We leggen de komende dagen even de nadruk op het showcasefestival Left Of The Dial dat drie dagen duurde, op een 15-tal podia in de binnenstad van Rotterdam. Het festival is uniek in zijn soort en laat 120 bands 2 of 3 keer optreden in een line-up om van te duizelen. Het resulteert in een flink uit de kluiten gewassen blokkenschema waarvoor je een volledige avond dient uit te trekken. Maar het loont de moeite want het festival, dat zijn naam ontleende bij de start in 2018 aan een nummer van The Replacements, programmeert steevast bands die aan de wieg van hun carrière staan maar een erg hoog niveau halen. Dat niveau wordt in Rotterdam dan nog eens versterkt door de steun van een enthousiast publiek. Left Of The Dial was dit jaar uitverkocht bij de jubileum-editie en we hebben geen band gezien die voor een halflege zaal stond te spelen. De bands schrokken er vaak zelf van hoeveel volk naar hun optreden kwam kijken.
Drie markante zaken maken dit festival bij zowel bands als publiek ongemeen populair. Er zijn geen headliners, dus elke band is gelijk voor de wet. Uiteraard is de ene zaal groter dan de andere, dus bij het programmeren van een paar bands die de vorige jaren al furore maakten werd wel naar de capaciteit gekeken. De diversiteit in klank en beeld werd ook dit jaar weer doorgetrokken in de locaties. Hoe heerlijk is het om het ene optreden in een bunker te bekijken, om nadien in een boot te staan, in een muziekcafé, een kerk of een fabriekspand? Eigenlijk is het podium van Rotown, het cultuurhuis dat het festival op poten zette de enige echte concertzaal. Het is ook daar waar de bands na afloop van een dag of tussen de optredens door verbroederen; het is ook daar dat ze hun merchandise aan de fan kunnen brengen. Last but not least, of je als band nu klein of al iets groter bent, het speelt geen rol. Elke band krijgt exact 40 minuten aan een moordend tempo van band na band.
Superlatieven komen we sowieso tekort om de euforie en dankbaarheid bij bands en fans in woorden om te zetten. Veel artiesten die we spraken, hadden het over de geweldige vibe die er heerste. De meeste bands spelen nooit voor een publiek dat meer dan 30 fans telt, op Left Of The Dial speelden ze voor een publiek tussen de 100 en de 500 personen. Dat maakte ook dit jaar weer indruk, het stuwde de bands naar een artistiek hoogtepunt en het publiek werd meegesleurd in deze opwaartse stroming. Bands hebben ook uitgebreid de tijd om andere bands te bekijken want ze vertoeven drie dagen in de stad en ze worden nog betaald ook. Het festival is dan ook een soort attractiepark voor muzikanten want ze kunnen verbroederen met andere bands, waarvoor er anders nooit tijd is wegens een hectisch tourschema.
Left Of The Dial gaat traditioneel van start in de Leuvehaven waar het Left Of The Dial-schip uitvaart, waarna de kijklustigen in een stoet met Left Of The Dial-vlaggenmasten op pad gaan richting de imposante Arminius-kerk. Daar werd het festival concertgewijs op gang gefloten door een thuisband, niemand minder dan het hyperpopulaire Tramhaus. Zanger Lukas Jansen had al snel heerlijk nieuws klaar voor zijn apostelen in de kerk. Het debuut van de Rotterdammers is ingeblikt! Wel niet ingeblikt genoeg om al geperst in Rotown te liggen, dat nu ook weer niet. Met Once Again kregen we een leuk nieuw nummer te horen dat een beetje het beste van de band verenigt, snelle punk en ritmische indierock. Bassist Julia Vroegh zat in de organisatie en bleef braaf tussen drummer Jim en gitarist Micha het overzicht behouden. Het waren een beetje traditioneel Lukas en de uitmuntende gitariste Nadya Van Osnabrugge die in de voorlinie voor vuur en spektakel zorgden.
Nummers als Erik’s Song en het op een groovy new wave riff steunende Make It Happen waren wel puik gespeeld, maar het publiek reageerde makker dan verwacht. Arminius stond natuurlijk wel stamper dan stampvol, dus veel bewegingsruimte was er niet. De band weet natuurlijk ook welke songs ze voor een zweterig ‘I Don’t Sweat’ slot moeten reserveren. Beef was een knaller van formaat, op zich wel een komische titel voor een festival dat zich als ‘vegan’ profileert. Eens punk, altijd punk! Afsluiter Karen Is A Punk deed de boel finaal wel in brand schieten. Kerkstoelen stonden er toch niet. Op Boomtown vonden we de band iets vuriger acteren. We gaan ervan uit dat het niet aan het gruwelijke herfstweer lag. Het festival werd drie dagen lang geteisterd door regen, regen en nog eens regen. Alle optredens vonden binnen plaats, geen man over boord dus, maar het is niet zo prettig door weer en wind van locatie te veranderen. Op vrijdag werden de optredens van ‘the official unofficial left of the dial program’ die normaal op het Left Of The Dial schip plaatsvinden, naar binnenlocaties verplaatst want niemand wil een band geëlektrocuteerd zien worden.
