar teruggekeerd want Bleach Lab ging helpen nablussen. We vermoeden dat dit viertal uit Londen voor de laagste bezetting gespeeld heeft in Arminius, het is niet zo abnormaal. Er zal vooral geopteerd zijn voor spijs en veel drank na Deadletter. Het was tenslotte ook al 19 uur.

BLEACH LAB

Het album Lost In A Rush Of Emptiness is de perfecte weerspiegeling van hun droompopgeluid. Jenna Kyle, frontvrouw en zangeres is wel een charismatische verschijning met een zomerse ‘zoetgevooisdheid’, wat er ons toe aanspoorde echt wel lang ter plekke te blijven. We zagen Heather Nova niet, maar we hoorden haar vaak wel. Jenna kan dus een behoorlijk stukje zingen. De sterke nummers in het slot maakten absoluut grote sier. Nothing Left To Lose kwam dan misschien nog iets te braaf langs gefladderd, If You Only Feel It Once was nog rustiger maar tegelijk wel een pak hoger scorend op de bedwelmingsladder. Dit mag met recht en reden een sterke song genoemd worden. Slotnummer Old Ways baadde in dezelfde sfeer. Bleach Lab was aangenaam, maar het kan ook soms iets té aangenaam zijn ook, daarvoor steken we thuis wel een paar theelichtjes aan. Op Left Of The Dial hebben we graag dat er ons iemand bij het nekvel grijpt.

Drie dames in Worm 1 hadden de boodschap begrepen. Grandma’s House is een Britse sitcom die sinds augustus 2010 op BBC2 werd uitgezonden. Het is echter ook een behoorlijk overtuigend en woest punktrio. Ze speelden in oktober al het voorprogramma van IDLES, wat dus meteen al de nodige buzz rond hen veroorzaakte, en op Left Of The Dial voor volgepakte zalen zorgde. Ze zingen alle drie, bassiste Zoë Zinsmeister verzorgde enkel de tweede stem. Ze had het dan ook te druk met headbangen en haarzwieren. Drummer Yasmin Berndt en gitarist Poppy Dodgson verdeelden mooi de zangtaken onder elkaar. Ze hadden elkaar op een Londense universiteit leren kennen en verhuisden nadien naar Bristol.

Het geluid van de drie kunnen we best omschrijven als veel lawaai maar lekker lawaai. Het deed sowieso aan IDLES denken, zoals in het nummer Always Happy. De manier van zingen was eerder rauw en een uiting van frustratie, doch dit terzijde. Andere nummers deden ons denken aan Nirvana’s Bleach, getuige daarvan Feed Me met die typische jengelende gitaar en roffelende drums, en ook Pixies passeerden vaak door onze gedachten. How Does It Feel? is een volbloed I’m Amazed van de band rond Black Francis, en dan nog een deel in het Frans. Poppy vertelde dat ze in Brussel opgroeide. Grootmoeders liedjes duren gemiddeld 2 volle minuten, dus het ging als de gesmeerde bliksem voluit.

GRANDMA’ S HOUSE

Aan mindere momenten in een optreden doen de dames kennelijk niet en zo belandden we voor we er erg in hadden in het ultieme slot met Pasty, Screw Up en slotnummer Body. Hey die gitaarintro klonk toch wel erg Cecilia Ann-erig? Als het maar de intro is, doen we niet moeilijk, en trouwens, het was een geweldige afsluiter van één van de meest energieke shows in Rotterdam. Het was overigens frappant hoe de drie in zwart-witte outfits perfect verdwenen in het zwart-witte Worm-decor. Daags voordien bleken ze niet synchroon gekleed. Zelfs in de punkwereld zijn details belangrijk.

We begaven ons terug naar de andere kant, naar Perron. Daar wilden we nog een paar uiterst interessante bands aan het werk zien. Drie keer Perron, waarvan 2 keer big, en 1 keer small. Het klinkt bijna fastfood. Op Perron Big hadden The Orielles nogal wat problemen bij het soundchecken waardoor ze uiteindelijk hun set met zomaar eventjes vier songs dienden in te korten. De band is eigenlijk een trio uit Halifax, West-Yorkshire (VK), bestaande uit drummer Sidonie “Sid” B. Hand-Halford, bassiste en zangeres Esmé Dee Hand-Halford en gitarist Henry Carlyle Wade. In Halifax zijn eenvoudige namen uit den boze. Amelia Sinclair Kidd vervoegde hen om een assortiment keyboards en knoppentoestellen de nodige aandacht te schenken. Als we haar bekeken, leken we naar een science-fiction film te kijken waarbij we iemand in een labo bezig zagen. Opperste concentratie en een steriele benadering van de feiten waren primordiaal.

THE ORIELLES

Met Tableau kwam vorig jaar anders wel al hun vierde album in evenveel jaren uit. Luiwammes zijn het hoe dan ook niet. Hoe klinken hun songs? Zweverig, en we omschrijven het als indie-elektro met een dansbaar en verslavend psychedelisch geluid. Waar zangeres Esmé behoedzaam speelde en bijna op eieren liep, als het ware om Amelia niet in verwarring te brengen, stond Henry een heel optreden rond te springen als iemand die non-stop in hetzelfde wespennest was gevallen. Later op de avond zou blijken dat we vermoeden dat er op die plek in Perron springveren ingebouwd zijn. Wat we van hun optreden vonden? Erg mooi in feite, het was wel zaterdagavond, maar we kregen geen hoempapa maar eerder een Duyster-sfeertje en dat voelde erg behaaglijk aan. Beam/S klonk als Red House Painters en andere songs hadden dan een eerder “Mosquito Bar Lounge”-impact met een duidelijke hang naar bands als The Notwist. Esmé mocht haar zang iets hoger in de mix gegooid hebben, maar de Halifaxers waren een half uur lang uitermate boeiend om volgen.

Het was maar een deur of twee passeren en we stonden al voor het kleine Perron. Daar begonnen warempel landgenoten aan hun optreden. Eosine uit Luik stond al een tijdje op onze to do lijst. Heerlijk om landgenoten buiten onze grenzen aan het werk te zien. Frontvrouw Elena Lacroix, gitaar en zang en auteur van alle nummers, liet zich door haar drie vaste bandleden omringen: Dima Fontaine, tweede gitaar, Benjamin Fransen op drums en Brieuc Verstraete als bassist en tweede stem. Wat een heerlijke band is dit toch. Live zijn ze zoveel dwingender en ronduit fascinerender dan op de ep’s. Hun Mogwai-aanse composities kregen nogal wat zij vertakkingen naar Nine Inch Nails-achtige erupties met een meedogenloosheid van een Swans.

65 Days Of Static mogen dan wel minder op gitaar gericht zijn maar hun hypnose-skills en vastberaden complex geluid komen ook wel terug in dat van Eosine. Mark Gardener van shoegaze-legende Ride fungeerde als producer van hun lente-ep Coralline. Elena is grootmeester in het opbouwen van een alles vernietigende sound want waar de eerste songs een zweem van weemoed etaleerden, werd de teneur harder en de sfeer bitsiger op het podium. Onze favoriete momenten waren die waarop Elena intens springend haar woeste gitaar- en vocale uithalen kracht probeerde bij te zetten. Het is een collectief om spontaan intens van te houden want ze doen niet aan halve oefeningen. De bandnaam roept bij ons verwijzingen naar zalfjes op, maar ze hadden ook ‘chaosine’ kunnen heten. Het laatste kwartier was het Perron te small voor hun allesverwoestende soundscapes.

EOSINE

De band waarnaar we op de slotdag het meest hadden uitgekeken, een direct gevolg van wat we van hen zagen op de tweede dag, is uiteraard Winter Gardens. De droompunk uit Brighton kwam op Perron nog beter tot haar recht dan in de V2­_. We stonden mooi tussen de beide zangeressen, Ananda Jayne en Jasmine Ardley, opgesteld en dat was een uitstekend idee want de lichteffecten waren op hen afgesteld. De lichteffecten waren wel lightscapes en het was totaal anders dan de dag voordien. McCorkindale, Luchford en Jamie Windless stonden in het schemerdonker te musiceren, als ware het een mistige Halloween-avond. Ananda en Jasmine daarentegen waren prachtig verlichte elfjes waarbij vooral de lichtbundels boven en achter Jasmine op de keyboards de songs een extra dimensie gaven. Zo is het wel gemakkelijk om onder de indruk te geraken.