Een beetje verderop maakten we kennis met een nieuwe locatie, Centraal. Een best grote bar met een podium achteraan, een klassiek café-optreden lonkte dus, maar Centraal kan best wel veel volk inviteren. Op het podium werden we verrast door een stevig en bijzonder opwindend optreden van het Berlijnse Plattenbau. Dat is Duits voor prefabwoning en we hebben er geen idee van wat ze precies zo instant klaar vinden aan hun nummers. Net Prophet is een paar weken uit en al hun derde album. Het is al voldoende om te melden dat die plaat uitkwam op het label Dedstrange van Olvier Ackermann van A Place To Bury Strangers. Veel ademruimte laten de songs je niet en ze vormen geen spons die veel interpretatie mogelijk maakt door er eens in te knijpen. We hebben een dag later een praatje gemaakt met bassiste en co-zangeres Sally Brown en drummer Brandon Walsh. We hadden op dat moment niet door dat elk bandlid beschikt over een oer-Britse naam. We gaan er gemakshalve dus vanuit dat ze als band omwille van muzikale opportuniteiten de plas zijn overgestoken naar Berlijn.
Gitarist Jesper Munk is misschien de enige authentieke Berlijnse bol van het ensemble want veel Britser dan Lewis Lloyd, zanger en bezige bij aan knopjes en effectenpedalen, krijg je ze vandaag enkel nog bestelling. De ijzeren metalen backdrop met de bandnaam eruit geslepen, is een zelf in elkaar gelast kunststukje. Lichtenberg Monologue was alvast een erg dreigend en in opperste overstuurde darkwave electro overhellend stukje sfeerschepperij van het zuiverste ‘pumpfwasser’. Departed liet Sally’s erg Cure-achtige basklanken mooi uitblinken. We hadden evengoed The Sound kunnen citeren want de klank van beiden schemerde door maar wel op een manier die erg begeesterde en op veel bijval kon rekenen. De actuele bands Disappears en Facs waren als referentiekader even accuraat want in het slot ging het wel hard en snel met de typerende klank van gitaarmetaal.
A New Dawn was in alle ‘gitzwartigheid’ erg dansbaar, alle punten op de new waveschoolbank dus. Tussen ouder werk als Sleep Para en Taxes viel het bijzonder onstuimige maar heerlijk onweerstaanbare en naar Bauhaus knipogende Best Western erg op. De avant-garde noiserock van Plattenbau maakte danig indruk. De band toert door Europa maar ons land zijn ze vergeten. In de gaten te houden deze Britse Duisters want wij zijn fan.
Van alle beschikbare postpunkbands ter wereld kunnen we er veel op één hoopje gooien, maar het viertal waarvoor we een wandeling over hadden verdient eenieders aandacht, zelfs ongebreideld. Het territorium van Left Of The Dial kunnen we in grote lijnen in 2 zones opdelen. De ene zone is de zone met de drie kerken en Rotown als centrale as, een dik kwartier verderop, iets voorbij De Doelen liggen niet minder dan 6 podia in een zone die vroeger dienst deed als postgebouw met een resem bijgebouwen. Het voordeel van een oud postgebouw is dat er veel lockers zijn. Het is een zone die erg tot de verbeelding spreekt omdat hier vooral postpunk wordt geprogrammeerd. De grootste zaal heet Perron. De zaal Perron Big kan makkelijk 500 man aan, Perron Small is het kleine zusje. Ernaast ligt onder meer een groezelige nachtclub die enkel mits het nemen van een paar trappen naar beneden en het doorlopen van een gang bereikt wordt. Die club heet Poing. De zaal met de leukste naam ligt in het gebouw van Perron zelf en luistert naar de best wel epische naam Roodkapje.