De setlist was een kopie van de dag ervoor. Dat was uitstekend want zo konden we de pompende sound van Crystallize, een single van zowat een jaar geleden, van dichtbij meemaken. Net als Moonjockey is dit pompende harmonieuze droomrock waarbij we gisteren terecht de link met School Of Seven Bells maakten. Zigzanny klonk als een ‘Motorpsycho on keyboards’ of een nummer dat Black Mountain vergeten schrijven is. Het was het sein voor de spoorzoekers in de zaal om zich volledig over te leveren aan de sublieme nummers van Winter Gardens. Hoe langer de set duurde, hoe mooier werden Ananda en Jasmine, ons favoriete zangduo van Left Of The Dial. Zigzanny viel abrupt stil, dat doet het op plaat nu eenmaal ook. Je zag Jasmine de temperatuur in de zaal meten en ze vertelde ons achteraf dat die heel comfortabel aanvoelde.

We kunnen er van uitgaan dat ook Jamie zich erg gewaardeerd voelde, of was het misschien toch de springveer van The Orielles die nog niet verwijderd was uit de plankenvloer? Feit is dat de gitarist bezig was aan een ‘aerobics voor gevorderden’-sessie waarbij de gitaar extra beoordelingspunten opleverde. We kunnen het niet bewijzen, maar we hebben drie dagen rondgelopen van podium naar podium, maar Windless heeft in die 40 minuten méér calorieën verbrand dan wij gedurende het volledige festival. We konden dus niet zeggen dat er niets te beleven viel op Perron. Als we ons niet vergissen was het tijdens Hyacinth dat Jamie de zaal in ging en de band erna een toch wel heel straf concert afsloot, in een waas van shoegaze gedrenkt in sfeervolle noise op een bedje van gitaren. Winter Gardens staan in onze top 3 van Left Of The Dial.

WINTER GARDENS

We vatten dan onze voorlaatste lange wandeling af, die naar de auto achteraf meegeteld. Als Jamie nog fris zat, dan wij ook! Na een bezoekje aan de winkel van Rotown pikten we nog een half concert mee van BRDMM. Die stonden in Arminius te spelen en op hetzelfde moment sloot Tramhaus  Perron af.

I Don’t Know of er woorden zijn die ook maar enigszins kunnen omschrijven hoe zaligmakend een festival als Left Of The Dial is. I Know wel dat BDRMM in het voorjaar een plaat uitbracht met die titel. Het zijn Britse shoegazers die een beetje serieus van hun oorspronkelijke betrachting zijn afgeweken, en dat was hun slaapkamer. Vul de ontbrekende letters in hun bandnaam aan en je komt uit bij de titel van hun debuut in 2020. Je moet er gewoon nog een letter ‘m’ achter zetten. Shoegaze fanatici kennen ongetwijfeld het label Rock Action Records en die brachten dus hun tweede worp uit. We wilden toch zeker Kingston Upon Hull vermelden, gewoon omdat het een leuke plaatsnaam is, en dat mag hier zeker want de Bedroomers zijn van daar afkomstig.

BDRMM

It’s Just A Bit Of Blood liet al meteen de prachtige stem van Ryan Smith horen. Natuurlijk was die wel al even mooi bezig maar we kwamen dan de kerk binnen, ons kruisteken makend. Zijn broer Jordan Smith (bas en backing vocals) had hun maten meegebracht, en dat zijn Joe Vickers (gitaar), Danny Hull (synth) en Luke Irvin (drums). Het genre shoegaze omschrijven is stilaan vermoeiend, luister gewoon naar het heerlijke duo Happy / (Un) Happy en het antwoord is gegeven. Port sloot op behoorlijk imposante wijze de poort van het festival. Het vatte een pak rustiger aan dan de nummers ervoor maar ontwikkelde een behoorlijk pompeuze epiloog. Het Left Of The Dial schip mag terug voor anker liggen tot oktober 2024. Wij konden Avsha en Olivia van Lowertown nog even strikken voor een babbel en stapten gezwind door de regen de kerk uit. Het is heel mooi geweest.

250 CC – instagram
M.U.G. – instagram
Middleman – instagram
Lowertown – instagram
Mary In The Junkyard – instagram
Deadletter – instagram
Bleach Lab – instagram
Grandma’s House – instagram
The Orielles – instagram
Eosine – instagram
Winter Gardens – instagram
BDRMM – instagram
Left Of The Dial – Instagram

You may also like

This website uses cookies to improve your experience. We'll assume you're ok with this, but you can opt-out if you wish. Accept Read More