Het is Roodkapje dat op ons programma stond voor een razend interessante band uit Londen. Het trio heet Middleman, en laat zich live versterken met een extra gitarist. Alles aan de drie ademt pure opwinding uit. Ze spelen nummers die diep gedrenkt zijn in het gedachtengoed waarmee bands als Fugazi en Hüsker Dü furore maakten. Ze steken geen moment hun invloeden weg. Lou Reed en Iggy Pop werden op het podium rijkelijk bewierookt. De nummers rammelen hevig maar op een lekkere manier. Drummer Lily Pym mepte zich een half ongeluk en het is prachtig om zien hoe de tandem op gitaar en bas, zanger Noah Alves en de bloedmooie Harper Maury, elkaar opzweepten en de set in een heerlijk DIY-punkjasje staken. Cut Out The Middleman heet de ep die ze eerder dit jaar uitbrachten en ook het hoeswerk is volledig vintage punk.
De rauwe zangstijl van Alves sprak ons erg aan en het was verbijsterend hoe vingervlug Maury haar bas bespeelde alsof ze nooit iets anders had gedaan. Over die bas valt nog iets te vertellen, maar dat is voer voor morgen. We kunnen inderdaad de spanning lekker opbouwen. Train Man en Entropy zijn gewoon erg overtuigende punksongs en Entropy vierde zelfs de teugels en bleef onverminderd straf. One Day We Will Be Strangers deed ons dan meer denken aan Trail Of Dead of The Spirit That Guides Us. Een lekker puur Imitation Blues werd gekoppeld aan het sublieme Turn Away dat bedrieglijk rustig inzette, pure Fugazi dus. De band speelde dan een nieuw nummer dat nog geen naam draagt en ze dus maar Iggy als werktitel meegaven.
In het slot brachten ze hulde aan The Replacements met een knappe cover. Het mooiste wat we kunnen schrijven over deze band is dat ze platgetreden punkpaden injecteren met een frisse bries en ons volledig deden hunkeren naar de tijd van de veiligheidsspelden. Middleman waren zo overtuigend dat we ze de dag erna opnieuw zouden bekijken, ze speelden dan zelfs 2 keer en is dus één van de bands met drie optredens op de teller.
We hadden al postpunk, darkwave en pure punk. Tijd om een eerder verrassend genre uit te testen op een festival als Left Of The Dial. Ver stappen was niet nodig, Poing was vlakbij. Het moet een zaak zijn waar ze toch wel het één en ander gewend zijn want de festivalgangers werden gefouilleerd vóór het betreden van de kelderverdieping. Van een grimmig sfeertje was hoe dan ook geen sprake want we werden getrakteerd op een geweldige show van ene Daisy Capri uit Engeland die optreedt onder de naam Vanity Fairy. Het totaalpakket dat ze vertoonde en liet horen slingerde ons 40-50 jaar terug in de tijd naar de ‘glamour & glitter’ dagen van de jaren ’70, en de vooral vestimentair interessante italo disco kledingtrends van de jaren ’80. Er stonden 2 artiesten na elkaar op ons programma die hun muziek zelf maakten, maar die met bliepjes en klikjes en knopjes van het podium lieten slieren om er in beide gevallen op een totaal andere manier mee om te springen.
Daisy van Vanity Fairy kwam het podium op als een menselijke discobal, met cape en glitters. Achter haar stond een even zilverkleurig decorstuk dat we met zijn allen als een drumstel herkenden maar door haar niet zo gebruikt werd. Feit is dat we van meet af aan een heerlijke cocktail geserveerd kregen met nummers die garant staan voor een dol feestje. Denk aan Electric Six, Bee Gees (omdat Daisy met een hoog stemmetje zingt), Boney M en ABBA. Uiteraard is er niets miraculeus goed gevonden aan haar songs, maar ondanks het grote ‘songs uit een blik’-gevoel bleven we een volgende lepel opscheppen want hoe ze haar gerechtjes serveerde was hartverwarmend en hilarisch tegelijk. De bindteksten kwamen recht uit het hart en waren volgestouwd met Britse humor. Je kan Daisy gerust een zingende stand-up comedian noemen.
Zo liet ze het publiek geloven – met een hilarisch uitvergroot Brits accent – dat ze aanvankelijk dacht dat Amsterdam ‘the place to be’ was. Ze zal natuurlijk een grote aanhang hebben bij de LGBTQ+ gemeenschap, ondermeer dankzij nummers als Can I Be Your Lady? en Superstar. Feit is dat ze voor een volle zaal stond te spelen, en die zaal stond massaal te dansen aan het eind van het optreden. Het was een meesterlijk georkestreerd dansfestijn. Tijdens het sublieme Vanity’s Dream ging ze het publiek in, het podium weer op, nam ze plaats op de drums, ging ze op een versterker staan en verdween ze aan de zijkant om dan op een koelkast weer tevoorschijn te komen. Het droeg allemaal bij tot een bruisend feestgevoel. Ze stond daar op die koelkast en haar liedje was voorbij. Ze vroeg dan aan een vrouw in de zaal, jarige Tracy, om op een knopje te duwen. Wij hadden haar al de hele set de knopjes zien indrukken en hebben Tracy dan maar getoond welke knop ze moest bedienen. ‘First the plus, then the one at the left bottom, no that is the right bottom’.
Ze had ook ‘business cards’ mee die ze het publiek in gooide. De muziek liet ze even voor wat het was, en ze wachtte met een tevreden glimlach de reacties van het publiek af. Geroezemoes, gelach, geroep, alles passeerde gedurende een tweetal minuutjes. ‘How you like my business cards? Not quite what you expected right’? Wat op de kaartjes staat verklappen we niet, beschouw het als een aansporing een Vanity Fairy show bij te wonen en dan kom je alles te weten. De weg van Poing naar Roodkapje was kort, een minuutje en we stonden aan het podium waar Alexa Povey aan haar optreden begon in de gedaante van haar alter ego Circe (spreek uit als ‘sir sea’).
Als je Alexa voor het eerst ziet optreden weet je niet meteen hoe je haar dient te taxeren. Op de tweede dag hebben we haar opnieuw zien optreden en hebben we ook een fijn praatje met haar gemaakt. Het gegiechel op het podium tussen de nummers door is eigenlijk gewoon haar manier om met zenuwen en een gebrek aan zelfvertrouwen om te gaan. Dat is opmerkelijk want Alexa is een mooie verschijning die heel interessante muziek maakt en in de Britse alternatieve scene heel veel aandacht geniet. Ze heeft haar nummers allemaal zelf geschreven. Het zijn songs waarin veel gebeurt, en die dwarrelen in de muzikale atmosfeer van de droompop, de alt.pop of bedroom pop zoals dat nu tegenwoordig vooral heet. Je hoorde een stem diepzinnige teksten declameren, onweer en regenbuien zijn legio. Achter Alexa werden teksten geprojecteerd op een backdrop die vaak een Halloweensfeer uitstraalde.
Je merkt meteen dat ze doordrongen is van de boodschap die ze in haar vaak mysterieus opgebouwde songs stopt. Het maakt haar nummers erg geloofwaardig en de manier waarop ze over het podium schreed, had iets mooi en mystiek. Alexa is bovendien een erg goeie zangeres. De Poppy uit Poppy.Computer kwam meermaals in ons hoofd meeluisteren. Zweverige, aanstekelijke en vaak erg sensueel klinkende songs passeerden zoals Undone, drijvend op een diepe bas, of Dancer, dat als bijna elk nummer traag voorbij schreed maar in heuse Lana Del Rey-stijl erg veel indruk maakte. ‘I could be the dancer’ klonk erg melancholisch omdat we haar tegelijk heel sierlijk zagen dansen. Het publiek was aangenaam verrast en het zorgde wel voor een mooie wisselwerking. Gaandeweg kwam Alexa losser en gaf ze vaak een kort woordje uitleg.
Fuckboys moesten het onderspit delven in Ten Girls dat ze opdroeg aan alle ‘witches in the house’. Het is vooral een sterk nummer dat de publieksreacties de hoogte in stuwde en er mede toe leidde dat Alexa erg gecharmeerd was door de enorme respons. Het is de enige artiest die we een bisnummer zagen brengen. We hadden dan al uitgemaakt dat we haar nog eens aan werk wilden zien.
Perron Big verzamelde dan voor de laatste band op donderdag, en dat was één van de bands die de publieksprijs won. Vijf bands (want vijf jaar Left Of The Dial) werden door de festivalgangers naar voor geschoven als de bands die ze het liefst wilden terugzien op deze jubileumeditie. En zo geschiedde. Bad Nerves, een kwintet uit Londen dat dweept met Ramones en The Strokes bracht een energieke set vol powerpoprocksongs. Wij vonden het nogal derderangs punk genre Heideroosjes of NOFX, maar ze hadden wel het Perron voor zich en het was in ieder geval het grootste moshpitfestijn van de avond. Schonen afsluiter dan maar zeker, hoewel wij er vooral slechte zenuwen van kregen. In ieder geval konden we niet klagen over het niveau op de eerste dag, want dat was weer super. We zagen vooral drie bands spelen die we wilden terugzien op deze affiche, dus konden we nazinderend de tocht naar het hotel aanvatten. Op naar dag 2 !
Tramhaus – instagram
Plattenbau – instagram
Middleman – instagram
Vanity Fairy – instagram
Circe – instagram
Bad Nerves – instagram
Left Of The Dial – instagram